De korte waterkringloop: bij de korte kringloop vh water komt het verdampte zeewater weer direct
als neerslag in diezelfde zee terecht. Er komt geen land aan te pas.
De lange waterkringloop: hierbij komt regen of sneeuw wel op het vasteland terecht.
70 procent van het aardoppervlak is bedekt met water. In de aardmantel zit ook nog eens 15x zoveel
water als in alle oceanen samen.
Van al dat water op aarde is maar 1 procent zoet en bereikbaar voor de mens.
Oppervlaktewater: water dat je kunt zien, dus het water in oceanen, zeeën, rivieren en meren
Grondwater: water dat je niet met het blote oog kan zien. Water dat in de bodem en in gesteenten
getrokken is. Het meeste drinkwater maken we in NL van grondwater dat niet al te diep zit.
Leer bron 7
Je gebruikt water ook om te:
• Koken
• Wassen
• Toilet te spoelen
Sommige gebieden zijn te droog voor water. In andere gebieden valt de regen vaak op het moment
dat de natuur er niks mee kan omdat ze in winterslaap is. De akkers liggen dan braak omdat veel
gewassen bij die lage temperaturen niet groeien. Veel water stroomt dan ongebruikt terug naar zee.
Je kunt droge en natte gebieden van elkaar onderscheiden. Het is niet zo dat gebieden met veel
neerslag geen problemen hebben met water en dat gebieden met weinig neerslag altijd te beklagen
zijn.
Er wordt nog steeds veel water verspild en regenwater kan uitstekend gebruikt worden bij:
• Schrobben van het terras
• Toilet door te spoelen
,3.2
Waterbalans: de hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat
Een gebied kan op 4 manieren aan water komen:
1. Door neerslag. De neerslag valt op aarde erg ongelijk verdeeld, in NL valt per jaar zo’n 660 m3
per inwoner. De gemiddelde Egyptenaar moet het doen met 50m3. veel van die neerslag
verdampt gelijk, vooral in warme en droge gebieden. Hier is de nuttige neerslag: het verschil
tussen neerslag en verdamping, is vaak klein. Nuttige neerslag verdwijnt voor een deel in de
grond (infiltratie). In natte tijden wordt er water in de bodem opgeslagen en in droge tijden
kan dat weer worden afgegeven. Water krijgt nu veel minder snel de kans om in de bodem te
zakken door ontbossing en de uitbreiding van het bebouwde gebied. (wegen, huizen)
2. Door de aanvoer van water uit andere gebieden. In Egypte valt weinig regen, maar de Nijl
brengt elk jaar een enorme hoeveelheid water naar dit droge land
3. Door de aanvoer van fossiel water. Dat is water in de grond dat stamt uit eerdere tijden.
Veel gebieden hebben een aquifer: een waterhoudende laag in de ondergrond die als een
soort waterspaarpotje kan fungeren.
4. Door de aanvoer van virtueel water. Dat is geen echt water meer, maar het water dat
verborgen zit in producten die je importeert. Het is de hoeveelheid water die nodig is om een
product te maken. Een Nederlander gebruikt zo’n 1,5 miljoen liter water zonder een kraan
open te draaien.
We moeten steeds zuiniger omgaan met zoet water, want zoet water wordt steeds zeldzamer.
Belangrijk is het onderscheid tussen vernieuwbaar water en niet-vernieuwbaar water.
Vernieuwbaar water is water dat niet opraakt. Niet-vernieuwbaar water is water dat wel op kan
raken. Bij vernieuwbaar water is er sprake van een watergebruik. Bij het inzetten van fossiel water in
woestijnen is vaak sprake van niet-vernieuwbaar water. Het water gaat sneller aan irrigatie op dan de
natuur het in een woestijnklimaat weer kan aanvullen.
Als het water opraakt, is er sprake van een waterverbruik. Nederland gebruikt nog geen 10 procent
van zijn vernieuwbare voorraad grondwater. Egypte zit al dicht tegen de 100 procent aan. Als je
alleen je vernieuwbare voorraad water gebruikt, doe je aan duurzaam waterbeheer.
3.3
Wereldwijd heb je een paar gebieden die een overstromingsrisico hebben:
• Rivier en kustvlakten, 70% van de bevolking woont langs rivieren of dicht bij de kust. Dit zijn
laag geleden gebieden en dus is er een grote kans op een overstroming
• Gebieden aan de voet van een gebergte met een rotsige ondergrond. Als het heel hard heeft
geregend trekt hier bijna geen water in de bodem, hierdoor komt al het water tegelijk in de
rivier. Het gedeelte waar de rivier doorheen stroomt is vaak te klein om al dit water op te
vangen.
• Gebieden waar het afsmelten van de sneeuw samenvalt met hevige regenval in de zomer
• Gebieden waar tropische orkanen voorkomen, een tropische orkaan zorgt voor veel regen en
blaast water tegen de kust op waardoor het hoger komt te staan
• Gebieden waar stroomopwaarts ontbossing plaatsvindt, bij hevige regenval is er geen bos
meer dat het water vasthoudt daardoor stroomt het water gelijk af naar de rivier
• Gebieden die door stedelijke verbouwing verstenen
• Gebieden met bodemdaling door het oppompen van grondwater
, Bij de eerste vier soorten gebieden komt het vooral door de natuur. Bij de laatste 3 is het de mens
die ervoor zorgt dat de overstromingskansen toenemen.
Het VN verwacht dat de zeespiegel in 2050 20 cm hoger zal staan dan nu. De opwarming vd
atmosfeer leidt ook tot de opwarming van de oceanen, warmer zeewater produceert meer
waterdamp en warmere lucht neemt waterdamp op. Dat leidt tot een toename van zware stormen
met hevige neerslag.
Het aantal overstromingen steeg van rond de 20 in 1970 naar 200 per jaar nu, experts denken dat
het aantal overstromingen verder zal toenemen door de opwarming van de aarde, ontbossing,
verstening, bedijking en bodemdaling.
Vaak overlijden er meer mensen aan de indirecte gevolgen van een overstromingen (honger,
besmettelijke ziektes). Oogsten zijn vernield en door de kapotte bruggen en wegen kan er geen
voedsel of medicijnen aangevoerd worden. Door gebrek aan veilig drinkwater kunnen besmettelijke
ziekten uitbreken.
Maatregelen tegen over stromingen op korte termijn zijn:
- Dijken, dammen en bufferbassins aanleggen
- Het weer in het gehele stroomgebied in de gaten houden
- Burgers voorlichten en trainen
- Drinkwater en voedsel veiligstellen
Maatregelen op lange termijn:
- De rivier niet langer opsluiten tussen dijken
- Het versterkte broeikaseffect verminderen om te voorkomen dat de zeespiegel stijgt en
extremer weer krijgt.
- Een vestigingsbeleid waarbij mensen zoveel mogelijk geweerd of verplaatst worden uit
risicogebieden
3.4
Op de meeste plekken op aarde zal de waterbeschikbaarheid en de kwaliteit van het water afnemen.
Inwoners van rijke landen hebben per persoon nog meer water nodig. de vraag naar water zal verder
stijgen, maar het aanbod blijft hetzelfde. Hierdoor is er op veel plaatsen waterstress (problemen
door te weinig water). Er kan sprake zijn van een fysiek watertekort of van een economisch
watertekort.
- Fysiek watertekort: er is gewoon geen water of te weinig om aan de mens te voldoen.
- Economisch watertekort: er is te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij de
bewoners te brengen. Er is bijv geen geld voor waterleidingen of pompen.
Turkije ruziet al jaren met de buurlanden Syrië en Irak over het beheer van het water van de Eufraat
en de Tigris.
Territoriale soevereiniteit: de opvatting dat niemand zonder toestemming van anderen mag
ingrijpen in natuurlijke ecosystemen. Je spreekt van territoriale soevereiniteit als je juist vindt dat
niemand, en dus geen enkele staat, het recht heeft zonder toestemming van anderen in te grijpen in
natuurlijke systemen.
Sommige zeggen dat een tekort aan water kan leiden tot een grote wateroorlog. Zo zou de crisis in
Syrië mede veroorzaakt zijn door een enorme droogte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 119989I. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.