Dit is een samenvatting van hoofdstuk 8 (Bedrijven) van het vak Economie. De samenvatting is gemaakt met makkelijke zinnen, gemakkelijke definities en geen moeilijke woorden. Ik heb mij gebaseerd op het boek 'Oikonomia inzicht in economie' van Johan Albrecht & Bruno Merlevede maar ook op mijn notit...
Bedrijven zorgen voor innovatie, werkgelegenheid en welvaart.
Vroeger bepaalden overheden en koningen de economie.
Pas rond de Industriële Revolutie kregen ondernemers vrijheid om zelf te
ondernemen, wat innovaties mogelijk maakte.
8.1. ONDERNEMING: VAN PROJECT NAAR JURIDISCHE REALITEIT
Een onderneming begon als tijdelijk project, zoals in Romeinse
bouwwerken.
Rond 1750 evolueerde dit naar moderne bedrijven met beperkte
aansprakelijkheid, wat innovatie stimuleerde.
Vanaf 1844 konden ondernemingen in Groot-Brittannië vrij worden
opgericht, gevolgd door Frankrijk en Duitsland.
Faillissementswetgeving rond 1870 maakte risicovolle investeringen
veiliger, wat de Industriële Revolutie versnelde.
8.2. ONDERNEMINGEN VANDAAG
Moderne ondernemingen zijn gebaseerd op principes vanaf 1870, met
rechten zoals arbeidscontracten. Er zijn diverse vormen:
- BVBA: Beperkte aansprakelijkheid, aandelen niet vrij overdraagbaar,
vaak kleinschalig.
- NV: Geschikt voor grootschalig aandeelhouderschap, aandelen
verhandelbaar op de beurs, beperkte aansprakelijkheid.
Niet alle NV’s zijn groot; sommigen blijven familiebedrijven.
Andere juridische vormen bestaan, zoals coöperatieven of zelfstandigen
zonder vennootschap, voor meer flexibiliteit en lagere kosten.
8.3. WAAROM ZIJN ER ONDERNEMINGEN?
Ondernemingen sluiten contracten om stabiliteit te creëren en
specialisatie mogelijk te maken. Adam Smith benadrukte de voordelen van
specialisatie, maar niet het belang van ondernemingen.
De markt is flexibel en efficiënt, maar bedrijven kiezen vaak voor vaste
contracten door hoge transactiekosten in complexe markten. Ronald
Coase stelde dat bedrijven ontstaan als marktkosten te hoog zijn, vooral
bij unieke of complexe taken.
, Vaste werknemers bieden flexibiliteit en expertise voor toekomstige
projecten, terwijl gestandaardiseerde taken, zoals fruitplukken, via
goedkope, tijdelijke contracten geregeld worden.
BOX 8.1 HET COASE-THEOREMA
Het Coase-theorema stelt dat partijen zelf een optimale
oplossing kunnen onderhandelen bij lage transactiekosten.
Bijvoorbeeld: buren met geluidsoverlast kunnen zonder
overheid afspraken maken, zoals compensatie (€600) om
lawaai te stoppen, waardoor beide partijen beter af zijn.
Ondernemingen bestaan om hoge transactiekosten van marktdeals te
vermijden. Ze maken langdurige arbeids- en leverancierscontracten
mogelijk, gebaseerd op hiërarchie en vertrouwen. Dit onderscheidt hen
van de markt, waar beslissingen door prijzen worden gestuurd.
Coase stelde dat bedrijven transactiekosten binnenhouden, maar te grote
bedrijven verliezen efficiëntie.
De balans tussen zelf produceren ("make") en extern inkopen ("buy")
hangt af van kostenvergelijking.
Herbert Simon betoogt dat onze economie vooral door organisaties wordt
gedreven, niet door vrije markten, omdat de meeste transacties binnen of
via bedrijven verlopen. Internet heeft echter directe marktdynamieken
versterkt, bijvoorbeeld via webshops.
8.4. EIGENAARS, MANAGERS EN WERKNEMERS
Ondernemingen hebben rechtspersoonlijkheid en worden vaak als
individuen gepresenteerd, maar intern bestaan complexe samenwerkingen
tussen eigenaars, managers en werknemers, met soms tegenstrijdige
belangen over winstverdeling. Bij verlies lijden alle partijen.
Private ondernemingen zijn grote werkgevers, goed voor 55-60% van de
Belgische jobs, terwijl de publieke en gesubsidieerde non-profitsector ook
een belangrijke rol speelt in tewerkstelling.
BOX 8.2 PUBLIEKE TEWERKSTELLING ALS BUFFER?
Hoge publieke tewerkstelling verhoogt belastingen en roept
vragen op over efficiëntie.
Veel publieke taken, zoals de openbare omroep, kunnen
mogelijk beter door de private sector uitgevoerd worden.
Publieke tewerkstelling biedt echter stabiliteit tijdens
economische crises, maar mist vaak flexibiliteit en efficiëntie,
wat leidt tot verspilling van middelen en talent.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justinegeeroms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.45. You're not tied to anything after your purchase.