100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting Algemene chemie II $9.80
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting Algemene chemie II

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitegbreide samenvatting van het vak 'Algemene chemie II'. Met deze samenvatting haalde ik in eerste zit een 15/20. De samenvatting bevat enkel de theorielessen, dus geen oefeningen of labo's.

Preview 4 out of 96  pages

  • November 20, 2024
  • 96
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Algemene chemie 11

H1 Oplossingen

1.1 Inleiding

! Homogene EN heterogene oplossingen:

▪ Homogeen: geen onderscheid tussen de verschillende componenten
▪ Heterogeen: wél een onderscheid tussen de verschillende componenten

Een oplossing bestaat uit: ! Oplossing = opgeloste stof + oplosmiddel

 Oplosmiddel = component v/h mengsel met de grootste fractie → bepaald meestal de
aggregatietoestand v/h mengsel
 Opgeloste stoffen = overige stoffen in het mengsel

! Bij een te veel aan opgeloste stof is de oplossing verzadigd → voorbij het verzadigingspunt wordt
er neerslag gevormd

Verzadigingspunt verschilt per stof en heeft te maken met de oplosbaarheid

Oplosbaarheid = maximale hoeveelheid stof die, bij een bepaalde T, kan opgelost worden in een
welbepaalde hoeveelheid oplosmiddel
Wanneer oplosbaarheid wordt besproken
 Onoplosbare stof: minder dan 0,1 mol/L
zonder specificatie v/e solvent, verwijst men
 Oplosbare stof
naar de oplosbaarheid in water!
▪ Verdunden opl.: weinig opgeloste stof
▪ Geconcentreerde opl.: veel opgeloste stof
▪ Verzadigde opl.: maximale hoeveelheid opgeloste stof
▪ Onverzadigde opl.: meer dan de maximale hoeveelheid opgeloste stof

1.2 Het oplossingsproces

! Het oplossen van 2 stoffen wordt bepaald door enerzijds de intermoleculaire krachten die
verbroken moeten worden & anderzijds de nieuw ontstane krachten tussen de 2 moleculen A en B

Oefening ppt:

I2 lost beter op in CCl4 dan in H2O

WANT zijn beiden apolair → dus dezelfde intermoleculaire krachten


Verschil oplossing ionaire binding & covalente binding
Gesolvateerd = gehydrateerd
Ionaire binding:

Water breekt het ionenrooster af en zal de individuele ionen omringen → ionen zijn gesolvateerd

SPONTAAN

1

, Hydrofoob = moleculen die géén interactie aangaan met water
Hydrofiel = moleculen die wél een interactie aangaan met water


! Stoffen die deze 2 eigenschappen combineren: hydrofiele kop & hydrofobe staart

Vb.: zeep

De hydrofobe staart gaat zich vast enten aan
de apolaire moleculen zoals vet

GEVOLG: vuil kan makkelijk worden
weggespoeld




Covalente binding:

Water gaat een molecule zoals suiker ook afbreken MAAR niet in individuele ionen, wel in aparte
suikermoleculen

1.3 Hydratatie-en oplossingsenthalpie

De hydratatie wordt bepaald door:

1. Lading v/h ion: hoe groter → hoe groter de interactie met het polair deeltje
2. Afmeting v/h ion: hoe kleiner → hoe kleiner de dichtheid

De vorming van sterke ion-dipool interacties tussen ion en watermoleculen gaat gepaard met
warmtevrijstelling:

Hydratatie-enthalpie, ∆𝐻 = energie vrijgesteld in het hypothetisch proces waarbij
gehydrateerde ionen gevormd worden uitgaande v/d overeenkomstige gasvormige ionen

Indien ∆𝐻 negatief is, hebben we een exotherme reactie


De hydratatie-enthalpie is een maat voor de hydratatiesterkte



2

,Oplossingsenthalpie = enthalpieverandering die optreedt bij het oplossen v/e opgeloste stof in een
oplosmiddel




! LET OP: Gassen vormen géén rooster → dus geen energie nodig om eventuele roosterenergie te
verbreken → telkens sterke exotherme reactie


1.4 Invloed van temperatuur en druk op oplosbaarheid

Temperatuur

Endotherm: T stijgt → oplosbaarheid neemt toe

Verklaring: evenwicht verschuift naar rechts door het principe van Le Chatelier

Exotherm: T stijgt → oplosbaarheid daalt

Verklaring: principe van Le Chatelier

Druk

Heeft weinig invloed op de oplosbaarheid van vloeistoffen & vaste stoffen MAAR wél op gassen:
Met s = oplosbaarheid ; p =
Beschreven door de Wet van Henry: partieeldruk & k = cte van Henry

! Als druk stijgt → neemt de oplosbaarheid toe

! Vb.:

Cola: fles opent → druk verlaagt → oplosbaarheid CO2 verlaagt → kan niet meer in oplossing DUS
gaat ontsnappen

Diepzeeduiker: druk hoog → druk verlaagt bij het naar boven komen → oplosbaarheid van gassen
verlaagt → N2 komt daardoor vrij → te snel? Te veel toxische gassen komen vrij


De wet van Raoult stelt dat voor een ideaal mengsel de partiële druk van component i in de gasfase
gelijk is aan de molfractie van component i in de vloeistoffase maal de verzadigde dampspanning




3

, Conclusie: de totale druk van de oplossing is afhankelijk v/d molfractie v/h solvent


1.5 Concentratie-uitdrukkingen
Molfractie XA = de verhouding v/h aantal mol van A en het totaal aantal mol van alle componenten in
de oplossing




Molariteit OF molaire concentratie M = aantal mol opgeloste stof / L oplossing




Molaliteit m = aantal mol opgeloste stof / kg oplosmiddel



1.6 Elektrolyten

Elektrolyten = verbindingen die, wanneer ze oplossen in een solvens, aanleiding geven tot een
oplossing die de elektrische stroom geleidt

▪ Sterke elektrolyten: verbindingen die bij het oplossen bijna geheel in ionen splitsen

Vb.: wateroplosbare zouten (NaCl); sterke zuren (H2SO4); sterke basen (NaOH)

▪ Zwakke elektrolyten: gedeeltelijk gedissocieerd in gehydrateerde ionen

Vb.: slecht wateroplosbare zouten (CaSO4); zwakke zuren (HOAc); zwakke basen
(NH4OH)

VERKLARING: evenwichtsreactie i.p.v. aflopingsreactie

▪ Niet-elektrolyten: niet gedissocieerd
Vb.: suiker

PROBLEEM: bij het oplossen van sommige chemische stoffen in water zoals zuren, basen en zouten,
wordt dikwijls gedrag opgemerkt dat afwijkt van wat een aantal fysio-chemische wetmatigheden
voorspellen

Vriespuntverlaging en colligatieve eigenschappen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannahgastmans1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.80
  • (0)
Add to cart
Added