Het is voor de leraar lastig om te werken in hoeken, zoals in de klas. In de afgelopen jaren is deze
werkwijze uitgeprobeerd, het heet groepjesgym.
Klassikale kringspelen: de kinderen moeten hierbij in de kring een zang-, tik0 of stiltespelletje doen.
Uitdagend onderwijs sluit aan bij datgene wat de kinderen van deze tijd boeiend vinden.
Voor veel kinderen is het bewegen een belangrijke activiteit waarin ze hun eigen mogelijkheden en
beperkingen leren ontdekken.
2. De methodische ordeningen
Voor bewegingsonderwijs zijn vier verschillende visies op doelstellingen te onderscheiden:
- Bewegingsonderwijs ter bevordering van de gezondheid. De kinderen moeten voldoende
bewegen. Het gezondheidsmotief is een neveneffect van bewegingsonderwijs om dat in
slechts een paar lessen niet voldaan kan worden aan alle gezondheidsdoelstellingen.
- Bewegingsonderwijs ter bevordering van deelname aan sportverenigingen. Geen relevante
doelstelling voor jonge kinderen omdat deze nog niet beperkt zijn tot een bepaalde sport.
- Bewegingsonderwijs ter bevordering van de totale ontwikkeling. Goede manier om kinderen
ruimtelijke begrippen aan te leren (rechts, links, boven, onder etc.) of getalsbegrip. Ook een
toevoeging aan sociale en emotionele ontwikkeling. Met deze stelling komt de kern van het
bewegen zelf niet in beeld en geeft het weinig handvaten voor een methodische ordening.
- Bewegingsonderwijs ter bevordering van het bewegingsgedrag. Deze visie is bedoeld om
mogelijkheden in bewegingsactiviteiten te vergroten. Uitbreiding van deze mogelijkheden
staat centraal. Bewegen is een belangrijk bestaandsveld waarbinnen het bewegingsgedrag
verder ontwikkeld kan worden. Binnen deze visie is het mogelijk aspecten van de andere
visies te integreren. Het bevorderen van dit gedrag levert een bijdrage aan de gezondheid,
vergroot mogelijkheden om later mee te doen bij sportverenigingen en ondersteunt de
totale ontwikkeling. Deze visie vormt het uitgangspunt voor dit boek.
Kinderen worden uitgedaagd door boeiende materialen. Een vierjarig kind verleent eigen
betekenissen aan materialen en laat zich niet gemakkelijk leiden door de opdracht. In goede
bewegingssituaties zitten voor alle kinderen interessante uitdagingen. Wanneer sprake is van een
echte uitdaging kan het gedrag blijven ontwikkelen. Al doende ontwikkelt het kind een eigen wijze
van deelnemen aan activiteiten. Het verschil in bewegingsgedrag zorgt ervoor dat kinderen van
elkaar kunnen leren. Kinderen moeten rekening houden met elkaars mogelijkheden en beperkingen.
Extra ontwikkelingskansen ontstaan wanneer kinderen ruimte krijgen om met elkaar een
bewegingssituatie op gang te brengen.
De visie op doelstellingen en ontwikkeling kan worden geplaatst in het kader van de Wet op
het Primair Onderwijs. In de wet zijn kerndoelen geformuleerd, deze beschrijven relevante
bewegingsactiviteiten en andere vaardigheden die een kind aan het einde van de basisschool moet
kunnen. Op basis van de visie en de Wet kan de volgende doelstelling geformuleerd worden: het
streven dat kinderen kunnen deelnemen aan relevante bewegingsactiviteiten, de eigen
bewegingsmogelijkheden uitproberen en bewegingssituaties met elkaar kunnen houden is erg
belangrijk.
De activiteiten dienen rekening te houden met de kerndoelen. De kerndoelen beschrijven
drie domeinen; gymnastiek/atletiek, spel en bewegen op muziek. Uit de activiteiten die hierbij
genoemd worden kunnen bewegingsthema’s gehaald worden.
Een bewegingsthema is een verzameling van activiteiten met overeenkomstige wijze van
verplaatsen die voor de betreffende doelgroep relevant is. Een voorbeeld hiervan is springen,
hieronder vallen een aantal activiteiten; diepspringen, hoogspringen, hindernisspringen, verspringen,
wendspringen, trampolinespringen en touwtjespringen. Door binnen een bewegingsthema aan te
, geven welke activiteiten betere ontwikkelingskansen bieden, wordt een tweede inperking gemaakt.
Hoofdprobleem: geeft aan welk type uitdaging voor de kinderen in een bepaald bewegingsthema
interessant kan zijn. Het hoofdprobleem is een richtingaanwijzer om het bewegingsgedrag van
kinderen te beïnvloeden.
1. Klimmen: probleem; van steunvlak naar steunvlak en hier treedt een probleem op van
tijdelijk steunverlies. Blijft boeiend als kind moet zoeken naar voldoende grip.
2. Balanceren: kind gaat over smal vlak, blijft boeiend als het kind zonder gevaar maar met
moeite het einde haalt.
3. Glijden: kind gaat van glad glijvak af, boeiend als meer snelheid verkregen kan worden.
4. Rijden: kar fiets of skateboard wordt gebruikt om een afstand af te leggen, blijft boeiend
naarmate meer snelheid wordt verkregen.
5. Springen: kind zweeft met een afzet in de lucht, blijft boeiend als het hoger of langer los
blijft.
6. Duikelen: kind gaat over de kop, rollend of hangend. Blijft boeiend als het kind sneller
rond komt.
7. Stoeispelen: kinderen pakken elkaar vast en proberen iets van elkaar af te pakken,
boeiend als meer lichamelijk contact noodzakelijk is om van de tegenspeler te winnen.
8. Mikspelen: een kind raakt een doel, blijft boeiend als het kan kiezen in afstand en grootte
van het te raken doel.
9. Jongleerspelen: kind speelt een bal gooiend, stuiterend of rollend heen en weer. blijft
interessant als de bal langdurig op gang gehouden kan worden.
10. Tikspelen: tegengesteld belang tussen tikker en loper. Spel blijft boeiend als tikker en
loper evenveel kans hebben om elkaar te slim af te zijn.
11. Passeerspelen: tegenstrijdig belang tussen balgooier en balonderschepper. Gooier
probeert onderschepper te passeren, spel blijft boeiend als gooier regelmatig een doel
raakt of een medespeler bereikt en de onderschepper voldoende kans houdt om de bal
te bemachtigen.
12. Bewegen op muziek: besproken in deel 3
Uitwerking van het bewegingsthema klimmen:
de volgende factoren bepalen of een klimarrangement moeilijk of makkelijk is:
1. hoogte
2. richting
3. stand
4. grootte van de steunvlakken
5. afstand tussen klimvlakken
6. stabiliteit van klimvlakken
Geschreven wordt dat klimmen wordt gegeven als een duidelijke vaste opdracht, niet als vrije
opdracht. Het nadeel hiervan is dat kinderen even moeten wachten en minder snel zelf initiatief
kunnen nemen. Het voordeel is dat iedere leerling tegen het gestelde probleem aan zal lopen.
Klimmen kan in verschillende organisatievormen worden aangeboden. Voor jonge kinderen is
het gunstig om gebruik te maken van drie organisatievormen, namelijk:
1. klassikaal, alle leerlingen doen verplicht dezelfde activiteit. Alle kinderen zijn tegelijk met
dezelfde activiteit bezig. Effectief bij bijvoorbeeld het aanbieden van een nieuw tikspel. Je
hoeft het maar een keer voor te doen. Gezamenlijk doen geeft een bepaalde sfeer. Er
worden drie vormen van een klassikale les uitgewerkt:
- Een activiteit laten zien. Zes leerlingen spelen de bewegingsactiviteit zoals hij staat opgesteld
in de groepjesles. Andere leerlingen kijken naar het voorbeeld en mogen vragen stellen over
de organisatie ervan. De kinderen raken hierdoor bekend met de structuur en regels bij een
bepaalde activiteit.
- Een activiteit met zijn allen spelen. zoveel mogelijk kinderen doen mee aan een spel, ze doen
zo zelf ervaring op met het spel en leren het door middel van imitatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nicolevmook. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.