Samenvatting sociologie deeltoets 2
gemaakt aan de hand van de lessen en de online filmpjes van de docent.
- Marx
- Bourdieu
- Weber
- Durkheim
- 4 bindingen
1. Doel rationele handeling: gedrag is gericht op halen van doel en
zowel doel als middel zijn bewust, rationeel gekozen.
2. Waarde rationele handeling: de handeling zelf heeft het intrinsieke
waarde, ongeacht het doel: niet het doel maar wel het middel zijn
bewust, rationeel gekozen (doel is cultureel, religieus, ethisch of
esthetisch): helpen bij hongersnood, zwakkeren beschermen.
3. Affectieve handeling: ingegeven door het gevoel: omhelzing,
huilen… niet nadenken over het doel of gevolg.
4. Traditionele handeling: volgt de gewoonte: geen nadenken over doel
of gevolg: eet smakelijk, haar kammen, kus of hand geven, bidden
voor het eten, etc.
3 gezag vormen
Traditioneel gezag
- Die persoon/familie/groep had altijd al het gezag, zonder rationele
rechtvaardiging.
- Dit geeft hiërarchie: de leider en diens medewerkers, tegenover ‘het
volk’.
Charismatisch gezag
- Charisma is een irrationeel verschijnsel, een
persoonlijkheidskenmerk, waardoor die persoon (door bepaalde
mensen) wordt gezien als buitengewoon, bovenmenselijk, etc.
- Berust op buitengewone eigenschappen van leiders. Groot:
Mohammed, Jezus, Boeddha. Klein: Guru’s, Hitler en Stalin, Mandela
en Ghandhi.
- Puur charismatisch leiderschap: in tijden van vernieuwing! Daarna is
er behoefte aan structuur ipv een persoon die alles bepaald.
Rationeel-legaal gezag
, - Gezag niet door persoonskenmerken, maar door regels, ingesteld op
basis van doel- of waarde rationaliteit: we organiseren het op deze
manier omdat…. En daarom moet je, op je werk, je baas
gehoorzamen.
- Politie, ambtenaren, directeuren, bazen… (zit soms ook wat
charisma in! Dus het kan door elkaar lopen).
5 hoofdkenmerken van bureaucratie
1. Standaardisatie: elke persoon wordt op dezelfde manier behandeld
met dezelfde regels.
2. Formalisering: er is duidelijke omschreven welke bevoegdheden bij
welke functies horen; alles gebeurd steeds op dezelfde manier:
dezelfde stappen worden doorlopen.
3. Specialisatie: elke medewerker doet een klein stukje van het proces,
weet alles van bijna niets.
4. Centralisatie: omdat het specialisten vraagt, gebeurt het centraal, in
grote kantoren met veel specialisten.
5. Depersonalisatie: er wordt niet naar individuele gevallen gekeken.
Onpersoonlijk, dezelfde regels voor alle cliënten, luisteren naar
regels, niet naar mensen.
Weber was bang dat we een ijzeren kooi voor onszelf aan het maken
waren waarin we onze humaniteit, menselijkheid aan het verliezen waren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liankappert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.46. You're not tied to anything after your purchase.