Hier vind je mijn samenvatting van het vak accounting dat wordt gegeven in de 1ste bachelor handelswetenschappen aan de UHasselt. Meer bepaalt de theorie van kwartiel 2. Dit is een samenvatting van alle PPT's + notities uit de les.
Niet toegelaten in de Belgische wetgeving om aandelen te
herwaarderen!
Aankoop aandelen met aankoopkosten
‘5100 Aandelen – AW’ en ‘5500 Bank r/c’
Keuze aankoopkosten:
Boeken op kostenrekening → ‘657 Diverse financ. Kosten’
Bijtellen bij de aanschaffingswaarde
Inventaris: waardedaling
Boekhoudkundig doen, fiscus accepteert dit niet → in de realiteit wordt dit dus weinig gedaan
De onderneming beslist of ze met deze waardedaling gaan rekening houden of niet
Kostenrekening D : ‘6510 Waardeverminderingen op vlottende activa’
Actiefrekening C : ‘5190 Geboekte waardeverminderingen’
Inventaris: waardestijging
Wetgever verbiedt geldbeleggingen te herwaarderen
De waarde maximaal verhogen met een terugneming van de eerder geboekte waardevermindering
‘5190 geboekte waardevermindering’ → afboeken D
‘6511 Waardevermindering op vlottende activa – terugneming’
Verkoop aandelen met transactiekosten
BW = AW – GW + terugneming ↔ verkoopprijs
Meerwaarde:
Fiscale wetgeving: op de meerwaarde wordt je niet belast
Boekhoudkundige verwerking
D ‘5500 & D ‘657 Diverse kosten’
C ‘5100 Aandelen – AW’ → afboeken
C ‘752 Meerwaarde realisatie Vlottende activa’
Obligaties : uitgegeven door de overheid of door
ondernemingen
Kasbon = obligatie : uitgegeven door de bank tegen een
vooraf bepaalde rente
,DEEL 3 – BOEKHOUDEN IN DE PRAKTIJK
H1 DE BOEKHOUDWETGEVING
Algemene bepalingen:
Boekhoudplichtig: Nv, bv, vzw
Geen boekhouding voeren: Politieke partijen en bepaalde landbouwbedrijven
Hoe groter je bent, hoe uitgebreider je boekhouding zal zijn + ! Alles moet worden geboekt
Verplichte boekhouding
Vereenvoudigde boekhouding – enkelvoudig boekhouden
Alles maar één keer registreren + Zeer kleine onderneming
Dubbele boekhouding
Kleine vennootschappen
Aantal wn’s: 50 wn’s
Jaaromzet excl. Btw: 9 000 000,00
Balanstotaal: 4 500 000,00
! Als je maar eentje van de 3 criteria overschrijd, dan nog steeds kleine vennootschap
Balans opmaken volgens het verkort schema → minder informatie wordt opgenomen
Grote vennootschappen
2 van de 3 criteria overschreden dan grote vennootschap
Balans opmaken volgens het volledige schema → uitgebreider
Micro vennootschappen
Aantal wn’s: 10 wn’s
Jaaromzet exclu. Btw: 700 000,00
Balanstotaal: 350 000,00
Eén criteria overschreden, dan micro → 2 overschreden dan kleine
Meeste ondernemingen in België zijn micro
1 jan. 2024 alles bvba’s omzetten in bv → verplicht
Elke onderneming moet verplicht een inventaris opmaken = realiteit registreren
Vormvoorschriften, sancties en doelstellingen
Chronologisch boekhouding bijhouden + Minstens 7 jaar bijhouden
Boekhoudprincipes en jaarrekening
Ondernemingsentiteit = enkel verrichtingen m.b.t. de onderneming worden geregistreerd
Monetaire kwantificering = financieel meetbare gebeurtenissen in EUR
Going concern = de onderneming in de toekomst zal voortbestaan en haar activiteiten zal voortzetten
Periodiciteitsveronderstelling = ten minste éénmaal per jaar jaarrekening opstellen
Verantwoordingsstukken = materiële documenten
Volledigheid = alles registreren die vermogen & resultaat kunnen beïnvloeden
Niet-compensatie = vorderingen & schulden / kosten & opbrengsten
Bv. Credit Nota op aparte rekening boeken en niet op de rekening van aankoop/verkoop
Matching-principe = Om het juiste resultaat over een bepaalde periode te kennen, moet men de kosten en
opbrengsten die betrekking hebben op die periode exact bepalen
Individuele waardering = elk actief- en passiefbestanddeel wordt individueel gewaardeerd
Voorzichtigheid = financiële toestand van de onderneming niet gunstiger voorstellen dan zij in realiteit is
Bv. voorraad is altijd de laagste waarde
Objectiviteit = linken aan de werkelijke waarde
Relevantie = boekhouding aangepast aan de aard & omvang onderneming
Grens van een belangrijk bedrag of relevantie wordt bepaald door de onderneming zelf
Vergelijkbaarheid & consistentie = opeenvolgende jaarrekeningen moeten vergelijkbaar zijn
Getrouw beeld = overeenkomen met de realiteit
, DEEL 5 STUDIE VAN DE PASSIVA
H1 – INBRENG
Soorten vennootschappen
Kapitaalvennootschappen : wel kapitaal
Inbreng : ’10 kapitaal’
‘100 Geplaatst kapitaal’ = beloofde kapitaal
‘101 Niet-opgevraagd kapitaal’ = nog niet gestort deel
Kapitaalloze vennootschappen : geen kapitaal
Inbreng : ’11 buiten kapitaal’
KEUZE: wordt door de onderneming zelf besloten of dit beschikbaar is voor de aandeelhouder of niet
‘110 Beschikbaar’ : aandeelhouder kan aan het geld
‘111 Onbeschikbaar’ : geld blijft in de vennootschap zitten zolang de vennootschap bestaat,
aandeelhouder kan er niet aankomen
Boekhoudkundige verwerking
NV → minimaal kapitaal : €61 500,0
Minimaal te volstorten : €61 500,00
Hoger kapitaal: minimaal 25% volgestort (extra 25% bovenop het hoger kapitaal nog storten)
Inbreng in Natura: volledig en verslag bedrijfsrevisor
BV → geen kapitaal
Waarderingsregels
Storting in speciën → nominale waarde
Inbreng in natura → inbrengwaarde exclusief bijkomende kosten : kosten bedrijfsr. niet toevoegen aan AW!!
Voorbeeld 1: Oprichtingsakte nv
Aansprakelijk voor het beloofde kapitaal, dus wanneer onderneming failliet gaat zijn de aandeelhouders
verplicht nog 75 000,00 euro te storten
Beslissing niet opgevraagde kapitaal opvragen → VORDERING → ‘410 Opgevraagd, niet gestort kapitaal’
Vordering tegenover de aandeelhouder
Voorbeeld 2: bv
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cedrinestevens1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $22.00. You're not tied to anything after your purchase.