1.1 Interpreteren van een: organogram (lijn/staf, - matrix en projectorganisatie,
staffuncties, functionele relaties
Organogram (organigram): Schematische voorstelling van de organisatie
Lijn-staforganisatie: Naast de hiërarchische lijn heeft deze organisatie
ook stafafdelingen.
Gespecialiseerde taken liggen bij gespecialiseerde medewerkers
- Managers kunnen hiervan gebruik maken
Voordeel: De lijnfuncties ondersteuning krijgen van de staffuncties bij
bepaalde zaken
Nadeel: De organisatie door de staffunctionarissen te duur wordt. (Blz
28)
Functionele relaties lijnstaforganisatie:
Directie heeft een functionele relatie met de inkoop, personeelszaken en filiaalmanager
Filiaal Manger heeft een functionele relatie met de afdelingsmanager
Afdelingsmanager heeft een functionele relatie met de verkoopmedewerker
Lijnorganisatie: Hiërarchische organisatie zonder stafafdeling waarbij
managers ook taken zoals personeelszaken en ICT (laten) verzorgen
Functionele relaties lijnorganisatie:
Directie heeft een functionele relatie met de filiaalmanager
Filiaal Manger heeft een functionele relatie met de
afdelingsmanager
Afdelingsmanager heeft een functionele relatie met de
verkoopmedewerker
Matrixprojectorganisatie: organisatie waarbij alle medewerkers projecten uitvoeren binnen de bestaande
organisatiecultuur
- Alle medewerkers zijn betrokken bij een project dat tijdelijk van aard is
- Ze hebben geen andere werkzaamheden bij de organisatie
- In een matrixorganisatie kunnen twee leiders voorkomen
Projectorganisatie: organisatie die bestaat naast de bestaande organisatie.
- De projectgroep kan bestaan uit mensen die uit alle lagen van de organisatie komen ze zijn
samengebracht voor een bepaald doel
- Projectgroep start een bepaald project op en wikkelt dit af
- Lid van de projectgroep vervult deze functie naast de gewone functie
Voordeel:
- Projectgroepen voor de medewerkers afwisselingen bieden van de normale werkzaamheden.
- Je kunt de projectgroepen zo samenstellen dat je medewerkers met de grootste deskundigheid
samenbrengt.
- In tegenstelling tot de matrixorganisatie is er sprake van eenduidige leiding deze ligt bij de
projectmanager (ook wel leider genoemd)
- Een projectmanager hoeft niet degene te zijn met de hoogste functie maar het kan ook iemand zijn
met de meeste kennis en ervaring
Nadeel:
1
, - De medewerkers kunnen opgeslokt worden door de project werkzaamheden dat zij hun feeling met
de gewone organisatie kwijtraken.
Staffunctie: Een horizontale lijn gebruik je voor een staffunctie. Bepaalde functie waarvoor extra
deskundigheid nodig is
1.2 Herkennen van verschillende beslissingsniveaus: (strategisch, tactisch en
operationeel) binnen een organisatie
Operationeel management:
- Voer je het beleid en de doelstellingen uit die door het tactische management zijn vastgesteld
- De dagelijkse planning, uitvoering, analyse en evaluatie zijn belangrijke taken van de leidinggevenden
op operationeel niveau.
- Soms ben je als retailer verantwoordelijk voor zowel het strategische het tactische als het
operationeel management
- Je hebt dan zowel een aansturende als een uitvoerende rol, dit komt vooral bij zelfstandige
ondernemers en kleine organisaties voor
Beslissingen die je neemt op dit niveau kunnen gaan over:
- Werkplanning
- Inzet personeel
- Klantbenadering
- Huisregels
Tactisch management:
- Strategie en het beleid van het bedrijf naar de doelstellingen die je op de werkvloer kunt behalen
- Het gaat dan om de planning van de bedrijfsdoelen op de middellange (tussen 1 tot 5 jaar)
- Het wordt ook gemonitord of de doelstellingen worden behaald en stuurt bij als dat nodig mocht zijn.
- Beslissingen kunnen gaan over:
- Vestigings- of afdelingsbudgetten
- Omzetdoelen
- Kostenbesparing
- Personeelsbeleid
- Promotiebeleid
Strategisch management:
- Directie of ondernemer stelt de strategie en het beleid voor de hele organisatie vast.
- Het gaat dan om de planning van de bedrijfsdoelen op de lange termijn (tussen 5 tot 10 jaar)
- Strategie is de manier waarop een organisatie mensen en middelen inzet om een doel te bereiken.
- Deze doelen bepaal je door naar ontwikkeling buiten de organisatie te kijken en vooruit te kijken.
- Uitgangspunt hierbij is de weg die de organisatie de komende jaren wil inslaan oftewel de bedrijfsvisie
op de lange termijn.
- De termijnen worden tegenwoordig steeds korter dit heeft te maken met het snelle tempo waarin
trends zoals technologisering en social media de Retail beïnvloeden.
- Als je niet tijdig inspeelt op de belangrijke ontwikkelingen kan dit het einde van je organisatie
betekenen.
Beslissingen die je op dit niveau neemt kunnen gaan over:
2
, - Het openen van een nieuwe vestiging
- Afstoten van bedrijfsonderdelen
- Bedrijfssanering
- Omzetgroei
- Nieuwe koers
- Andere producten en afzetmarkten
1.3 Begrijpen van begrippen: span of control (spanwijdte) en scope of control
(omspanningsvermogen)
Span of control (spanwijdte): het aantal directe ondergeschikten (medewerkers) waaraan iemand in
werkelijkheid leiding (of opdrachten) kan geven
Scope of control (omspanningsvermogen): er is een grens aan het aantal medewerkers waaraan een manager
op een effectieve manier leiding kan geven
- Het omspanningsvermogen is het aantal directe ondergeschikten waaraan iemand op doelmatige
wijze leiding kan geven
Het omspanningsniveau is afhankelijk van een aantal factoren:
- Wat is de kwaliteit, opleidingsniveau en de ervaring van de leidinggevende.
- De kwaliteit en motivatie van de medewerkers: hoogopgeleiden medewerkers hebben vaak minder
sturing nodig dan laagopgeleide medewerkers dit geldt ook voor de gemotiveerde medewerkers.
- Moeilijkheidsgraad van het werk.
- Beschikbare hulpmiddelen en informatie.
- Tempo waarmee de omstandigheden veranderen.
2.1 Herkennen van leiderschapsstijlen: laissez-faire, democratische, autocratische,
consultatieve, directieve en situationele leiderschapsstijl
Laissez-faire leiderschapsstijl: leider die nauwelijks leiding/steun geeft aan z’n medewerkers
- Heeft een laat maar waaien mentaliteit.
- Hij geeft nauwelijks leiding maar geeft ook geen steun aan zijn medewerkers.
- Vaak gebeurt het dan dat een of meerdere werknemers het hef in handen nemen waardoor er een
informele leiderschap ontstaat
- Hierbij accepterende medewerkers leiding van iemand anders omdat ze bepaalde kennis en ervaring
waarderen.
Democratische leiderschapsstijl: leider die uitvoert wat in de groep wordt besloten
- Is formeel de leider met de daarbij horende taken en bevoegdheden
- Maar legt de beslissingsbevoegdheid/beslissingsverantwoordelijkheid bij de groep
- Kan groepsleden goed motiveren
- Laat vergaderingen doelgericht verlopen
- Zorgt dat de groep tot besluitvorming komt
Directieve/Autocratische (autoritaire) leiderschapsstijl: leider die geheel eigenmachtig werkt
- Hij bepaalde de: doelen, manieren van werken, en het gebruiken van de middelen
- Neemt beslissingen zonder zich te laten beïnvloeden door zijn medewerkers
- Controleert de uitvoering van het werk
- Legt geen verantwoording af over zijn werk aan medewerkers
- Verwacht dat de medewerkers hem gehoorzamen
Consultatieve (consulterende) leiderschapsstijl: leider die zich in zijn besluitvorming laat beïnvloeden door zijn
medewerkers, hen om advies vraagt maar wel de verantwoording besluitvorming behoudt.
Situationele leiderschapsstijl: manier van leidinggeven waarbij je de stijl aanpast aan de situatie en de
medewerkers
- Zit tussen de autoritaire en democratische leider in.
- Hij laat zich in de besluitvorming beïnvloeden door zijn medewerkers.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LouiseJa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.