1. Wie is ondernemer voor de inkomstenbelasting en wie voor de omzetbelasting? En hoe
staat dit in verhouding met illegale activiteiten?
Hs. 2 Inkomstenbelasting
§2.2 De ondernemer in de inkomstenbelasting
§2.2.1 Ondernemer en medegerechtigde
Definitie ondernemer wordt gegeven in art. 3.4 Wet IB 2001, in art. 3.3 worden
medegerechtigden genoemd (belastingplichtigen die geen ondernemer zijn maar wel winst
uit de onderneming genieten)
Definitie ondernemer = een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid met behulp
waarvan door middel van een deelname aan het economische verkeer wordt beoogd winst
te behalen
Vinden bij een samenwerkingsverband de activiteiten voor gezamenlijke rekening, dan wordt
elke deelnemer rechtstreeks verbonden voor verbintenissen over die onderneming. Bij een
samenwerkingsverband heeft dus iedere maat/firmant een afzonderlijke onderneming
(subjectieve onderneming) -> moet ook afzonderlijk worden getoetst aan art. 3.4.
De medegerechtigde is iemand die geen ‘echte ondernemer’ is, maar bij wie de beloning wel
afhankelijk is van het resultaat van de onderneming.
Hieronder vallen
- Personen die medegerechtigd zijn tot het vermogen van een onderneming (bijv. een
stille vennoot)
- Personen die een bepaalde soort lening hebben verstrekt aan een ondernemer ten
behoeve van zijn ondernemingsuitoefening
o Lening moet karakter van eigen vermogen hebben
o Vergoeding voor lening moet grotendeels afhankelijk zijn van de winst van de
onderneming die door de debiteur wordt gedreven
, 2. Wat is de definitie van winst?
2.2.2 Waarover wordt de ondernemer belast?
De ondernemer wordt volgens art. 3.2 Wet IB in de heffing betrokken voor zijn belastbare
winst. Deze belastbare winst wordt in hetzelfde artikel omschreven als ‘het gezamenlijke
bedrag van de winst dat de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer
ondernemingen’.
Er wordt gesproken over totale winst en het jaarwinstbegrip.
De wetgever heeft om uiteenlopende redenen een aantal winstbestanddelen vrijgesteld (art.
3.11 t/m 3.13 Wet IB). Om investeringen te stimuleren is er ook soms recht op
investeringsaftrek (art. 3.40 t/m 3.46 Wet IB), maar indien deze te snel weer worden
vervreemd kan er een desinvesteringsbijtelling worden bijgeteld.
Om als ondernemer te kwalificeren moet er ook aan het ‘urencriterium’ worden voldaan.
Om hieraan te voldoen moet een ondernemer gedurende een kalenderjaar in ieder geval ten
minste 1225 uren aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen besteden (art. 3.6
lid 1 Wet IB).
3. Wanneer is iets winst?
§2.2.3 totaalwinstbegrip
Art. 3.8 Wet IB geeft een invulling van het totaalwinstbegrip: ‘de gezamenlijke voordelen die,
onder welke naam en in welke vorm ook, worden verkregen uit een onderneming.’
Vermogensvergelijking om totaalwinst te berekenen (over hele bestaansduur onderneming)
+ vermogen van de onderneming
+ onttrekkingen (naar privévermogen)
- kapitaalstortingen (van privévermogen)
- beginvermogen
= totaalwinst uit de onderneming
Om te toetsen of bepaald voordeel wel is ‘verkregen uit onderneming’ kan worden gekeken
naar een bepaald causaal verband mbt het allocatiecriterium; kan het voordeel meer worden
toegerekend aan de ondernemingssfeer dan aan de privésfeer? (Notarisarrest)
§2.2.4 wettelijke aanpassingen van het totaalwinstbegrip
Aanloopfaseverliezen en objectieve vrijstellingen
1. Aanloopfaseverliezen (art. 3.11 Wet IB)
Kosten en lasten die verband houden met het starten van de onderneming en die
gemaakt zijn in de 5 kalenderjaren voorafgaande aan het jaar waarin de
belastingplichtige als ondernemer kan worden aangemerkt, alsnog in aftrek worden
gebracht
2. Bosbouwvrijstelling (art. 3.11 Wet IB)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleuremilie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.