Een uitgebreide samenvatting van het vak Inleiding SJD Juridisch, waarmee ik een hoog cijfer heb gehaald. Ik heb alle behandelde hoofdstukken samengevat volgens het boek en volgens de leerdoelen.
Hoofdstuk 1 het rechtssysteem in Nederland
Het recht (objectief)
Internationaal recht
Buitenland
Nationaal recht (binnenland) Burgerlijk wetboek = materieel en
privaat recht
- Privaat recht Grondwet = staatsrecht
Materieel recht
Formeel recht
- Publiek recht
Materieel recht
Formeel recht
Privaat recht (burger vs. burger)
Ook wel burgerlijk recht genoemd. Burger vs. burger, overheid is niet
betrokken.
Onder burgers heb je natuurlijke personen en rechtspersonen.
Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen zijn rechtssubjecten: zij
hebben rechten en plichten.
- Consumentenrecht
- Personen- en familierecht
Jeugdrecht
Erfrecht
- Rechtspersonenrecht/ondernemingsrecht (bedrijven)
- Vermogensrecht
Verbintenissenrecht
Goederenrecht
Huurrecht
Arbeidsrecht
Erfrecht
1
,Publiek recht (overheid vs. burger)
Rechtsbetrekkingen tussen de burger en de overheid. Bijvoorbeeld een
aanhouding of een boete via flitspaal.
- Staatsrecht (beschrijvend)
- Strafrecht
- Bestuursrecht (het nemen van besluiten door de overheid t.o.v. de
burger)
Vreemdelingenrecht
Socialezekerheidsrecht
- Internationaal en Europees recht
Materieel recht
Bevat de inhoud van het recht. Bijvoorbeeld jouw rechten en plichten.
In het materiele recht staat alles wat je wel en niet mag doen, de wetten
die direct effect hebben op jouw doen en laten.
Bijvoorbeeld de plicht om schadevergoeding te betalen of de wet dat je
niet mag stelen.
Formeel recht
AKA hulprecht. Het helpt de naleving van het materiele recht verzekeren.
Oftewel, wat mag de politie wel en niet doen na het aanhouden van een
crimineel. Hoe gaat het verder. Wat kun je doen als mensen zicht niet aan
het materiele recht houden.
Objectief recht
Het geheel van rechtsregels die in Nederland gelden.
Artikel 1 van de Grondwet (Gw) verbiedt discriminatie. Volgens dit arti-
kel moet iedereen die zich in Nederland bevindt, in gelijke gevallen
gelijk worden behandeld. Het gaat hier om het objectieve recht
Subjectief recht
Het subjectieve recht is de bevoegdheid die je hebt om aanspraak te
maken op het objectieve recht. Je hebt bevoegdheid om iets te vragen, te
vorderen of te eisen van een ander.
2
,Bijvoorbeeld: je hebt het gevoel dat je gediscrimineerd wordt, nu kun je
een beroep doen op artikel 1 Gw (discriminatie is verboden). Deze
bevoegdheid is jouw subjectieve recht.
Aanvullend recht en dwingend recht
Het aanvullend recht (aka regelend recht) vult de afspraken van partijen
aan als zij op een bepaald onderdeel zelf niets hebben geregeld. Oftewel,
je mag je aan deze specifieke regels houden (bijv. huurovereenkomsten of
arbeidsovereenkomsten), maar het is niet verplicht. (Als je niks geregeld
hebt dan geldt dit recht).
Het dwingend recht heeft geen partijautonomie, je moet je nu eenmaal
aan de regels houden, ook als beide partijen bijvoorbeeld instemmen voor
het tegendeel. Bijvoorbeeld: huwelijk met meerdere vrouwen is verboden,
ook al stemmen de vrouwen ermee in, het mag nog steeds niet. Het
bestaat om de zwakkere partij te beschermen.
Rechtsbronnen
- Wet
- Verdragen
- Jurisprudentie (rechtelijke uitspraken)
- Gewoonterecht (ongeschreven recht)
Totstandkoming van wetten in formele zin
De belangrijkste stappen bij de totstandkoming van wetten in formele zin
zijn:
De minister laat zijn ambtenaren een wetsvoorstel maken
De ministerraad keurt het voorstel goed
De Raad van State adviseert
De Tweede Kamer neemt het voorstel aan
De Eerste Kamer geeft zijn goedkeuring
De koning bekrachtigd
Een of meer bewindspersonen contrasigneren
Aankondiging in het staatsblad
Inwerkingtreding
Objectief en subjectief = het recht vs. waar jij recht op hebt
3
, Materieel en formeel recht = recht hebben vs. recht halen
(procesrecht)
(Of het een of het ander)
Het hele wetboek van strafrecht = materieel recht (en formeel)
Het wetboek van vordering = formeel recht
Aanvullend en dwingend recht = afwijken mag vs. dwingend
voorgeschreven
Wet in formele zin
- Afkomstig van de hoogste wetgever (de tweede kamer,
statengeneraal)
Dus niet... wetten afkomstig van lagere organen
Wet in materiele zin
- Een wet met een algemene, niet individuele, werking (geldt voor
iedereen, niet persoonlijk) provinciale verordeningen,
Dus niet... een beschikking (persoonlijk)
Hoofdstuk 2 verbintenissenrecht
Privaatrecht -> vermogensrecht -> verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht
Verbintenis: een juridische relatie tussen minimaal twee partijen waarbij
de ene partij verplicht is tot een op geld waardeerbare prestatie (doen of
nalaten) waar de andere partij recht op heeft.
Bij een verbintenis is de ene persoon verplicht om een prestatie te leveren
-> schuldenaar of debiteur.
De andere persoon heeft recht op deze prestatie -> schuldeiser of
crediteur.
Om van een verbintenis te spreken moet er spraken zijn van:
1. Een rechtsbetrekking, die
2. Vermogensrechtelijk is, en
3. Tussen twee of meer personen geldt.
Bronnen van verbintenissen
- Wet
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterremuriel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.41. You're not tied to anything after your purchase.