100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cultuurgeschiedenis 1 - Tilburg University $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Cultuurgeschiedenis 1 - Tilburg University

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Cultuurgeschiedenis 1: De bronnen van Europa. Blok 1 Middeleeuwen en blok 2 Renaissance. Lessen gegeven door Jan Jaap de Ruijter, Siebe Bluijs en Joop van der Kuip.

Preview 3 out of 21  pages

  • November 19, 2024
  • 21
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Cultuurgeschiedenis 1: De bronnen van Europa
Inhoud
Blok 1 Middeleeuwen......................................................................................................................................................2
College 1 Inleiding Cultuurgeschiedenis..........................................................................................................................2
Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De historische ontwikkeling. 14-55...........................................2
Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De historische ontwikkeling. 79-95...........................................3
Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De historische ontwikkeling. 138-144.......................................4
Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De cultuur van middeleeuws Europa. 145-154.........................4
College 2 Overzicht van de vroege middeleeuwse kunst- en literatuurgeschiedenis, 1200-1400....................................4
Hadewych Zesde visioen Lied 40.................................................................................................................................4
Hadewych Zesde visioen Lied 16.................................................................................................................................5
College 3 Middeleeuwen – Wereldbeeld.........................................................................................................................5
Nauert (2006) Humanism and the Culture of Renaissance Europe. 1-59....................................................................5
College 4 Middeleeuwen – Christendom en Islam..........................................................................................................8
College 5 Overzicht van de late middeleeuwse kunst- en literatuurgeschiedenis, 1400-1550, m.n. de rederijkers.........9
Pleij (2007) Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur. 1400-1560. P.330-370.................9
Auteur onbekend (ca. 1515) Mariken van Nieumeghen. Deel I t/m IV, VII, X en XI....................................................11
De Roovere (ca. 1450) Van der Mollenfeeste............................................................................................................12
College 6 De Grote Verhalen. Europese Middeleeuwse Epiek.......................................................................................13
Chretien de Troyes (ca. 1180) Lancelot of de ridder van de kar.................................................................................13
Dante (ca. 1310) De Goddelijke Komedie. Louteringsberg........................................................................................14
Boccaccio (1349-1360) Decamerone.........................................................................................................................15
Blok 2 Renaissance........................................................................................................................................................16
College 7 Renaissance, humanisme, reformatie............................................................................................................16
College 8 De invloed van de klassieken. Overzicht van de kunst- en literatuurgeschiedenis van de Renaissance, 1550-
1700.............................................................................................................................................................................. 16
Bredero (1618) De Spaansche Brabander. 154-174, 192-217. Hier: helemaal...........................................................16
Focquenbroch (17e eeuw) Gedichten........................................................................................................................17
College 9 Vroegmoderne cultuurgeschiedenis: humanisme..........................................................................................17
Erasmus (1509) Lof der Zotheid. Hoofdstukken 1-6, 43-45, 49-54.............................................................................17
Thomas More (1516) Utopia. 47-64, 95-99...............................................................................................................18
Rabelais (1532) Gargantua en Pantagruel. Boek 1: hoofdstukken 1-11.....................................................................19
College 10 Vroegmodern theater. Vondel vs. Shakespeare............................................................................................19
Van den Vondel (1637) Gijsbrecht van Aemstel. Het eerste t/m het vijfde bedrijf.....................................................19
Van den Vondel (1650) Aanleidinge ter Nederduitsche dichtkunste.........................................................................20
College 11 ‘De Gouden Eeuw’.......................................................................................................................................21
College 12 De andere kant van de Gouden Eeuw: kolonialisme en slavernij.................................................................21
Behn (1688) Oroonko, or, The Royal Slave. A True History. 147-224..........................................................................21

1

,Blok 1 Middeleeuwen

College 1 Inleiding Cultuurgeschiedenis
Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De historische ontwikkeling.
14-55
Deel 1. De barbaren
Middeleeuws Europa bouwde op de ruïnes van het Romeinse rijk  Rome voedde en verlamde. Er bestond veel
interne verdeeldheid. Rome blonk uit in de behoudende kunsten: oorlog, recht, staatkunde en architectuur. In de
derde eeuw begon de Romeinse wereld scheuren te vertonen. De provincies werden zelfstandiger, in de senaat
kregen Spanjaarden en Galliërs het voor het zeggen.

Constantijn de Grote (324 – 330) stichtte Constantinopel. Er ontstond een onoverbrugbare kloof tussen het Westen
en het Oosten  in de vierde eeuw was de scheuring een feit. Hieruit ontstond het Byzantijnse rijk dat in 1453 aan
zijn einde kwam. Het westen was uitgeput en kwam pas na de middeleeuwen in een nieuwe bloeiperiode. Het
Romeinse rijk werd zowel van binnenuit uitgeput (demografische crisis, lege schatkist) als van buiten uit door de
Barbaren. De rust keerde terug doordat de barbaren werden opgenomen in het leger of toestemming kregen zich te
vestigen in de grensstreken van het rijk  versmelting van volkeren. De keizers dachten het noodlot te bezweren
door hun falende beschermgoden in te ruilen voor de nieuwe christelijke God. Welvaart en vrede leken terug te
keren, maar niet voor lang. Rome had de neiging zichzelf op te sluiten binnen de muren, maar het christendom was
een religie met een universele roeping. De dialoog tussen een gesloten religie en een open religie domineert de
middeleeuwen.
De invasies van de barbaren versnelde het proces van het ontstaan van de westerse middeleeuwen. Aanvallen van
Franken en andere Germaanse volken versnelde de economische achteruitgang, de landbouw en stedelijke centra
raakten in verval en boeren moesten zich onder de bescherming plaatsen van grootgrondbezitters die meer en meer
als slavendrijvers werkten. Ook in het oosten forceerden de barbaren zich een toegang: de Goten. De Goten namen
het op tegen de Romeinen omdat zij door hen waren opgesloten in een veel te klein en onvruchtbaar gebied dat
niets opleverde. De barbaren waren succesvol door hun superieure ruiterij en bewapening. In de werkelijkheid
profiteerden de barbaren van de medewerking, zowel actief als passief, van de massa der Romeinse bevolking. Het
volk zocht hulp bij de vijand door hoe zij behandeld werden binnen het Romeinse rijk. In feite hadden alle groepen er
baat bij als er zich barbaren vestigden in het Romeinse rijk. Dankzij de barbaren worden grote braakliggende
gebieden weer bebouwd.

De barbaren de zich in de vijfde eeuw vestigden in het Romeinse rijk waren gevormd door de omzwervingen die zij
gemaakt hadden. Ze waren beïnvloed door zowel Westerse als Oosterse culturen en hadden gebruiken, kunsten en
vaardigheden overgenomen. De reputatie van de invallers was daarnaast verbeterd doordat een aanzienlijk deel van
hen zich gekeerd had tot het christendom. De barbaren ontpopten zich tot bewonderaars van Romeinse instellingen.
Desondanks durfde pas in 800 een leider van de barbaren – Karel de Grote – het aan om keizerlijke waardigheid aan
te nemen. In de vijfde eeuw verkeerde het Westen zich in de greep van een bezeten vernietigingsdrang.

Door de invallen van de barbaren veranderde de politieke kaart van het Westen. Tussen 407 en 429 werden Italië,
Gallië en Spanje door een reeks van invallen verwoest. In 410 viel Rome. In 429 werd ook het Romeinse gebied in
Afrika veroverd. In het begin van de zesde eeuw leek het Westen definitief verdeeld te zijn tussen de Angelsaksen
(GB), de Franken (Gallië), de Bourgondiërs (Savoie), de Visigoten (Spanje), de Vandalen (Afrika) en de Ostrogoten
(Italië). In deze tijd was Constantinopel het centrum van het Oost-Romeinse rijk.

De belangrijkste gebeurtenissen uit de zevende eeuw zijn de opkomst van de islam en de eruit voortvloeiende
veroveringen. Ze begonnen aan de Afrikaanse Middellandse Zeekust en veroverden Spanje.

De achtste eeuw was de eeuw van de Franken. Zij waren bekeerd tot het katholicisme in plaats van het arianisme
waardoor andere volken op geloof konden worden uitgespeeld. Pepijn de Korte sloot met de paus een verbond en


2

, erkende de wereldlijke macht van de paus van Rome. Zo bezorgde hij de Franken het katholiek leiderschap en
ontstond de Kerkelijke Staat in 754.

Het begin van de middeleeuwen
Het versmelten van de Romeinse en de barbaarse culturen zorgden voor een nieuwe wereld  de Middeleeuwen (8e
tot 15e eeuw). Het Romeinse rijk vervreemde zichzelf doordat het in brokken uiteenviel en er een kloof tussen West
en Oost ontstond. Stedelijke centra vervielen, de barbaren vielen binnen, handel raakte geïsoleerd, de bevolking trok
weg. Het Romeinse wegennet moest het ontgelden en werd vervangen door veelal rivieren als grensmarkeringen.
Een ander belangrijk kenmerk van de Middeleeuwen is het proces van opsplitsing van het beroepsleven en het
sociale leven. Mensen werden aan plaatsen gebonden in tegenstelling tot de barbaren. De veeteelt had een
belangrijke functie in de economie van de barbaren. Vee was een rijkdom die meegenomen kon worden, was een
teken van welvaart en indien nodig een ruilmiddel. De barbaren versmolten snel met de oorspronkelijke bevolking.
Chaos in de staten leidde ertoe dat in het begin van de vijfde eeuw wetten schriftelijk werden vastgelegd. Opsplitsing
en verdeling in de vroege middeleeuwen kwam door 3 factoren:
1. Versnipperde bevolking
2. Fragmentarische bewoning van het land
3. Uiteengevallen economie
 Dit zette zich voort gedurende de gehele middeleeuwen.

De pest zette de afbraak van het Romeinse rijk voort in de zesde eeuw. Steden waren uitgestorven en mensen die
nog wel leefden beschouwden hun wil als wet  folteringen en martelingen inspireren de middeleeuwse
iconografie. De Kerk kwam nog het beste weg: bisschoppen en monniken waren uitgegroeid tot veelzijdige leiders.
Naast hun geestelijke functie vervulden zij nu ook een politieke rol (onderhandelen), economische rol (verdelen van
voedsel), sociale rol (bescherming) en zelfs militaire rol (organiseren van verzet)  klerikalisme = de vermenging van
machten. Echter vervielen de geestelijke leiders tot barbarisme dat leidde tot de achteruitgang van het geestelijk
leven en de godsdienstige praktijk. In sommige streken verloor de Kerk veel terrein waarbij hele volken soms weer
vervielen tot het heidendom.

Deze opleving van het heidendom, de strijd tussen de priesterklasse en de krijgenklasse en de verlammende
uitwerking die de geestelijke en koninklijke macht op elkaar hadden kondigde de Middeleeuwen aan. De
Middeleeuwers zelf wilden graag terug naar de Romeinse tijd  Renaissance.


Le Goff (1987) De cultuur van middeleeuws Europa. De historische ontwikkeling.
79-95
Deel 3. Het ontstaan van de christenheid (11e – 13e eeuw)
De christenheid maakte omstreeks het jaar 1000 een bloeiperiode door. De gigantische bouwactiviteit van nieuwe
kerken, bruggen, schuren, etc. heeft ongetwijfeld een sleutelrol gespeeld in de vooruitgang die Europa tussen de 10 e
en 14e eeuw wist te boeken. Deze bouwactiviteit beantwoorde de noodzaak tot het herbergen van een steeds groter
wordende bevolking. Daarnaast volgde de bouwactiviteit op een periode waarin er een einde kwam aan invallen. De
oorzaak van de opbloei kan worden gevonden in de grond, dat de bron van alle welvaart was ten tijde van de
middeleeuwen. Het drieslagstelsel maakte het mogelijk om de oppervlakte van het cultuurareaal te vergroten, want
in plaats van de helft hoefde maar 1/3 e van de grond braak te liggen. Landbouwwerktuigen maakten het mogelijk de
opbrengst te vergroten en de voeding te verbeteren  gevolg: toename in bevolking dat tussen de 10 e en 14e eeuw
waarschijnlijk verdubbelde. Deze groei van de bevolking speelde een beslissende rol bij de expansie van de
christenheid.

De groei van de bevolking zorgde ervoor dat de grenzen van de christenheid in Europa steeds verder opschoven.
Anderzijds werden ook expedities over lange afstand ondernomen naar de islamitische wereld: de kruistochten.
Interne migratiebewegingen zorgde voor grote verschuivingen op de kaart van christelijk Europa. Ridders en boeren
zagen in de kruistocht een uitweg voor de overtollige bevolking van Europa. Echter schiepen de kruistochten een
blijvende kloof tussen het Byzantium en het Westen, waarbij Constantinopel werd ingenomen in 2014 tijdens de
vierde kruistocht. Daarna ging men niet meer op kruistocht.


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Maaike274. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29
  • (0)
Add to cart
Added