Dit document bevat een samenvatting van alle stof die je moet kennen over de systeembenadering.
Willemse, J. (2015). Anders kijken, theorie en praktijk van de systeembenadering. Bohn Stafleu van Loghum, Utrecht (Hoofdstuk 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 12, 13)
Anders kijken
Theorie en praktijk van de systeembenadering
Hoofdstuk 2 – Het systeembegrip en de belangrijkste kenmerken van open systemen
Systeem: een samenstel van elementen en van betrekkingen tussen die elementen, dat als geheel
functioneert door de onderlinge afhankelijkheid van de elementen en dat voor de betrokken
elementen bepaalde functies vervult. Systeem is een structuur. Bijv. gezin, leefgroep, team.
De onderlinge relatie van individuen, de betrekkingen vormen het systeem.
Het hart van het systeem wordt gevormd door de betrekkingen die deze individuen onderling
met elkaar onderhouden.
Tegenovergestelde is hoop, een losse verzameling elementen zonder enige samenhang en
verband.
Niveau: de niveaus waarop systemen en hun delen worden geformuleerd, variëren van situatie tot
situatie en worden in eerste instantie bepaald door de belangstelling en de behoefte van degene die
het systeem beschrijft of bestudeert.
Tijd: een systeem heeft altijd een zekere wordingsgeschiedenis die een bepaalde tijdsduur
impliceert. (het tijdselement)
Voor een systeem zijn een bepaalde onderlinge afhankelijkheid en een bepaalde onderlinge
structuur nodig. Een systeem heeft tijd nodig om tot ontwikkeling te komen.
Bijv. een eerstejaarsgroep studenten kan na een introductieweek een systeem vormen.
Teambuilding en groepsvorming; woorden waarmee het proces wordt aangeduid waarin mensen
zich van losse individuen tot een samenhangend systeem ontwikkelen.
Totaliteit/systeemsamenhang: als er een verandering optreedt in een deel van een systeem, dat zijn
weerslag heeft op het gehele systeem en dat deze verandering ook veranderingen te weeg zal
brengen in alle andere delen van het systeem. ‘Alles hangt met alles samen’.
Een baby mobile is een metafoor voor dit systeemkenmerk. Als het raam openstaat, beweegt alles.
Het kan een hele tijd duren voordat zo’n systeem tot rust is en een nieuw evenwicht heeft gevonden.
Niet-optelbaarheid: Het geheel is meer dan de som der delen. Het verwijst naar het karakter en de
eigenschappen van het systeem die niet herleid kunnen worden tot de eigenschappen van de
individuele leden van het systeem, omdat het om de eigenschappen gaat van ‘het systeem als
zodanig’, het systeem als geheel.
De begrippen ‘bedrijfsklimaat’, ‘teamgeest’ en ‘organisatiecultuur’ laten goed het bovenpersoonlijke
of individu-overstijgende karakter van deze termen zien en zijn daarom goede voorbeelden van het
begrip niet-optelbaarheid. Deze beschrijven de eigenschappen van het systeem op het geëigende
niveau van het systeem zelf.
Een relatiestructuur die gekarakteriseerd wordt door een wankel evenwicht; het gedrag van de een
veronderstelt het gedrag van de ander en andersom.
Subsysteem: een willekeurige samenstelling van twee of meer leden van een systeem.
De systeemtheorie biedt de gebruiker alle ruimte voor het begrip subsysteem.
In gezinnen onderscheidt men het subsysteem van de ouders en het subsysteem van de
kinderen.
, Coalitie: een subsysteem van twee of meer leden van het systeem dat wordt gekenmerkt door
gemeenschappelijke intenties en belangen en door gemeenschappelijke inspanningen om deze
intenties te verwezenlijken.
Door een coalitie is iemand in staat zijn invloed als individu uit te breiden, waardoor zijn
doelen beter te realiseren zijn.
Krachten bundelen en elkaar steunen.
Homeostase: de homeostase van een sociaal systeem is een toestand van dynamisch evenwicht die –
ook bij verandering van de externe omstandigheden – gekenmerkt wordt door veelvuldige onderling
afhankelijke acties van de leden van het systeem, die erop gericht zijn de doelen of normen die voor
het betreffende systeem gelden, te realiseren.
Het begrip impliceert dus trouw aan een norm en veronderstelt de samenwerking met betrekking tot
het realiseren van die norm, en het vermogen van het systeem om ondanks veranderende interne en
externe omstandigheden met enig improviseren de norm als uitgangspunt vast te houden.
Niet alleen normen die betrekking hebben op maatschappelijke wenselijke waarden of doelen, ook
lage normen.
Homeostase wordt in twee betekenissen gebruikt:
1. Vasthoudendheid aan de norm en handhaving daarvan.
2. Flexibiliteit, aanpassingsbereidheid en veerkrachtige respons van het systeem op de omgeving.
Lenigheid van het systeem: het vermogen van het systeem om zich aan te passen aan ingrijpende
veranderingen die binnen of buiten het systeem plaatsvinden, waarbij bepaalde normen, die tot dan
toe aan het reilen en zeilen van het systeem richting gaven, worden losgelaten en waarbij naar een
volstrekt nieuw evenwicht wordt gezocht.
Systeemomgeving: de omgeving van een bepaald systeem is het samenstel:
Van alle objecten buiten het systeem die – wanneer hun kenmerken veranderen – van
invloed zijn op dat systeem, en
Van alle elementen buiten het systeem waarvan de kenmerken worden veranderd door het
gedrag van dat systeem
Systeem en omgeving beïnvloeden elkaar wederzijds.
In de systeemtheorie wordt een onderscheid gemaakt tussen open en gesloten systemen:
Gesloten systemen: alleen in de klassieke natuurkunde en de scheikunde om systemen te
isoleren van omgeving.
Open systemen: per definitie sociale systemen.
Gezinnen zijn open systemen
De omgeving is zowel voor organisaties als gezinnen belangrijk.
Soms is de grens tussen systeem en omgeving niet duidelijk te trekken. Als oma apart woont,
maar minstens 1 keer per dag over de vloer komt, hoort ze dan wel bij het gezinssysteem of
niet?
Systeem en omgeving vormen samen een metasysteem.
Men kan een systeem zien als een structuur, zoals hiervoor is beschreven. Men kan het ook zien als
een proces, waarbij de begrippen input, throughput en output horen.
Input: informatie vanuit de omgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ikheetreny. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.