1. Orgaan Zintuig Prikkel
Oor Gehoorzintuig Geluid
Oog Gezichtszintuig Licht
Neus Reukzintuig Geurstoffen
Tong Smaakzintuigen Smaakstoffen
Huid o Warmtezintuigen Hogere temperatuur
o Koudezintuigen Lagere temperatuur
o Tastzintuigen Hoe voelt een voorwerp aan
o Pijnzintuigen Pijn
2. Zenuwstelstel: zenuwen, ruggenmerg en hersenen
3. 1) De gevoelszintuigen worden geprikkeld.
2) De zintuig zet de prikkel om in impulsen.
3) De impulsen gaan via zenuwen door je ruggenmerg naar de hersenen.
4) In je hersenen ben je bewust van wat je waarneemt.
5) Via je hersenen gaan je impulsen door je ruggenmerg en bewegingszenuw door naar je spier.
6) Je spier ontvangt impulsen je gaat bewegen.
5. Bewust reageren doe je via de lange route:
gevoelszenuw - ruggenmerg - hersenen – bewegingszenuw
Onbewust reageren gaat via de korte route:
gevoelszenuw - ruggenmerg – bewegingszenuw
6. Hersencentrum: speciale gebieden per zintuig in je hersenen waar de impulsen
binnenkomen.
7. Je zintuigen sturen zo veel impulsen naar je hersenen dat ze niet op alles kunnen
reageren. Je hersenen 'kiezen' wanneer er wel of niet een reactie volgt. Het tikken van
de klok hoor je meestal niet, maar het roepen van je naam wel. Je hersenen zijn na een
poosje gewend.
Hoe meer de informatie uit een zintuig afwijkt van datgene dat jee gewend bent, hoe
belangrijker deze impulsen voor je hersenen zijn.
, 3.2 Zien
1. 1) Oogspier: zorgt ervoor dat je je oog kunt bewegen.
2) Glasachtig lichaam: opvulling van het oog; houdt alles op zijn plaats.
3) Vaatvlies: bevat bloedvaatjes die alle voedingsstoffen
voor het oog aanvoer.
4) Netvlies: vangt lichtprikkels op en maakt impulsen.
5) Oogzenuw: brengt impulsen naar de hersenen.
6) Gele vlek: deel van je netvlies waarmee je het beste ziet.
7) Blinde vlek: er zit geen netvliesje kan er niks mee zien.
8) Lens: vormt een scherp beeld op het netvlies.
9) Harde oogvlies: beschermd het binnenste laag van je oog.
10) Iris: kan regelen hoe groot de pupil is.
11) Pupil: opening waarmee de hoeveelheid invallend licht geregeld kan worden.
12) Lens bandjes: ontspannenlens is bol en gespannenlens is plat
13) Hoornvlies: deel van je harde oogvlies dat doorzichtig is. Er valt licht je oog binnen.
Overige:
1) Oogkassen: holtes in je schedel waar je ogen is zitten beschermt je oog.
2) Traanklier: maakt traanvocht oog droogt niet uit en ontsmet.
3) Traanbuis: voert vocht en vuil af naar je neus.
4) Oogleden: verspreidt traanvocht over het oog en beschermd het oog tegen licht, stof en vuil.
5) Wimpers: beschermd het oog tegen stof.
6) Wenkbrauw: beschermen tegen stof en zweet.
7) Straallichaam: kringspier waar de lensbandje aan vast zitten. (zie voor meer lensbandjes)
2. Twee soorten zintuigcellen in de netvlies:
o Staafjes het zien van zwart/wit en grijstinten
o Kegeltjes het zien van kleuren: 3 typen kegeltjes rood, blauw en groen licht
3. Hoe komt het dat er niet te veel of te weinig licht op het netvlies valt?
Dat heeft te maken met je pupillen.
Bij weinig licht worden de pupillen groter. Dan komen er meer lichtstralen door de pupil
naar binnen. Daardoor kun je bij weinig licht toch zien.
Bij veel licht worden de pupillen kleiner. Dan komen er minder lichtstralen op het
netvlies. Daardoor wordt het netvlies beschermd tegen te veel lichtstralen.
Het groter en kleiner maken van je pupillen heet de pupilreflex.
4. Welke manier zorgt het oog ervoor dat et beeld scherp is.
Dat heeft te maken met de lens.
Met een bolle lens (je straallichaam is samengetrokken) zie je dichtbij scherp.
Met een platte lens (je straallichaam is ontspannen) zie je veraf scherp.
Accommoderen: het platter en boller maken van de lens.
Nabijheidspunt: Het dichtstbijzijnde punt waar je iets nog net scherp kunt zien.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lvandermade. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.31. You're not tied to anything after your purchase.