Tentamenstof voor de toetst inkoop (in combinatie met de recht toets) in leerjaar 2, het blok algemeen. Met deze samenvatting heb ik een 8.6 gehaald voor het tentamen.
Samenvatting Inkoop H1 t/m H7
Hoofdstuk 1 Inkoop in vogelvlucht
1.1 - Begripsbepaling inkoop
Kopen: aanschaffen van producten zoals een ieder dat regelmatig voor zichzelf doet.
Inkopen: staat gelijk aan professioneel inkopen.
Inkoop voor een organisatie
Gestructureerd en beleidsmatig
Moet passen binnen de bedrijfsstrategie
Houdt rekening met toekomstige veranderingen
Bij aankopen in de privésfeer is ruimte voor irrationele afwegingen, bij professionele inkopen niet.
Inkoop kent drie relevante betekenissen
1. De aanschaf (gaat om goederen of diensten die zijn aangeschaft)
2. De functie (functioneel gebied van een organisatie bv. inkoopfunctionaris)
3. De organisatievorm (afdeling)
Ontwikkeling van inkoop in Amerika
1850-1900: Inkoop wordt erkend als belangrijke functie
1900-1939: De werkwijze en procedures worden ontwikkeld
1940-1946: Focus op verkrijgbaarheid van schaarse middelen
1947-1965: Inkoop als kostenpost
1965-1978: Aandacht voor materiaal management
1978-1999: Globalisering
2000-nu: Samenwerken met leveranciers
Inkoop helpt de onderneming in een complexe, veranderende omgeving te overleven. Eisen
aan inkoop:
Op lange termijn kwetsbaarheid ten opzichte van leveranciers, concurrenten en afnemers
minimaliseren
Leveranciers te zoeken (en binden) die kunnen meedenken
Te zorgen dat leveranciers meerwaarde bieden voor de onderneming
Definitie(s) inkoop:
“(…) Het verkrijgen vanuit externe bronnen van alle goederen en diensten die nodig zij
voor het draaiende houden, onderhouden en managen van de primaire en secundaire
activiteiten van een onderneming tegen de meest gunstige voorwaarden.” – van Weele
(‘alles waar een externe factuur tegenover staat’ (eenvoudige definitie)) - Telgen
Inkoop is niet alleen meer gericht op het primaire proces – de productie of de dienstverlening –
maar op het geheel, dus ook op inkoop voor het ondersteunende proces.
Inkoop op verschillende niveaus:
Strategisch: Het vertalen van de bedrijfsstrategie naar een inkoopstrategie
Tactisch: Het beheersen van het bestand van leveranciers
Operationeel: Het inkoopproces zelf
In en verkoop hebben het volgende met elkaar gemeen:
, Dat wat men verkoopt bevat ingekochte onderdelen
(product/dienst)
De inkopers van de ene organisatie zijn de klanten van een verkoopafdeling
Zowel inkoop als verkoop moeten de externe markt goed in de gaten houden.
1.3 - De (noodzakelijke) meerwaarde van inkoop
1.3.2 Inkoop en de positie op de verkoopmarkt
Voor het bepalen van de werkelijke bijdrage van een bedrijfsonderdeel aan de bedrijfsdoelstelling
wordt gebruik gemaakt van het Vijfkrachtenmodel van Porter (1979). De vijf omgevingskrachten:
1. Potentiële toetreders
Is het moeilijk om een nieuwe markt te betreden?
Is het moeilijk om deze markt ook weer af te
stoten?
Kost het veel geld om producten te vermarkten?
2) Kopers
Hoe goed is de koper geïnformeerd?
Hoe groot is de doelgroep?
3) Leveranciers
Heeft de leverancier een monopolypositie of heeft hij met anderen een kartel gevormd?
4)Bedrijfstakconcurrenten
Sommige markten zijn een ware slachting waar miljoenen opgaan aan de strijd tegen
andere spelers in dezelfde markt
Kan ik tegen betere condities inkopen bij mijn leveranciers of juist niet?
5) Potentiële substituten
Hoe langer het product op de markt is (lange levenscyclus), hoe meer winst het
oplevert.
Kan er door de concurrent een betere versie op de markt worden gebracht?
Volgens Porter draait alles om de Perfect fit (de mate waarin de positionering van een organisatie
past op de door haar gekozen markt). Porter (1980) onderscheidt drie categorieën:
1. Kostenleiderschap
In deze strategie willen bedrijven de goedkoopste zijn in de gekozen doelmarkt.
Kledingketens zoals Wibra en Zeeman hebben voor deze aanpak gekozen.
2. Differentiatiestrategie
Met deze strategie willen organisaties zich onderscheiden van alle anderen in dezelfde
markt. Een organisatie moet hierbij bovengemiddelde prestaties leveren.
3. Focusstrategie:
Een organisatie kiest hierbij voor een bijzonder marktsegment. Er wordt goed ingespeeld op
de specifieke belangen van een specifieke doelgroep. Er zijn twee varianten:
Kostenfocus (wel aan specifieke eisen voldoen, maar tegen zo’n laag mogelijke
prijs)
Differentiatiefocus (gaat om een unieke positie in een bijzonder marktsegment,
waarbij het gaat om kwaliteit of imago)
Voor inkoop is het niet zozeer de prijs van het aangeschafte product of de aangeschafte dienst
van belang, maar de relatie tussen dat bedrag en de omzet. Dit heet ook wel het
2
, aankoopaandeel. Bij banken 20%/30%, bij productie 50%/70% en bij handelsorganisaties
60%/90%.
inkoopomzet
De formule: aankoopaandeel = x 100%
totale omzet
Hoe hoger het aankoopaandeel hoe belangrijker de inkoop.
Naar het inkoopaandeel zijn er ook inkoopkosten = (alle kosten die gemaakt worden om de
goederen en diensten in te kopen en binnen te krijgen. Dus NIET de aanschafprijs van de
producten of diensten zelf! Bijvoorbeeld:
Personeel van de inkoopafdeling
Werkplek
Inkoopsoftware
Leveranciersbeheer - Leveranciersbezoek
Beursbezoek
Inkoopmarktonderzoek
Het opvragen en beoordelen van offertes
Category manager: een manager die zowel inkoop als verkoop afhandelt.
Moderne kopers moeten tegenwoordig al bij het ontwerpproces betrokken worden, om later een van
de volgende problemen te voorkomen:
Het in te kopen product blijkt tegen het einde van zijn levenscyclus te lopen
De leverancier is gevestigd in een gebied waar de handel bedreigd wordt door politieke of
militaire veranderingen
Men blijkt leveranciers in de arm te moeten nemen waarmee men eerder negatieve
ervaringen heeft gehad
Men blijkt uit te moeten komen bij leveranciers die het strategische beleid met betrekking tot
leveranciers en producten doorkruisen
1.5 - Inkoop in ontwikkeling
1.5.1 Trends in inkoop
Uit 42 onderzoeken zijn zes trends op het gebied van inkoop waargenomen:
1. Inkoper heeft steeds meer vaardigheden nodig
2. E-business wordt steeds belangrijker
3. Inkoopfunctie wordt strategischer
o Minder operationele inkopers nodig
o Meer langer termijn gericht
4. Inkooporganisatie wordt meer hybride
o Centraal en decentraal gecombineerd
5. Teamwork wordt belangrijker
o In de supply chain komen meerdere functies bij elkaar
6. Inkoop in de publieke sector wordt strategischer
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamanthaPeijnenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.