100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting anatomie LP14 (bloedvaten) $4.84   Add to cart

Summary

Samenvatting anatomie LP14 (bloedvaten)

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Zelfgemaakte samenvatting met foto's en tekst van 9 pagina's. Eigen score na gebruik was een 17/20 voor anatomie.

Preview 2 out of 10  pages

  • November 19, 2024
  • 10
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
LP 14: bloedvaten
Radiologische anatomie

Algemeen

2 circulaties:
Klein: zuurstofarm bloed naar het rechterhart naar de longen en zo naar het linker hart
Groot: zuurstofrijk bloed van het linker hart naar de organen

3 verschillende bloedvaten:
arterie: (3 lagen)
zuurstofrijk, maar zuurstofarm bij arteriae pulmonales en navelstreng foetus.

vene: (3 lagen)
Kleppen die back-flow tegen houden

capillair: (2 lagen)


Bloedvatwand

Tunica intima = binnenlaag:
Een enkele laag van endotheelcellen
grenzend aan vaatlumen.

Tunica media = middenlaag:
Dikste laag die steun, vasoreactiviteit
en elasticiteit geeft. De wand bestaat
uit gladde spiercellen, elastische
vezels en bindweefsel. De dikheid kan
verschillen.

Tunica adventitia = buitenlaag:
Grenst aan de weke delen en bestaat
uit bindweefsel, voedende vaten en
autonome zenuwen.




Functie:

Arterie: Het heeft een dikke wand voor de hoge druk te kunnen weerstaan. Naarmate de aterie kleiner wordt, wordt die
dunner en bevat die meer gladde spiercellen ipv. elastische vezels.

Capillaire: Het heeft een enkele laag endotheel cellen en hun diameter is juist genoeg voor een rode bloedcel. Zij wisselen
stoffen uit met het weefsel.

Venen: Ze hebben een grotere diameter en een dunnere wand (media) dan de arteriën. Er is stroming door samentrekking
van omliggende spieren en drukgradiënten tijdens de ademhaling. Door de slappe wand zijn vene meer vatbaar voor
tumoren en compressie.

, Beeldvorming

Röntgenstralen: RX, CT, Angiografie:
De röntgenstralen worden geabsorbeerd door de verschillende materialen waardoor ze zichtbaar worden. Hoe denser,
hoe lichter op beeld. Een foto wordt gemaakt door de stralen op te vangen op een detectorplaat. Deze foto kan verpest
worden door beweging of scatter artefact.

Echografie:
Geluidsgolven die reflecteren tussen de verschillende lagen van densiteit en daarna terug worden opgevangen.

MRI-scan:
In een sterk magnetisch veld gaan ze radiogolven doorheen sturen. In dit veld zal de kern van atomen veranderen van
spin.


RX: Bloedvaten zijn normaal niet zichtbaar, buiten bij verkalking (atherosclerose) of een bloedvat vlak naast lucht
waardoor het zichtbaar kan worden.

Echografie: Door middel van de hoge frequentie geluidsgolven kan men de bloedstroom in kaart brengen.

MRI: Met de TOF-sequentie (Time-of-flight) waardoor de snel bewegende deeltjes in de bloedbaan kunnen worden
afgebeeld. Zo kan men ook het onderscheid maken tussen arterie en vene. Wel minder gedetailleerd dan contrast.

Contrastmiddel: CT, angiografie, MRI
Het contrastmiddel maakt enkel het lumen zichtbaar en niet de bloedvatwand.
CT + angiografie: een jodiumhoudend contrast dat de röntgenstralen absorbeert.
MRI: Het contrast is gadolinium wat relaxatie geeft aan T1 signaal waardoor het beeld witter wordt. Het is een lange
scan die meerdere opnames vereist.
 nadelen: allergie of nierproblemen



Wat zie je ?:

Angiografie: lumen

Echografie: lumen + wand (flow)

CT: lumen + wand (contrast)

MRI: lumen + wand (contrast of flow)


Angiografie:

Er wordt een katheter in de slagader van de lies ingebracht (a. femoralis communis). Dan maken ze opnames van
elke fase.
Seldinger techniek: je prikt in het bloedvat met een naald waardoor je een draadje steekt. Dan haal je de naald
eruit maar blijft het draadje steken waarop je een katheter kan plaatsen om zo verschillende stoffen toe te
dienen.
DSA: een foto zonder contrast en één met. Daarna wordt deze van elkaar afgetrokken zodat je enkel nog de
bloedvaten overhoudt.
Flebografie: specifiek een afbeelding van venen waarbij contrastmiddel direct wordt toegediend.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller witseverhulst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73216 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84
  • (0)
  Add to cart