De vormen van het werkwoord
- Een werkwoord kan van tijd veranderen
Tegenwoordige tijd (T.T) Verleden tijd (V.T)
Lopen Liepen
Gaan Gingen
Spelen Speelden
Werken Werkten
- Ieder werkwoord kan in verschillende vormen voorkomen:
a. Persoonsvorm (P.V) -> Rachid vertelt een verhaal
b. Voltooid deelwoord -> Rachid heeft een verhaal verteld
c. Infinitief (hele werkwoord) -> Rachid gaat een verhaal vertellen
d. Tegenwoordig deelwoord -> Een verhaal vertellend loopt Rachid naar huis
- Om de precieze schrijfwijze vast te stellen, moet je eerst kijken om welke vorm van het
werkwoord het gaat.
Lastige werkwoorden
- Bij werkwoorden als ‘branden’, ‘Landen’, ‘Planten’, ‘Rusten’, en ‘Wachten’ kun je niet
horen of ze van tijd kunnen veranderen. Het verschil tussen bijvoorbeeld ‘Landen’ en
‘Landden’ kan je namelijk niet horen.
De tegenwoordige tijd
1e persoon enkelvoud Ik Loop Ik vorm
2e persoon enkelvoud Jij/ Je/ u Loopt Ik vorm + T
3e persoon enkelvoud Hij/ Zij/ Het Loopt Ik vorm + T
1e persoon meervoud Wij Lopen Hele werkwoord
2e persoon meervoud Jullie Lopen Hele werkwoord
3e persoon meervoud Zij Lopen Hele werkwoord
- Op de plaats van ‘Hij, Zij en Het’ kan ook een persoon, dier of een ding staan.
1. Die fiets rijdt lekker
2. Manuela leest de krant
3. Dat broodje ziet er goed uit
4. Dat gebouw wordt te koop aangeboden
, - Als ‘JIJ’ achter de persoonsvorm staat, schrijf je alleen de Ik-vorm
1. Werk jij ook in het weekend?
2. Doe jij dit voor hem?
*Bij werkwoorden als ‘Vinden’, ‘Worden’ en ‘Branden’ kun je niet horen of je alleen de ik-vorm of
ik-vorm + T moet schrijven. Door er een werkwoord als ‘Lopen’ of ‘Smurfen’, ‘Koken’ of ‘Maken’
voor in de plaats te zetten, kunnen we bepalen of het de ik-vorm of ik-vorm + T moet zijn.
De verleden tijd
- De verleden tijd kan op twee manieren worden gevormd
a. Door de(n) of te(n) achter de ik-vorm te zetten. Bij zwakke/Klank veranderende
werkwoorden.
Werken Ik werkte Ik-vorm + te
Rusten Ik rustte Ik-vorm + te
Vertellen Ik vertelde Ik-vorm + de
Vermelden Ik vermeldde Ik-vorm + de
Wij werkten Ik vorm + ten
Wij rustten Ik vorm + ten
Wij vermeldden Ik vorm + den
Wij vertelden Ik vorm + den
b. Bij klankveranderende werkwoorden
Bieden Ik bood Wij boden
Lopen Ik liep Wij liepen
Rijden Ik reed Wij reden
Denken Ik dacht Wij dachten
Wel of geen ‘W’
Als jou en u persoonlijke voornaamwoorden zijn, dan gebruiken we ‘Jou’ of ‘U’
Is er sprake van een bezittelijk voornaamwoord, dan schrijven we ‘Jouw’ en ‘Uw’
1. Ik heb jou uitgenodigd.
2. Ik heb jouw trui geleend.
1. Dat idee van u is doordacht.
2. Uw fiets is beschadigd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deboradb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.88. You're not tied to anything after your purchase.