Kwetsbare ouderen 30-06
1. Het zelfbeschikkingsrecht in de gezondheidszorg zie je onder andere terug in de WGBO.
Hierin staat dat de hulpverlener toestemming nodig heeft van zijn patient, voordat hij aan
een behandeling begint. Deze toestemming moet in vrijheid worden gegeven en dienst
gebaseerd te zijn op duidelijke informatie van de hulpverlener.
- Wanneer voldoe je als hulpverlener aan de informatieplicht?
A. Wanneer je ervan overtuigd bent dat de patient de gegeven informatie heeft begrepen.
B. Wanneer je eventuele vragen van de patient beantwoord alvorens je start met de
behandeling.
C. Wanneer je de patient een folder meegeeft met daarin alle benodigde informatie.
2. Als zorgverlener heb je toestemming van de patient nodig, voordat je aan een
behandeling kunt beginnen.
- Welke van onderstaande situaties vormt een uitzondering op deze regel?
A. Als er sprake is van een noodsituatie, waarin de patient niet in staat is om toestemming te
geven, terwijl de behandeling op dat moment wel noodzakelijk is.
B. Als de behandeling al vaker is uitgevoerd bij dezelfde patient.
C. Als de patient minderjarig (<18 jaar) is, want een minderjarige patient mag nog niet
bekwaam worden geacht om toestemming te verlenen.
3. In onderzoek en beleidsstukken wordt de eerste generatie ouderen van Turkse en
Marokkaanse oorsprong als een bijzondere doelgroep beschouwd met betrekking tot
etnische gezondheidsverschillen.
- Waarom is dat?
A. Zij hebben een vergelijkbare migratiegeschiedenis als gastarbeider of herenigd
echtgenote en velen delen dezelfde geloofsachtergrond
B. Chronische en psychiatrische gezondheidsproblemen komen in de brede zin minder vaak
voor in vergelijking met andere migranten groepen.
C. Zij beschikken inmiddels over een goede communicatieve vaardigheden om hun weg te
vinden in de gezondheidszorg.
4. Welk screeningsinstrument voor ondervoeding moet volgens de richtlijn gebruikt worden
in de thuiszorg?
A. SNAQ65+
B. SNAQRC
C. MUST
5. Bij migranten ouderen – met name Marokkaanse en Turkse ouderen uit de ‘eerste
generatie’ – is er sprake van:
A. Een kwetsbare sociaaleconomische- en gezondheidspositie in de Nederlandse
samenleving.
B. Goede communicatie over gezondheidsvaardigheden.
C. Voldoende geletterdheid om zich binnen de zorg gehoord te voelen.
,6. Wat is de medische term voor nierstenen?
A. Lithotripsie
B. Pyelonefritis
C. Nefrolithiasis
7. Wat is een verpleegkundige classificatie?
A. Het is een visie op de verpleging; het zet je aan om een bepaalde richting in te denken.
B. Het is eenlogische samenhang van concepten en termen op basis van gemeenschappelijke
kenmerken.
C. Het is een zelfzorgtheorie die je als verpleegkundige gebruikt om naar de zelfzorgtekorten
van de patient te kijken.
8. Waar verwacht je de eerste hematogene metastasen als er sprake is van niercarcinoom?
A. In de lever
B. In de longen
C. In principe in alle organen
9. Het tempo waarin mensen verouderen kan mogelijk verklaard worden door de interactie
tussen endogene en exogene factoren.
- Wat is in dit geval een voorbeeld van endogene factoren?
A. Werken in een omgeving met veel fijnstof.
B. Erfelijke factoren.
C. Weinig lichaamsbeweging.
10. Volgens hospice-artsen Siebe Swart en Berkt Keizer is een ideale interventie tijdens het
sterfbed nog steeds niet mogelijk gebleken.
- Wat zou volgens hen de ideale interventie moeten bewerkstelligen?
A. Het lijden verlichten, de verwarheid stoppen, de pijn draaglijk maken en benauwdheid
verminderen.
B. Het lijden verlichten, de patient wakker houden en geen invloed op het moment van
overlijden hebben.
C. Het lijden verlichten, de misselijkheid en het braken stoppen en geen invloed hebben op
het tijdstip van overlijden.
13. Vul aan: Rechtsdecompensatie van het hart leidt tot stuwing in (X) En daardoor tot (Y).
A. (X) = de longaders, (Y) = longoedeem
B. (X) = de onderste holle ader, (Y) = oedeem in benen en buik
C. (X) = de longslagaders, (Y) = longoedeem
14. Wat zal het gevolg zijn als er door artherosclerose een vernauwing optreedt van de
nierarterie?
A. Er ontstaat hypotensie (in de lichaamscirculatie).
B. Er ontstaat claudicatio intermittens.
C. Er ontstaat hypertensie (in de lichaamscirculatie).
, 15. Wat geldt voor het prostaatcarcinoom?
A. Een toegepaste behandeling bij prostaatcarcinoom is brachytherapie.
B. Een verhoogde PSA-waarde in het bloed geeft zekerheid over de diagnose.
C. Deze afwijking veroorzaakt vrijwel altijd in een vroeg stadium plasklachten.
18. Acute nierinsufficientie kan ontstaan door prostaathyperplasie.
- Hoe noemt men deze oorzaak van acute nierinsufficientie?
A. Prostrenaal
B. Prerenaal
C. Renaal
19. Hoe ontstaat nociceptieve pijn?
A. Als gevolg van zenuwbeschadiging wordt de prikkelgeleiding gestoord en ontstaat er een
moeilijk te behandelen pijn, zoals fantoompijn na amputatie.
B. Als gevolg van weefselbeschadiging komen er stoffen vrij zoals prostaglandinen, waardoor
pijnzenuwen geprikkeld worden en een ontstekingsreactie ontstaat.
C. Als gevolg van een hersenschade ontstaan pijnprikkels in de hersenen zelf, bijvoorbeeld
als gevolg van een CVA.
20. Persoonlijke eigenschappen kunnen en grote invloed hebben op de wijze waarop jij een
oudere zorgvrager met onbegrepen gedrag observeert en hoe je dienst gedrag interpreteert
en aan je collega’s overdraagt.
- Waarvan is sprake als een client een patroon van gevoelens, verwachtingen, fantasieën,
strevingen, gedragingen of onuitgewerkte zaken op een verpleegkundige projecteert?
A. Overdracht
B. Tegenoverdracht
C. Trauma
26. Het gebruik van grapefruitsap kan effect hebben op de beschikbaarheid van
geneesmiddelen in het bloed. De interactie berust op een inactivering van een bepaald
enzym in de darmwand waardoor de biologische beschikbaarheid van geneesmiddelen, die
biotransformatie ondergaan door dit enzym, toeneemt.
- Welk effect kan het gebruik van grapefruitsap hebben op de plasmaconcentratie van
geneesmiddelen, gelet op bovenstaande interactie?
A. Het kan leiden tot een belangrijke toename van de plasmaconcentratie.
B. Het kan leiden tot afname van de absorptie van geneesmiddelen via de darmwand in het
bloed.
C. Het kan leiden tot een belangrijke afname van de plasmaconcentratie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller haniyeh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.28. You're not tied to anything after your purchase.