− 4 proteïne ketens ---> hebben elk een heemcofactor gebonden (=
4 in totaal)
− Verschillende types ---> verschillende genen coderen voor
verschillende ketens
---> switch = v fetaal (HbF) nr adult (HbA) tijdens ontwikkeling --->
want zuurstof spanning = lager bij bloed in placenta = dr verschil
zuurstofspanning
− O2 bindt aan hemoglobine via ijzer = centraal in ring
- Ijzer =
• Niet actief geêxcreteerd ---> = heel actief reguleren =
− nodig omdat ijzer heel reactief/schadelijk kan zijn = schadelijke fenton
reactie = hydroperoxyl vormen =
= 2 radicalen vormen
---> meeste Fe = gebonden aan specifieke eiwitten = vermijden schade
• Verschillende oxidtie toestanden ---> Fe² (= heem) en Fe ³
1
,---> Fe-bindende eiwitten =
- = via protoporphyrine IX-ring = ring v heem zonder ijzer ---> vanaf ijzer bindt = heem
noemen
• Zuurtstoftransport ---> hemoglobine
• Zuurstof opslag ---> myoglobine
• Signalisatie: NO ---> sGC = heem bevattend eiwit ---> NO binden = GMP
uitscheiden
• Redox katalyse + electron transport ---> cytochroom enzyme in lever
- Non-heem bindende eiwitten =
• Fe transport =
− Transferrine = Fe transport in serum = extracellulair -→
• 2 bindingsplaatsen voor Fe
• Hoogste affiniteit voor Fe³ in lichaam ---> geen vrij ijzer als
transferrine in buurt is
− lactoferrine = in melk --->
• antimicrobiële functie = ijzer vasthouden ---> zorgen dat
bacteriën die niet kunnen gebruiken voor eigen metabolisme
• antivirale werking = verminderen binding virussen
• Fe opslag = ferritine ---> intracellulair
− In lever + spieren belangrijk
− Enorme capaciteit voor ijzer ---> 4500 Fe atomen per complex
− Overmaat Fe = amorfe afzetting Fe = hemosiderine
• Fe-S clusters ---> vnl. in mito ---> zo ijzer binden op non-heem eiwit
• Sideroforen = complexe Fe-chelerende structuren --->
− Hoge affinieteit voor Fe³ = hoger dan transferrine
− Geproduceerd dr bacteriën + fungi + protozoa ---> Fe³ opnemen voor
eigen metabolisme
---> iron wars ts gastheer + bacterie =
- Gastheercel = Fe bijhouden in lactoferrine
- Bacterie = Fe via Siderophores
---> bindingsterkte lacteroferrine < siderophores ---> gastheer
neemt Fe af van lichaamscel
---> Lcn 2 = siderocalline = sidrophoor bindend eiwit =
geproduceert dr immuuncellen = binden sidrophoor die Fe
gebonden heeft = Fe terug afnemen
===> heen en terug
---> bacteriën = Stealth siderophores ontwikkelen = hebben
ook hofere affinitiet voor Fe + geen cel v gastheer die tegen werkt
2
---> = nieuw target voor antibiotica
,Fe distributie =
---> elke dag = 1-2 mg per dag inname Fe =
1. Komt binnen via darm
2. Komt in bloed
3. Opgenomen dr transferrine in plasma
4. Transporteren doorheen lichaam
5. Opslaan ijzer =
- In myoglobine in spieren
- In beenmerg ---> voor aanmaak RBC
- Macrofagen
- In lever opslaan via ferritine
---> belangrijkste opslag = in bloed + lever
---> geen opstapeling ijzer = per dag 1-2 mg verlies
Heem functie =
- voornaamste plaats Fe = hemoglobine = 70%
---> Conformatieverandering v proteïne bij biding O2 ---> coöperatieve binding v O2
- No/Co binding in sGC =
• Geen zuurtsof binden
• No + Co binden ---> = toxische gassen ---> signaalfunctie =
1. No/Co bindt aan heem
2. Verbreking met binding His-residu eiwit = conformatieverandering
3. Productie cGMP
---> productie bij binding CO < bij binding NO
Heem structuur =
- Productie = in alle weefsels ---> vooral in beenmerg + lever
- Structuur = planaire molecule = redelijk vlak ---> dr geconjungeerde structuur =
afwisseling van dubbele + enkelvoudige bindingen
---> typische rode kleur bloed = geconjungeerde structuur absorbeert bepaalde
golflengte v licht ---> = zorgen voor rode kleur
- Essentiële component = Fe² ---> ring rond Fe² = protoporfyrine IX
3
, ---> protoforfyrine =
- 4 pyrrool ringen
• bestaat uit C + H + N
• zijn aan elkaar gekoppeld
• posities 1 – 8 voor substituenten ---> = zijketens --->
beperkt aantal opties voor binding
- Porferinogenen = voorgangers = hebben enkel enkele bindingen = geen conjungatie
- Intermediairen tijdens heemsynthese =
---> opstapelen dr opstapeling in enzymen ---> = toxisch ---> = zorgen voor ziekte
porfyrie
---> = paarse – diep rode urine
Algemeen overzicht biosynthese heem =
---> plaats =
- Begin = deel in mito ---> bouwstenen
komen dr voor
- Midden = in cytosol
- Eind = mitochondriën ---> ook
synthese reguleren daar
---> enzymen = 8 in totaal ---> = 8 reacties ---
> fout in 1/8 enzymes = porferie ontstaan =
dr opstapeling intermediairen ---> toxisch
1. Eerste reactie =
= in mitochondriën --->
Succinyl-CoA + glycine ---> aminolevulinate = ALA
---> dr enzym = ALA-synthase
---> verloren gaan =
- CoA
- CO2
---> = snelheidsbepalende stap = beslissen als synthese
Ziekte = X-gelinkte protoporfyrie = doorgaat of niet
Zorgen voor MEER aanmaak ALA ---> = ---> logisch: ergnes anders stoppen = toxisch
meer toxische intermediairen aanmaken intermediair krijgen = zorgen voor ziekte in cel
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geneeskundesamenvattingen53. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.