1. Wat is outsourcing (uitbesteding) en wanneer is dit wel of niet te gebruiken?
2. Welke factoren hebben invloed op de keuze voor uitbesteding en wat voor
dimensies zitten aan deze keuzes?
Uitbesteding: het minderen van overheidshandelen, een vorm van privatiseringsproces.
Overheden krijgen op deze manier goederen en diensten van de private sector.
3 manieren van interacties overheid met private sector:
Reguleren: de overheid maakt de regels en standaarden waarbinnen de private
sector moet opereren.
Contracting out (tijdelijke uitbesteding): overheid ‘koopt’ goederen en diensten van
de private sector.
Overheidsbedrijven: de overheid ‘verkoopt’ goederen en diensten aan het publiek.
Subcategorie: Publiek-private partnership: de private sector verleent de infrastructuur
d.m.v. een contract op lange termijn met de overheid.
Economische argumenten voor uitbesteding/privatisering
Verminderen van de overheidsuitgaven
Belastingverlaging mogelijkheden door de opbrengst van overheidsbedrijven (public
enterprises) te gebruiken
Toename van concurrentiedruk → hogere productiviteit
Vermindering van subsidies
Competitie tussen private bedrijven → efficiënte productie en prijzen
Schaalvoordelen
Innovatie
Goedkopere administratiekosten
Ideologische argumenten
Wanneer bepaalde bedrijven een (overheids)taak uitvoeren heeft dat de voorkeur
bij het publiek
Privaat management is efficiënter dan publiek management
Overheid heeft minder verantwoordelijkheden → kan zich focussen op kerntaken
Nadelen
Kan duurder zijn doordat in de private sector winstmarges doorberekend worden
Aanwezige kennis en ervaring wordt niet meer benut
Afhankelijkheid tussen actoren
Corrigeren van marktfalen (monopolies)
Verzonken kosten
Onoverzichtelijk → wie is er verantwoordelijk? wat zijn de precieze details van
contracten?
Complexe contracten → hoge transactiekosten
Publiek-private partnership (PPPs)
Combineren van middelen van de overheid met de private sector om
maatschappelijke doelen te bereiken
Overheid haalt hier voordeel uit omdat ze op deze manier de financiering kunnen
uitbreiden op de lange termijn i.p.v. op de korte termijn te houden. Ook de
overheidsuitgaven verminderen
Private sector profiteert omdat het bemoeien van de overheid bepaalde risico’s die
er normaliter wel zouden zijn wegneemt.
,Transactiekosten
Bedrijven worden gedreven door self-interest, er is onzekerheid over de kwaliteit,
betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het benodigde middel/dienst/grondstof. Daarom
moeten contracten opgesteld worden → transactiekosten
3 typen transactiekosten
a. Search and information costs
Kosten die worden gemaakt tijdens vinden en kiezen van product/dienst
b. Bargaining costs
Kosten die worden gemaakt tijdens het onderhandelen
c. Policing and enforcing costs
Kosten die worden gemaakt om te zorgen dat regels worden nageleefd
De afweging: uitbesteden of verticaal integreren?
Verticale integratie: het opnemen in het bedrijfsproces van een andere stap uit de
productieketen. Bijv. een bakker die zelf zijn graan gaat verwerken i.p.v. het te kopen bij een
leverancier.
Kenmerken verticale integratie:
Gebrek aan innovatie
Minder efficiënt
Hogere administratie en productiekosten
Lagere transactiekosten
Uitbesteden Verticaal integreren
Administratiekosten Lager (wordt geregeld door Hoger (meer koppelingen in structuur
partij waaraan je uitbesteedt) van bedrijf, meer medewerkers en dit
moet zelf geregeld worden)
Productiekosten Lager (schaalvoordelen en Hoger (geen schaalvoordelen* en geen
concurrentie wat leidt tot concurrentie)
innovatie)
Transactiekosten Hoger (opstellen van contracten Lager (geen samenwerking met andere
door aangaan verbintenis met partij)
andere partij)
*voorbeeld: Coolblue bezorgd zelf de bestellingen, terwijl PostNL op dit gebied enorme
schaalvoordelen heeft, productiekosten voor Coolblue zullen daarom zeker in het begin veel
hoger zijn.
De afweging:
Als de productiekosten+administratiekosten groter zijn dan de transactiekosten →
uitbesteden.
Als de transactiekosten groter zijn dan de productiekosten+administratiekosten →
verticaal integreren.
Invloedsfactoren transactiekosten (dimensies)
Onzekerheid → meer onzekerheid = meer informatie uitzoeken → transactiekosten
omhoog.
Frequentie van de transactie (hoge frequentie=hogere totale transactiekosten)
Maar: Bij een hogere frequentie → minder kans op opportunisme → meer
vertrouwen → lagere transactiekosten per eenheid
, De mate waarop duurzame transactiespecifieke investeringen nodig zijn om de
minste kosten te krijgen. Hoe specifieker de investering, hoe hoger de
transactiekosten. (vb. gemeente Rotterdam wilt ophalen van afval uitbesteden,
maar de wagens die gebruikt worden kunnen alleen in Rotterdam gebruikt worden.
Schaalvoordelen voor private sector worden hierdoor steeds kleiner, want alleen in
Rotterdam kunnen de wagens gebruikt worden, niet aantrekkelijk dus kan de
gemeente dit beter zelf regelen)
Enkele begrippen
Bounded rationality: gelimiteerde rationaliteit. Rationeel handelen wordt beperkt door
onzekerheden. Bij besluitvorming wordt er rekening gehouden met beperkte informatie en
tijd → onvolledige contracten → transactiekosten omhoog.
Hard contracts: alles is tot in detail uitgewerkt, voor elke mogelijke optie is iets in het
contract vastgelegd.
Soft contracts: meer gericht op een goede relatie tussen partijen, minder streng en minder
geschikt voor lange termijn.
Probleem 2: Prestatiemeting en prestatiesturing
1. Welke verandering in financiering heeft er plaatsgevonden, en waarom heeft deze
verandering plaatsgevonden?
2. Onder welke voorwaarden is deze verandering mogelijk?
3. Wat zijn de gevolgen van deze verandering?
Traditioneel management/line-item budgeting
Incrementeel: veranderingen gaan in kleine stapjes: budget is gebaseerd op het
budget van voorgaande jaren
Nadruk ligt voornamelijk op de input
Wordt vooral naar korte termijn gekeken
Toepasbaar op elke economische omstandigheid (+)
Eenvoudig(er) om een begroting op te stellen (+)
Financiën zijn makkelijk te controleren (+)
Moeilijk om grote veranderingen door te voeren (-)
Geld wordt minder efficiënt besteed (-)
Gaat over het uitgeven van geld i.p.v. het goed besteden van geld (-)
→ Verandering naar performance management (prestatie management)
Switch van input naar output
Prestaties worden gemeten door het evalueren van de opgestelde doelen (zijn de
doelen behaald en in hoeverre zijn deze behaald) en statistieken
Eventuele beloningen
Nadruk op de uitkomsten van prestaties
Minder presteren betekent straf/ontslag → best presterende medewerkers blijven
over. Dit betekent dat men gemotiveerd blijft om zijn of haar best doen. Dit
stimuleert innovatief en creatief werken en het zoeken naar concrete oplossingen
voor problemen.
Lange termijn planningen
Waarborging van transparantie
Verantwoordelijkheid van budget ligt bij individuele managers
Flexibel (aanpassen aan elkaar en leren van elkaar)
Handelingen kunnen gebaseerd zijn op politieke keuze. Managers zijn subjectief en
hebben voorkeuren → onrechtvaardigheid in promotiesysteem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jobjanssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.