Samenvatting van hoofdstuk 3 van het boek Praktisch Staatsrecht voor het vak Staats- en bestuursrecht (gegeven in jaar 1 Windesheim).
Incl. de relevante wetsartikelen
Staatsrecht samenvatting hoofdstuk 3
3.1 Van statenbond tot gedecentraliseerde eenheidsstaat
De eerste staatsvorm van Nederland dateert van 1579. De provinciën, dat nu
Nederland en België omvat, waren soevereine staatjes. In die zogeheten
statenbond of confederatie. Had elke provincie een eigen bestuur, met aan
het hoofd een stadhouder en eigen wetgeving. Er was een algemene
vergadering, de Staten-Generaal, bestaande uit afgevaardigden van de zeven
provinciën, die besluiten namen over gezamenlijk aangelegenheden.
Elke afgevaardigde bezat een mandaat of last (opdracht) van zijn provincie,
waarin werd bepaald hoe hij zich moest opstellen in de Staten-Generaal.
In de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden had behalve de stadhouder
slechts een kleine groep rijke burgers (regenten) invloed.
Ten tijde van de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden hadden in Frankrijk
vorsten de absolute macht. Er stond groot verzet tegen de vorsten dat van de
overheid geen heersende, maar juist een dienende rol wordt verwacht. Dit leidde
uiteindelijk in 1789 tot de Franse Revolutie.
In 1975 veroverden de Fransen de Vereenigde Nederlanden. De statenbond werd
veranderd in de Bataafse Republiek en de soevereiniteit van de provincies
werden beëindigd. De nieuwe staat werd in de staatsregeling van 1789
vastgelegd als eenheidsstaat met een centraal gezag en onzelfstandige
departementen. Het hoogste gezag werd neergelegd bij de Nationale
Vergadering die bestond uit door het volk gekozen afgevaardigden uit 126
kiesdistricten.
In 1806 veranderde de staatsvorm in het Koninkrijk Holland en werd de broer van
Napoleon koning. In 1813 werd Nederland bevrijd en in 1814 is het Koninkrijk der
Nederlanden in de Grondwet vastgelegd. De oudste zoon van de voorheen
gevluchte stadhouder Willem V, werd Koning Willem I. De Koning vormde samen
met de Staten-Generaal het wetgevend lichaam en een deel van de staatsmacht
werd bij de onzelfstandige provincies en gemeenten neergelegd. Het Koninkrijk
Holland werd daarmee een eenheidsstaat binnen het Koninkrijk der
Nederlanden.
België scheidde zich in 1831 af.
De samenwerking tussen de zelfstandige staten Nederland, de voormalige
Nederlandse Antillen en Aruba is vrijwillig, hetgeen inhoudt dat elk van de drie
delen zich los zou kunnen maken uit het Koninkrijk. De onderlinge afspraken zijn
vastgelegd in een staatsregeling of constitutie: het Statuut. De Nederlandse
Koning is het staatshoofd van de voorheen Nederlandse Antillen en Aruba.
Daarnaast heeft het Koninkrijk ook eigen organen die feitelijk bestaan uit de
Nederlandse organen, aangevuld met personen die voor koninkrijk
aangelegenheden speciale bevoegdheden bezitten.
Met de op 10-10-2010 doorgevoerde wijziging is de vorm van de statenbond
versterkt doordat ook Curaçao en Sint-Maarten als zelfstandige staten deel
uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.
, In Amerika en België is sprake van een verzameling zelfstandige staten die
samen een geheel vormen. Deze staten vormen echter geen statenbond maar
een zogeheten bondsstaat of federatie.
Het grote verschil met een statenbond (bijv. EU) is dat de deelstaten in een
bondsstaat hun zelfstandigheid en daarmee ook hun staatsmacht grotendeels
afstaan aan een centraal gezag, de federale regering.
Schematische weergave van een bondsstaat:
Gezag staat
Y
Federaal
gezag
Federale staat
Y
Federale staat
X
Gezag
staat X
Een tweede verschil met een statenbond is de onderlinge
bevoegdheidsverdeling. De verdeling van bevoegdheden tussen deelstaten en
het federaal gezag in een bondsstaat wordt niet een verdrag vastgelegd, maar in
een grondwet. Een onafhankelijke federale rechterlijke instantie waakt ervoor dat
de grondwet zowel door het federale gezag als door de deelstaten eenduidig
wordt geïnterpreteerd.
Kenmerkend voor de eenheidsstaat is de concentratie van de staatsmacht bij
een centraal gezag, dat de eenheid bewaakt van de staat die uit onzelfstandige
delen bestaat. De macht ligt uitsluitend bij een centrale overheid.
In een gedecentraliseerde eenheidsstaat heeft de centrale overheid een deel
van haar regelgevende en bestuurlijke taken en bevoegdheden overgedragen
aan lagere overheden, zodat het staatsgezag deels op centraal en deels op
decentraal niveau lift. Op centraal niveau zijn er naast de organen van het
openbaar lichaam (regering en ministers), nog honderden zelfstandige
bestuursorganen met publiekrechtelijke taken en bevoegdheden. Deze
bestuursorganen worden speciaal opgericht voor de overheidstaken die zij
moeten uitvoeren of zij krijgen deze taken toebedeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller josefinelutje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.