Inclusief een samenvatting van de cursieve teksten uit 'Algemene ziekteleer voor tandartsen' (Brand).
Rode tekst geeft aan dat het belangrijk is en er hoogstwaarschijnlijk een toetsvraag over komt.
Ik heb deze toets in één keer behaald.
Het lichaam is opgebouwd uit 2 vatenstelsels: het bloedvatenstelsel en het lymfatisch systeem.
Het bloedvatenstelsel bestaat uit:
- Hart
- Arteriën
- Arteriolen
- Capillairen (netwerk) (haarvaten) (uitwisseling van voedingsstoffen)
- Venulen (kleine aders)
- Venen
Bloedverdeling in het lichaam: →
Dubbele bloedsomloop → 2 gescheiden systemen: lichaamscirculatie en
longcirculatie.
Je kunt niet zeggen dat slagaders altijd zuurstofrijk bloed vervoeren, in de
lichaamscirculatie is dit wel het geval maar bij de longcirculatie is het andersom.
De linker harthelft pompt bloed naar het lichaam, de rechter harthelft pompt bloed naar de longen.
Het linkerharthelft is daarom ook groter, die moet het bloed naar het hele lichaam pompen, harder werken dan
het rechterharthelft.
De rechterlong is groter en verdeeld in 3 delen, de linkerlong in 2 delen.
Fibrosi cordis = bindweefsel tussen kamers en boezems (horizontaal)
Septum cordis (harttussenschot) = scheiding tussen linker- en rechterharthelft. (verticaal)
- Septum interatriale cordis = dun, bindweefsel (tussen de boezems)
- Septum interventriculare cordis = dikker, hartspierweefsel (tussen de kamers)
Anuli fibrosi cordis bevat openingen om het bloed van de atria naar de boezems te kunnen laten stromen.
Kunnen ook gesloten worden (kleppen)
Hartkleppen
Hartkleppen verhinderen terugstroming van het bloed
Belang hartzakje: om de wrijving van de bewegingsvrijheid op te
heffen.
Prikkelgeleidingssysteem
Sinusknoop (1)
Atrioventriculaire knoop (2)
Bundel van His (3)
Bundeltakken (4)
Vezels van Purkinje (5)
1. Sinusknoop → sinusritme = 100 per minuut
In rust: vertraagd door nervus vagus (parasympatisch
zenuwstelsel)
Bij inspanning: verhoogd door nervi accelerantes (sympatisch
zenuwstelsel)
2. Atrioventriculaire knoop: ritme = 50 per minuut. Impulsvertraging (om te voorkomen dat atria en
ventrikels tegelijkertijd samentrekken)
3. Bundel van His: bundel van prikkelgeleidende cellen. Twee vertakkingen (vezels van Purkinje)
4. Vezels van Purkinje: prikkelgeleiding. Contractie ventrikels
5. Myocardvezels: geven ook impulsen af. Ventrikelmyocardritme van 40 per minuut
, ECG = elektrocardiogram
Je hoeft de betekenis van de letters van
het ECG niet te weten voor de toets.
Je moet wel weten dat je de hartslag kunt
meten via een ECG.
1. Passieve vullingsfase: atria + ventrikels ontspannen → bloed stroomt atria + ventrikels in.
2. Actieve vullingsfase: atriumsystole → extra vulling ventrikel
3. Ventrikelsystolische fase:
- Isovolumetische fase: atriumdiastole + ventrikelsystole → AV kleppen sluiten (eerste harttoon) →
bloeddruk ventrikel gaat omhoog. Volume in de kamers veranderd nog niet!
- Ejectiefase: bloeddruk ventrikels hoger dan in slagaders → bloed gaat naar slagaders.
- Relaxatiefase: ventrikeldiastole → arteriële kleppen sluiten (tweede harttoon)
, Hartcapaciteit = het vermogen van de ventrikels om per tijdseenheid een bepaalde hoeveelheid bloed
weg te pompen
Hartminuutvolume (HMV) = hoeveelheid bloed die het hart per minuut, per ventrikel wegpompt
HMV = hartfrequentie x slagvolume
- Hartfrequentie = aantal ventrikelcontracties per minuut
- Slagvolume per ventrikel = aantal millimeters dat per contractie wordt weggepompt
Het linkerharthelft pompt net zoveel bloed weg als het rechterharthelft. Anders zou het bloed ergens
ophopen. Ze pompen allebei evenveel bloed weg.
Hartcirculatie
Bloedvoorziening hart:
- Het endocard krijgt zuurstof door langsstromend bloed
- Het myocard krijgt zuurstof door hartcirculatie
Kransslagaders (arteriae coronariae) (vertakking van de aorta)
- Linker kransslagader
- Rechter kransslagader
Vertakken in het capillairnetwerken en komen dan weer samen in de kransader (venae coronariae) → komen
samen in de sinus coronarius en daarna in het rechter atrium
De grote arteriën hebben een transportfunctie. Tunica media bestaat met name uit elastisch bindweefsel.
Bloeddruk is vaak hoog in de grote arteriën, daarom rekbaar.
Kleine arteriën en arteriolen hebben een distribuerende functie → zorgen ervoor dat het bloed op de juiste
plekken terecht komt door middel van vasoconstrictie en vasodilatatie. Bij vasodilatatie ontspant het bloedvat
en kan er dus meer bloed doorheen stromen. Zo kan het lichaam de hoeveelheid bloed op een plaats regelen.
Tunica media: van elastisch bindweefsel geleidelijk naar glad spierweefsel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ShannD92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.47. You're not tied to anything after your purchase.