(Ik heb hiermee een 7.1 gehaald)
Dit document bevat hoorcolleges 1-8, met de gehele en volledige informatie van het vak sociologische vraagstukken 3.
Er staan ook een paar aantekeningen in van verschillende werkgroepen, maar niet alle werkgroepen.
Aantekeningen hoorcolleges (en sommige
werkgroepen)
Erasmus universiteit Rotterdam
2024-2025
, Inhoudsopgave
Hoorcollege 1: 3
Cultuur en identiteit 3
Hoorcollege 2: 6
De tegencultuur als kantelpunt 6
Hoorcollege 3: 10
De hertovering van de wereld 10
Hoorcollege 4: 14
Kennis in tijden van complottheorieën 14
Hoorcollege 5: 16
I-Culture 16
Hoorcollege 6: 21
Liefde en seks in verandering 21
Hoorcollege 7: 29
Zorgen om lichaam 29
Hoorcollege 8: 40
Victimhood Cultures 40
Werkgroep 4: 50
Kennis in tijden van complottheorieën 50
Werkgroep 5: 52
I-Culture 52
Werkgroep 6: 53
Liefde en seks in verandering 53
Werkgroep 7: 54
Zorgen om het lichaam 54
1
, Hoorcollege 1:
Cultuur en identiteit
Wat is cultuursociologie?
Het is een sociologische benadering die zich richt op de systematische- analyse van:
● Gedeelde culturen en betekenissen;
● Hun gevolgen voor het sociale handelen en de sociale verhoudingen;
● De onvoorziene neveneffecten van dit handelen
Cultuursociologie gebruikt een epistemologische wijze van zien.
Epistemologisch: een kennis vraag.
● Het is geen theorie, maar een benadering/perspectief.
● Cultuursociologie kan overal op toegepast worden.
● Het kan dus niet worden weerlegd of bevestigd.
Sociology of culture: focus op cultuur en kunst.
Thomas Theorem: als mensen iets als echt definiëren, heeft het ook echte consequenties
in de realiteit.
Verschil cultuursociologie en andere perspectieven:
Positivistische sociologie: kan hetzelfde doen als natuurwetenschappen, namelijk gedrag
verklaren.
Cultuursociologie: gaat over de studie van het sociale leven, met een focus op
betekenisgeving en het begrijpen van sociaal gedrag, niet het verklaren van sociaal gedrag.
Dus positivistische sociologie is niet hetzelfde als cultuursociologie.
(Neo) Marxisme: Marx maakt een onderscheid tussen de basis en de bovenbouw, waarin
de economie cultuur bepaalt.
● Betekenissen worden bepaald door een economische basis, wat zorgt voor
klassenstrijd tussen mensen.
● Klassenstrijd is normaal en arbeidstevredenheid is een vals bewustzijn.
○ Het is normaal dat mensen niet blij zijn met hun baan en door willen groeien,
waardoor er klassenstrijd ontstaat.
Tegenstelling met het functionalisme (Durkheim): Durkheim stelt dat klassenstrijd niet
normaal is en dat arbeidstevredenheid wel normaal is.
● Mensen beseffen niet dat klassenverdeling nodig is voor een goed functionerende
samenleving.
● In de industriële samenleving is organische solidariteit de normale gang van zaken,
ook als het niet bestaat.
○ Organische solidariteit: mensen hebben elkaar nodig > taakverdeling is nodig
omdat dit de samenleving in stand houd.
2
, Mechanische solidariteit: mensen met dezelfde normen en waarden zijn solidair aan
elkaar
De cultural turn in sociologie: cultuur wordt gezien als iets dat niet afgeleid is van iets
anders > het beïnvloedt het gedrag van mensen.
2 belangrijke veranderingen:
1. Cultuur wordt als onafhankelijke variabele beschouwd.
2. Mensen worden meer beschouwd als behept met agency.
● Agency: mensen hebben een eigen wil, hun keuzes worden niet beïnvloed
door bijvoorbeeld sociale klasse.
In de cultuursociologie wordt cultuur beschouwd als:
● Een sociale werkelijkheid op zichzelf.
● Een onafhankelijke variabele die mensen voorziet van motieven voor het handelen,
dat op zijn beurt weer allerhande (bedoelde en onbedoelde) maatschappelijke
gevolgen heeft.
Positivisme ziet identiteit als: natuurlijk en dat er gewoon natuurlijke verschillen bestaan
tussen mensen die bepaald zijn en niet gemaakt worden.
Cultuursociologie ziet identiteit als: iets dat gecreëerd wordt door mensen, omdat ze
zichzelf met anderen gaan vergelijken en hierdoor categorieën gaan maken.
● Constructivisme: identiteit is het resultaat van culturele krachten, het resulteert uit
wat mensen doen.
Individualisering:
Cultureel: mensen hebben de drang om zelf hun keuzes te maken.
● Dit is toegenomen (subjectieve verandering)
● Mensen verzetten zich tegen instituties.
Structurele differentiatie: dit is de achtergrond van individualisering.
● Verschillende domeinen in de samenleving zijn steeds meer losgekoppeld van elkaar
○ Zoals het onderwijs dat los staat van religie.
○ Zoals dat rechten los staan van religie.
Individualisering, het einde van de samenleving?
Ulrich Beck: kijkt met een pessimistische visie naar de toekomst van de samenleving,
omdat mensen zoveel vrijheid hebben dat ze hier ook gebruik van gaan maken.
● Sociale orde en controle verdwijnt.
Culturele visie: optimistische visie: sociale orde verdwijnt niet, maar verandert.
● Betekenis die mensen aan instituties en vrijheid geven wordt veranderd.
Durkheim:
● Utilitair individualisme: mensen doen dingen omdat ze goed zijn voor zichzelf.
○ Focus op eigen doelen.
● Moreel individualisme: individuele vrijheid is belangrijk. Iedereen wil het hebben en
beschermen voor zichzelf en anderen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Irene14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.