100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafprocesrecht Literatuur Deel 2 (Week 7 t/m 11) $5.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Strafprocesrecht Literatuur Deel 2 (Week 7 t/m 11)

 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de literatuur voor het vak Strafprocesrecht in Leiden. De Samenvatting bestaat uit: De Wilde: Pleidooi / HR: Auditu / HR: Verbetering misslag in t.l.l. / De Wilde: recht getuigen / EHRM: Vidgen t. NL / HR: Post Vidgen / EHRM: Schatschaschwilli t. DL / HR: Vingerafdrukke...

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • March 10, 2020
  • 41
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Week 7 : Literatuur

De Wilde: Pleidooi voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer
In dit pleidooi wordt gepleit voor een ruimere interpretatie van de grondslagleer en
helderder geformuleerde tenlasteleggingen. Inspiratie komt vanuit het Duitse
Strafrecht.

Wat is een belangrijk deel van de dagvaarding?
De uiteenzetting van gedragingen waar de verdachte van wordt beschuldigd ook wel
de tenlastelegging genoemd. Deze moet voldoen aan de eisen van art. 261 Sv. Zijn
erg basaal: een feit, een pleegtijd en een pleegplaats; OvJ veel vrijheid.

Wat is een belangrijk uitgangspunt van de OvJ?
Bepaalt de omvang van het rechtsgeding, bepaalt van welke strafbare feiten
verdacht van wordt beschuldigd en kan tijdens zitting ook nog t.l.l. wijzigen ex. Art.
312-313 Sv.

Wat is de grondslagleer?
De rechter die een einduitspraak moet doen in een strafzaak is gebonden aan de
tenlastelegging. Dat beginsel wordt de grondslagleer genoemd! Deze is verankerd in
de artikelen 348 en 350 Sv. Rechter beslissen ‘op den grondslag der tenlastelegging’.
Zorgt voor een afbakening: rechter mag alleen oordelen over ten laste gelegde
feiten; het bepaalt daarmee de omvang van het onderzoek ter terechtzitting.

Grondslagleer in het bijzonder relevant voor welke vraag?
De eerste vraag van art. 350 Sv: Kan het ten laste gelegde feit worden bewezen?
Komt de rechter uit de bewijsmiddelen tot een ander strafbaar feit dan ten laste is
gelegd dan mag de rechter het feit niet bewezen verklaren. Dit feit is immers niet ten
laste gelegd.

Ten laste gelegde feiten zijn bepalend voor het beantwoorden op de vraag of de
ondervraging van een getuige relevant is.

Dit is alles, door de nogal strikte interpretatie van de grondslagleer, zijn
tenlasteleggingen in Nederland vrij ingewikkeld geformuleerd. (Primair-subsidiair en


1

,standaard alternatieve feiten en omstandigheid: In Leiden, althans in Nederland).

In dit artikel dus onderzocht welke interpretaties rechters geven aan de
grondslagleer en of een ruimere interpretatie wenselijk is.

Het ten laste gelegde feit moet de grondslag voor de besluitvorming zijn.

De interpretatie van de grondslagleer?
In oudere jurisprudentie werd aangenomen dat de rechters gebonden waren aan de
letterlijke tekst van de t.l.l. Zo het voorbeeld van het arrest Brasserskade waar
volgens de HR sprake was van grondslagverlating. Wel erg streng, want het maakt
niet uit in welke berm de boom precies stond waar de automobilist tegen aan was
gereden, was dus wel een erg strenge opvatting.

Wat heeft dit teweeg gebracht?
Deze strikte interpretatie heeft de inrichting van t.l.l. beïnvloedt. Wordt er gekeken
naar de letterlijke tekst, dan moet de OvJ alle elementen van een mogelijke
bewezenverklaring bevatten. Dus daarom niet alleen het strafbare feit, maar ook
alternatieven daarvoor.

Leg de primair-subsidiaire tenlastelegging uit?
Dezelfde feitelijke gedraging van de verdachte als twee zelfstandige strafbare feiten
in de tenlastelegging opgenomen. Verschillende delictsomschrijvingen van
toepassing zoals doodslag en dood door schuld. Alleen bij het subsidiaire als rechter
bij de primaire de verdachte vrijspreekt.

Leg de alternatieve tenlastelegging uit?
Deze lijkt op de vorige, maar hier mag de rechtbank vrij kiezen tussen het eerste en
het tweede feit. Dit is een of/of-tenlastelegging.
Cumulatief alternatieve tenlastelegging?
Is een en/of-tenlastelegging waarbij de rechtbank één van beide feiten bewezen mag
verklaren of allebei.

Kan ook binnen de omschrijving van een strafbaar feit komen met alternatieven,
schrijft meer bestanddelen op. ‘Met geweld en/of met bedreiging met geweld’. De


2

,pleegtijd tevens niet als een datum worden opgenomen, maar ‘op of omstreeks’.

Waarom al deze alternatieve in de t.l.l.?
Het is een vangnet voor het geval de rechtbank bepaald strafbaar feit niet bewezen
acht. Is begrijpelijk aangezien de schuldige moet kunnen worden veroordeeld.

Wat is echter de schaduwzijde van al deze alternatieven?
De t.l.l. wordt onoverzichtelijk opsomming van juridische en feitelijke termen. Daar
komt bij dat de afbakenende functie van de t.l.l. minder groot is wanneer veel
alternatieven worden opgenomen. Dan op alle deze alternatieven richten.

Huidige interpretatie van de grondslagleer?
Letterlijke tekst is bindend. De niet bewezen geachte onderdelen worden
weggestreept. Wat dan vervolgens overblijft is de bewezenverklaring.

Echter soms wijken de feitenrechts af van de letterlijke tekst van de t.l.l.?
Ja, bijvoorbeeld bij verschrijvingen of andersoortige vergissingen. Zo mocht
bijvoorbeeld Netersel gemeente bewezen worden verklaard, terwijl het Bladel was.
De uitvoer van harddrugs bewezen verklaard als de invoer van harddrugs. Zelfs
‘wederrechtelijk’ bewezen achtte, hoewel dit woord ontbrak in de t.l.l.
Is echter niet onbeperkt?
Op of omstreeks 19 juni 2005 niet zonder motivering naar op 16 september worden
verklaard. Bij een anders niet bedrijfsmatig worden toegevoegd, waardoor sprake
was van een andere bepaling in het Vuurwerkbesluit.

Op welke manier beoordeelt de HR tegenwoordig of grondslagleer is gerespecteerd?
Niet meer uit van de gebondenheid aan de letterlijke tekst van de t.l.l., maar van een
gebondenheid aan de essentie van de t.l.l. (is coulanter geworden) De feitenrecht
mag de t.l.l. interpreteren en zelf mag bepalen of bewezenverklaring in
overeenstemming is met de t.l.l. HR houdt dat in stand, tenzij de uitleg van de
feitenrechter redelijkerwijs niet de verenigen is met de bewoording van de t.l.l.

Dus het uitgangspunt is…?
Discrepantie tussen de t.l.l. en de bewezenverklaring toelaatbaar zijn, zolang



3

, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de OvJ heeft willen vervolgen voor feit
dat bewezen is verklaard.

Afwijking van de t.l.l. is alleen toelaatbaar wanneer de verdachte niet in zijn
belangen wordt geschaad. Wanneer is dat het geval?
Wanneer voor hem duidelijk is geweest dat hem de bewezen verklaarde gedraging
werd verweten. Relevant wat tijdens het o.t.t. is gekomen en uit het procesdossier

Wat zei de HR over het arrest met de afwijkende pleegdatum?
Dat het oordeel van het Hof zonder nadere motivering niet begrijpelijk was. Zij
hadden het moeten motiveren, omdat bij het ontbreken daarvan niet kan worden
uitgesloten dat de bewezenverklaring een ander strafbaar feit betreft dat het feit
waardoor de OvJ heeft willen vervolgen.

Een andere zaak dat verdachte, samen met anderen, in een periode van twee jaar
meerdere schapen illegaal had geslacht. Rechter sprak vrij omdat alleen bewezen
werd geacht dat verdachte met één medeverdachte (komt niet voor in het dossier),
op één dag één schaap had geslacht. Een bewezenverklaring zou hier in dit geval
betrekking hebben op een feit waarop de t.l.l. niet op was gericht.

Wat ook niet toegelaten?
Dat een meer algemeen geformuleerde alternatief in de t.l.l bewezen te verklaren.
Niet ene laptop of telefoon, maar een enig goed bewezen verklaren is te
gemakzuchtig. Want in Nederland altijd een partiële bewezenverklaring is
noodzakelijkerwijs gepaard met een partiële vrijspraak. Het levert een
bewezenverlating op.

Dus conclusie over interpretatie grondslagleer?
Schijn van dat HR niet de letterlijke tekst volgt. Aangezien afwijkingen worden
toegelaten zolang geen ander strafbaar feit bewezen word verklaard dan ten laste is
gelegd. De essentie lijkt doorslaggevend te zijn. Hoeveel afwijkingen de feitenrechter
zich kan permitteren is niet duidelijk.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janssens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35
  • (0)
  Add to cart