,WEEK 1 LES 1:
Leerdoelen:
De student herkent wat een verbintenis is en op basis waarvan een verbintenis kan ontstaan.
De student herkent de regeling van de rechtshandeling op hoofdlijnen, weet wanneer daar
sprake van is en kan die kennis toepassen op een casus.
Stof: §1-4, en §19-23 Boom Basics Verbintenissenrecht
WAAROM HET VERBINTENISSENRECHT?
Inkoopproces van Weele
Op welke punten/momenten je
te maken hebt met het recht
staan verwerkt in de cirkel, het
inkoopproces van Weele.
PRIVAATRECHT EN PUBLIEKRECHT:
Publiekrecht: het recht waarbij de overheid gebruikt van een bijzondere bevoegdheid die wij
niet hebben als burger.
o Strafrecht: beschrijft verboden gedragingen waarop een straf staat
2
, o Staats- en bestuursrecht: wat doet de eerste kamer tweede kamer, bestuursrecht
gaat over vergunningen
Privaatrecht: alles wat geen publiekrecht is, is privaatrecht
o Verbintenissenrecht: alles rondom afspraken die partijen met elkaar maken. Het
wordt ook wel eens overeenkomstenrecht genoemd.
o Goederenrecht: gaat over de relatie tussen een persoon en een goed
Begrippen
Feitelijke handeling: is een handeling waarbij je niet de bedoeling hebt een rechtsgevolg te
krijgen. (Bijvoorbeeld: het oppakken van het boek, typen op je laptop). Een feitelijke handeling
is het tegenovergestelde van een rechtshandeling
Rechtshandeling: hierbij heb je de bedoeling om een rechtsgevolg te krijgen
Rechtsgevoelig: is een gevolg dat relevant is voor het recht, hierbij ontstaan rechten en
plichten. (bijvoorbeeld: als je een verkoopovereenkomst sluit, is de betalingsplicht het
rechtsgevolg)
Rechtsfeit: een feit dat relevant is voor het recht. Een feit waarop bepaalde regels gaan
gelden of gaan veranderen (bijvoorbeeld: het sluiten van een koopovereenkomst, het recht
hebben op een schadevergoeding
o Blote rechtsfeiten: rechtsfeiten waarvoor je geen handeling hoeft te verrichten
18 jaar worden
Het overlijden van een persoon
De geboorte van een kind.
Voorbeeld van een feitelijke handeling met een rechtsgevolg → je rijd iemand per ongeluk aan. Het
is geen rechtshandeling, want het was niet je bedoeling om een rechtsgevolg te krijgen, maar je
moet wel een schadevergoeding betalen (rechtsfeit).
VERBINTENIS
Verbintenis: een relatie tussen twee of meer personen, waarbij de één tot iets gerechtigd is (een
recht heeft) en de ander tot iets verplicht is (een plicht heeft).
Hoe ontstaat een verbintenis:
Art. 6:1 BW: Verbintenissen kunnen slechts ontstaan indien dit uit de wet voortvloeit.
De meeste verbintenissen
staan in de wet of worden
afgesproken in een
overeenkomst. Rechtspraak
komt niet vaak voor, maar
wordt door een rechter nog wel
eens ingevoerd.
Natuurlijke verbintenis: art. 6:3 BW
o Niet afdwingbaar (Art. 3:296 BW)
3
, o Nakoming geldt niet als onverschuldigd (art. 6:203 BW)
o Voorbeeld: een bedrijf gaat failliet
Einde van een verbintenis
o Nakoming (art. 6:27 e.v.)
o Verrekening (art. 6:127 BW)
o Vervaltermijn
Verjaring = natuurlijk verbintenis
OVEREENKOMST
Hoe ontstaat een overeenkomst?
Art. 6:217 BW: een overeenkomst komt tot stand door het aanbod en de aanvaarding daarvan
Aanbod en aanvaarding zijn ieder voor zich eenzijdige rechtshandelingen
Gezamenlijk is het de overeenkomst. De overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling.
Soorten overeenkomsten:
Eenzijdige overeenkomsten: overeenkomst waarbij één plicht en één recht ontstaat
o Vrijwilligerswerk (zonder een vergoeding), schenkingsovereenkomst
Wederkerige overeenkomst: hierbij ontstaan meerdere rechten en plichten
o Koopovereenkomst, huurovereenkomst, samenlevingsovereenkomst
RECHTSHANDELING
Hoe komt een rechtshandeling tot stand?
Art. 3:33 BW: een rechtshandeling komt tot stand door middel van een op rechtsgevolg
gerichte wil, die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
Wil + verklaring = rechtshandeling
Wil en een verklaring komen niet overeen:
Verschillende redenen: verspreking, verschrijving, andere vergissing en geestelijke stoornis.
Verspreking, verschrijving en andere vergissing: nietige rechtshandeling: art. 3:33 BW.
Geestelijke stoornis: vernietigbaar: art. 3:34 lid 2 BW. Tenzij eenzijdig ongericht (bijvoorbeeld
testament) = nietig.
Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een persoon gericht is, ongericht (bijvoorbeeld een
testament, deze leg je bij de notaris en stuur je niet naar iemand toe), als een geestelijk iemand
(bijvoorbeeld dement) dan een testament maakt is deze nietig, in plaats van vernietigbaar.
Nietig: ongeldig, heeft nooit bestaan.
Vernietigbaar: het is in principe geldig, maar iemand kan het vernietigen dan heeft het nooit
bestaan.
Wil en verklaring komen niet overeen (dubbele grondslag):
Tenzij, gerechtvaardigd vertrouwen, art. 3:35 BW (is wilsvertrouwensleer)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamanthaPeijnenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.14. You're not tied to anything after your purchase.