Uitgebreide uitwerking van de leerdoelen van alle casussen van AFPF uit Blok 1B. Naast de tekst zijn er ook plaatjes/figuren in verwerkt om de stof te verduidelijken.
CASUS 1
Leerdoelen ............................................................................................................................................... 2
CASUS 2
Leerdoelen ............................................................................................................................................... 9
CASUS 3
Leerdoelen ............................................................................................................................................. 35
CASUS 4
Leerdoelen ............................................................................................................................................. 40
CASUS 5
Leerdoelen ............................................................................................................................................. 50
CASUS 6
Leerdoelen ............................................................................................................................................. 57
CASUS 7
Leerdoelen ............................................................................................................................................. 43
1
,Blok 1B - AFPF
CASUS 1
LEERDOELEN
De structuur en functies beschrijven van arteriën, venen en capillairen en de verschillen
samenvatten tussen deze verschillende soorten bloedvaten.
Structuur arteriën: bestaan uit 3 weefsellagen:
• Tunica adventitia (buitenste laat van het bindweefsel)
• Tunica media (middenlaag van de gladspierweefsel en elastische weefsel)
• Tunica intima (binnenkant van plaveiselepitheel, endotheel)
Functie arteriën: vervoeren het zuurstofrijk bloed vanuit het hart.
Structuur venen: wanden bestaan uit 3 dezelfde lagen als arteriën maar dan dunner.
Functie venen: zuurstofarm bloed onder het lage druk terugvoeren naar het hart.
Structuur capillairen: capillairwanden bestaan uit een laag endotheelcellen op een dun membraan.
Functie capillairen: vormen een groot netwerk van vaatjes die de kleinste arteriolen en venulen met
elkaar verbinden. In de capillairen wisselt het bloed stoffen uit met het weefselvocht.
De belangrijkste factoren benoemen die de diameter van bloedvaten reguleren.
In de tunica media van de aders en slagaders zitten zenuwen van het autonome zenuwstelsel. De
zenuwen zorgen ervoor dat het diameter van bloedvaten wordt veranderd. De bloedvaten die het
meeste worden geregeld door dit zenuwmechanisme zijn de arteriolen. Er zijn 3 factoren die de
weerstand in een bloedvat kunnen bepalen:
• Diameter van een bloedvat
• Lengte van een bloedvat
• Viscositeit (dikte) van het vocht
De belangrijkste factor is de diameter van een bloedvat. Dit wordt bepaald door de activiteit van het
sympathisch zenuwstelsel. Bij een hoge activiteit ontstaat er samentrekking van de bloedvaten
(vasoconstrictie) en bij een lage activiteit ontstaat er ontspanning van de bloedvaten (vasodilatatie).
De mechanismen verklaren waarmee de uitwisseling van voedingsstoffen, gassen en
afvalproducten tussen het bloed en de weefsels plaatsvindt.
Interne respiratie: proces waarbij gassen worden
uitgewisseld tussen capillair bloed en lokale
lichaamscellen. Dit gebeurd door middel van diffusie.
Voedingsstoffen: gaan vanuit bloedplasma door
semipermeabele capillairwand naar het weefselvocht
rondom de cellen door middel van diffusie en osmose.
2
,Blok 1B - AFPF
Uitleggen welk effect de hydrostatische en osmotische druk hebben op de waterverplaatsing
tussen capillairen en weefsels.
Hydrostatische druk: perst bloed/vocht de bloedbaan uit.
Osmotische druk: trekt bloed/vocht aan door middel van aanwezige plasma-eiwitten.
De structuur van het hart en de positie ervan in de thorax beschrijven.
Structuur hart: bestaat uit drie weefsellagen:
• Pericard: buitenste laag van het hart. Bestaat uit twee lagen met daartussen pericardiaal
vocht.
• Myocard: speciaal dwarsgestreept weefsel die zorgt voor het samentrekken van het hart.
• Endocard: membraan die kamers en kleppen van het hart bedekt en soepele doorstroming
van het bloed mogelijk maakt.
Tussen het recht- en linkerharthelft zit een septum, een tussenschot van myocard dat met endocard
bedekt is. Elke harthelft wordt door een atrioventriculaire klep verdeeld in het bovenste atrium en
daaronder de ventrikels. Atrioventriculaire kleppen openen zich als de druk in de beide atrium groter
is dan in de ventrikels.
Ligging hart: in het mediastinum (ruimte tussen de longen), schuin en links van het midden.
De grote en kleine circulatie van het bloed door het hart en de bloedvaten van het lichaam
beschrijven.
Bloedstroom door het hart
• Rechteratrium: bloed komt binnen via vena cava superior en inferior.
• Tricuspidalisklep: bloed stroomt via deze klep van rechteratrium naar rechterventrikel.
• Rechterventrikel: het bloed pompt verder naar de truncus pulmonalis (longslagader) en
passeert hierbij de pulmonalisklep.
• Truncus pulmonalis: splitst zich in de arteria pulmonalis dexter en sinistra en het bloed
stroomt door naar de longen.
• Longen: vindt gasuitwisseling plaats. Koolstofdioxide gaat naar de alveolen en zuurstof gaat
naar het bloed.
• Vena pulmonales: voeren zuurstofrijk bloed naar de linkeratrium.
• Linkeratrium: bloed stroomt via de mitralisklep door naar het linkerventrikel.
• Linkerventrikel: het bloed wordt de aorta ingepompt en passeer daarbij de aortaklep.
Bloedstroom naar het hart
Arteriële toevoer: rechter en linker kransslagader.
Veneuze afvoer: bloed wordt verzameld in diverse hartvenen die uitkomen in de sinus coronarius die
in het rechteratrium uitkomt.
3
, Blok 1B - AFPF
De veneuze afvoer beschrijven waarmee bloed uit het lichaam terugkeert naar het hart
De vena cava superior transporteert het zuurstofarme bloed vanuit het bovenste deel van het
lichaam naar het rechteratrium. Bij de vena cava inferior geldt dit voor het bloed uit het onderste
deel van het lichaam.
De ligging van de bloedvaten beschrijven ten opzichte van de portale circulatie.
Het veneuze bloed dat via de portale circulatie gaat komt vanuit het buikgedeelte van het
spijsverteringsstelsel, milt, alvleesklier en lever. Het bloed loopt in de lever nog langs een capillair
bed waar voedingsstoffen nog uit het bloed worden gehaald voordat ze naar de vena cava inferior
gaan. De vena portae wordt gevormd door verschillende venen:
• Vena lienalis: voert bloed af uit de milt, alvleesklier en deel van de maag.
• Vena mesenterica inferior: voert bloed af uit het bovenste deel van rectum, bekken en colon
descendes. Mondt uit in vena lienalis.
• Vena mesenterica superior: voert bloed af uit dunne darm en bovenste delen dikke darm.
Mondt uit in vena lienalis.
• Vena gastricae: voert bloed af uit de maag, onderste deel slokdarm.
• Vena cystica: voert bloed af uit de galblaas.
Nadat het bloed de portae hepaticae circulatie is gepasseerd wordt het via de venae hepatica
afgevoerd in de vena cava inferior.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LindaKremers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.