Werken aan normatieve professionaliteit (201700106)
Summary
samenvatting ALLES + artikelen - werken aan normatieve professionaliteit ()
3 views 0 purchase
Course
Werken aan normatieve professionaliteit (201700106)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Samenvatting van alles stof van het vak werken aan normatieve professionaliteit (). Ik heb deze samenvatting gebaseerd op mijn eigen hoorcollegeaantekeningen, artikelen en andere samenvattingen die ik kon vinden. Begrippen zijn gedefinieerd en uitgewerkt, en alles is in makkelijke woorden beschreve...
Werken aan normatieve professionaliteit (201700106)
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
mette0704
Content preview
WEEK 1: INTRODUCTIE EN ARGUMENTATIELEER
Filosofie = een manier om systematisch te leren nadenken. Verschillende
dimensies:
- Logica = geldigheid van redeneringen, exacte vakken
- Argumentatietheorie = oplossen meningsverschillen, taalbeheersing en
taalkund
- Ethiek = het goede en het juiste, rechtvaardig
- Wijsgierige antropologie = mensbeeld (vrije wil) en wereldbeeld,
theoretisch beeld (wetenschappelijke kennis), logisch nadenken en
abstract nadenken
- Epistemologie & wetenschapsfilosofie = kennisleer, ware kennis,
opbouw kennis en ontwikkeling van de wetenschap
Pedagoog: kritisch reflecteren op denken en handelen, kritisch denken,
normatieve vragen, doordenken van grondslagen en vooronderstellingen (twijfel
bij vanzelfsprekendheid)
- Pedagogische prudentie = wel of niet doen, heb ik het goed gedaan VS
heb ik er goed aan gedaan (normatief)?, had ik dit onderzoek moeten
doen, kritisch reflecteren
- Normatieve vraag = moeten we zoiets willen? Wat moeten we vinden?
Mogelijkheid VS wenselijkheid: mogelijkheid – effectief?, wenselijkheid – moeten
we dit willen?
Wetenschap is een kritische discussie/debat regel: onderbouwing met
argumenten
- Kritische discussie = instrument om geschillen op te lossen. Iedere
gesprekspartner probeert de ander met serieuze overtuigingen over te
halen tot eigen positie
Niet iedere discussie is een kritische discussie: informatieve discussies,
onderzoek discussies, of zonder oplossing als doel: ruzie, twistgesprek of
onderhandelingen.
Overzicht argumentatieleer = kijk naar verschil in opvatting, gesprek/debat
tussen mensen
1) Meningsverschillen
2) Regels van de kritische discussie
3) Dialectische argumentatie
4) Argumentatieschema
5) De grenzen aan de kritische discussie
Meningsverschil = discussie of ruzie tussen 2+ mensen (burenruzie). Geuite
mening =geschil
- Enkelvoudig geschil = 1 kwestie aan de orde, tegenstelling (wel of niet)
- Meervoudig geschil = meer dan 1 kwestie aan de orde, contrair,
meningsverschil
- Gemengd geschil = 2 partijen, 2 meningen
- Niet gemengd = 1 partij/positie, 1 mening, in twijfel trekken
Tegengestelde proposities = enkelvoudig, tegengestelde, kan niet beide waar
of onwaar zijn
Contraire proposities = meervoudig, kan niet beiden waar zijn, wel beide
onwaar
Voordeel argumentatietheorie: door discussie en kritische toetsing tot
overeenstemming komen over de houdbaarheid of onhoudbaarheid van het
standpunt.
, Strijdige proposities = kan niet beide waar zijn
Verdedigingsplicht = ‘hoezo niet’ en ‘hoezo wel’ antwoorden uitsluiten
Overtredingen van discussieregels:
- Drogredenen = overtredingen van de argumentatieregels in een kritische
discussie
- Ontduiken van bewijslast = je eigen standpunten niet kunnen
verdedigen
- Verschuiven van bewijslast = verder gaan met ‘waarom wel/niet’-
vragen, zodat de ander met argumenten moet komen
- Standpuntsregel = aanval op standpunt moet betrekking hebben op het
standpunt wat benoemd is door de andere partij
- Beroep op autoriteit = status van een persoon, geschrift of boek
gebruikt als ultiem argument (hoeft niet altijd drogreden te zijn)
- Inner-circle = iemand wordt uitgesloten of niet serieus genomen in de
groep
- Verkeerde vergelijking = onterecht 2 zaken vergelijken die niet te
vergelijken zijn
- Verhaaste generalisatie = door een enkel geval een conclusie trekken
- Persoonlijke aanval = persoon aanvallen en niet zijn argumenten
- Populariteitsargument = stelling bewijzen door te zeggen dat er een
meerderheid is
- Onjuiste oorzaak-gevolg relatie = terwijl die er niet is, kunnen anderen
oorzaken zijn
Argumentatieschema = hulpmiddel om standpunten in een argumentatie te
ordenen en te kijken hoe deze zich tot elkaar verhouden.
Dialectische argumentatie = iemand is met zichzelf in discussie en noemt
argumenten tegen zijn eigen standpunt, spreekt zichzelf tegen
Kritiek op iemands argumentatie:
- Houdbaarheidskritiek = houdbaarheid van het argument, specifiek,
trekt in twijfel of het bewijs dat wordt genoemd wel echt is, klopt het
argument los van het standpunt?
1) Voorbeeld: ‘waren er niet zoveel’ – klopt dit?, ‘hij zei dat’ – wanneer?
Klopt dit?
- Bewijskrachtkritiek = onderbouwt het argument het standpunt? Bewijst
het iets? Heeft het debat er mee te maken? Ondersteund het argument
voldoende het standpunt?
- Actieve kritiek = de criticus neemt zelf ook een standpunt in.
- Tegenwerping = bewijskracht van het standpunt, redenen waardoor het
standpunt niet kan kloppen, kan retorische vraag zijn
- Tegenargument = criticus neemt tegengesteld standpunt in gemengd
enkelvoudig
- Drogredenkritiek = redeneren vanuit een drogreden
1) Metaniveau = de manier waarop de discussie wordt gevold, bijv.
door drogreden, geen betrekking op het onderwerp van de discussie
2) Ignoratio elenchi = aanvoeren van geheel irrelevante argumenten
Argumentatiestructuren:
Proponent = verdediger van het hoofdstandpunt
Opponent = criticus trekt hoofdstandpunt in twijfel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mette0704. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.