100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
oefentoets 2.1 $9.67
Add to cart

Other

oefentoets 2.1

 0 purchase
  • Course
  • Institution

handige oefentoets met 60 oefenvragen als voorbereiding op de toets van periode 2.1

Preview 2 out of 10  pages

  • November 19, 2024
  • 10
  • 2024/2025
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Oefentoets 2.1. Grensoverschrijdende overheid (2021-2022)

1. Wat is de betekenis van art. 4 lid 3 VEU?
a. Dit artikel heeft alleen symbolische betekenis;
b. Uit dit beginsel vloeit onder meer voort dat wetgever, bestuur en rechterlijke
macht van de EU-lidstaten uitvoering dienen te geven aan het EU-recht;
c. Uit dit beginsel vloeit onder meer voort, dat de EU-instellingen het belang van
de afzonderlijke lidstaten voorop moeten stellen.

2. Wat voor soort bevoegdheid geldt voor het EU-beleid m.b.t. toerisme?
a. Exclusieve bevoegdheid EU
b. Ondersteunende bevoegdheid
c. Gedeelde (concurrerende) bevoegdheid

3. Geef aan welke van de volgende stellingen JUIST is:
a. Art. 9 Gw bevat geen competentievoorschrift, maar wel een doelcriterium
(c.q. doelcriteria);
b. Art. 9 Gw kent zowel een competentievoorschrift als een doelcriterium (c.q.
doelcriteria);
c. Art. 9 Gw kent een competentievoorschrift, maar geen doelcriterium (c.q.
doelcriteria).

4. Wanneer speelt het attributiebeginsel een rol?
a. Bij alle bevoegdheden die de EU toekomen;
b. Alleen bij exclusieve bevoegdheden van de EU;
c. Alleen bij gedeelde bevoegdheden

5. Welke stelling ten aanzien van het Handvest van de Grondrechten EU is JUIST?
a. Dit Handvest wordt ook wel het VN-Handvest genoemd;
b. Dit Handvest heeft dezelfde juridische waarde als de EU-Verdragen;
c. Dit Handvest behoort tot het secundair EU-recht.

6. Wat is JUIST ten aanzien van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
(EGKS)?
a. Bij de EGKS waren in het begin vooral landen uit Oost-Europa lid;
b. Bij de EGKS waren in het begin onder meer Italië en Luxemburg lid;
c. Bij de EGKS waren in het begin onder meer Nederland en Spanje lid.




Pagina 1 van 14

, 7. Mevrouw De Vries wil in haar rechtszaak art. 8 EVRM inroepen voor de
Nederlandse rechter.

Wat is hier JUIST?
a. Het EVRM heeft alleen symbolische waarde en mevrouw De Vries kan het
bedoelde artikel dus niet met succes inroepen;
b. Mevrouw De Vries kan dit artikel inderdaad direct inroepen bij de
Nederlandse rechter;
c. Mevrouw De Vries kan dit artikel pas inroepen, wanneer zij helemaal
doorprocedeert tot bij het EHRM.

8. In art. 10 lid 2 EVRM komen de bewoordingen ‘die bij de wet zijn voorzien’ voor.

Geef aan welke van de volgende stellingen JUIST is:
a. Dit is een competentievoorschrift;
b. Dit is een doelcriterium;
c. Hiermee wordt gedoeld op de margin of appreciation.


9. Welke stelling ten aanzien van art. 22 Gw is JUIST?
a. Art. 22 lid 1 Gw dient te worden gezien als een klassiek grondrecht, art. 22 lid
2 Gw als een sociaal grondrecht;
b. Art. 22 lid 1 Gw dient te worden gezien als een sociaal grondrecht, art. 22 lid
2 Gw als een klassiek grondrecht;
c. Zowel art. 22 lid 1 Gw als art. 22 lid 2 Gw dient te worden gezien als een
sociaal grondrecht.

10. Welke stelling is JUIST ten aanzien van art. 120 Gw?
a. Verdragen mogen niet aan de Grondwet worden getoetst, wetten in formele
zin mogen dit wel;
b. Wetten in enkel materiële zin mogen worden getoetst aan de Grondwet;
wetten in materiële zin die tevens wetten in formele zin zijn, mogen dit niet;
c. De Grondwet mag niet worden getoetst aan wetten in formele zin en aan
verdragen.
11. Tijdens een Nederlandse procedure zit het Gerechtshof Den Bosch met een
vraag over de geldigheid van een EU-verordening.

Welke stelling is JUIST?
a. Het Gerechtshof Den Bosch is gezien het CILFIT-arrest verplicht een
prejudiciële vraag in te dienen bij het HvJ EU;
b. Het Gerechtshof Den Bosch is vanwege het CILFIT-arrest niet verplicht om
een prejudiciële vraag in te dienen bij het HvJ EU, maar mag dit wel doen;
c. Het Gerechtshof Den Bosch is als lagere rechter niet verplicht om een
prejudiciële vraag in te dienen bij het HvJ EU, maar mag dit wel doen.




Pagina 2 van 14

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller darjavanheel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75341 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.67
  • (0)
Add to cart
Added