100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht bijeenkomst 8 $4.92   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht bijeenkomst 8

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat de samenvatting van de leerstof voor bijeenkomst 8 van het vak Inleiding staats- en bestuursrecht, Maastricht Universiteit. Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 paragrafen: 2.4, 2.7, 2.8, 2.10 en hoofdstuk 3 komen aan bod

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Bijeenkomst 8: hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 paragrafen: 2.4, 2.7, 2.8, 2.10 en hoofdstuk 3
  • March 11, 2020
  • 8
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
INLEIDING STAATS- EN BESTUURSRECHT
Samenvatting bijeenkomst 8: Hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 paragrafen: 2.4, 2.7, 2.8, 2.10 en
hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 Introductie en overzicht
1.1 Besturen en bestuursrecht
Een grote onderneming zoals een naamloze vennootschap, kent een bestuur. Dit bestuur is
belast met het besturen van de vennootschap (art. 2:129 BW). Het bestuur van de
vennootschap kan worden gecontroleerd door een raad van commissarissen (art. 2:140 BW).
Het hoogste orgaan is de algemene vergadering van aandeelhouders (art. 2:107 BW).
 Het openbaar bestuur is dat deel van de overheid dat zich bezighoudt met ‘besturen’.
Besturen is: ordenen, reguleren en sturen van activiteiten, dan wel het (financieel)
beïnvloeden van rechtsposities van burgers in het algemeen belang.

Er is naast een openbaar bestuur op centraal niveau, ook een openbaar bestuur op
decentraal niveau. Zo maakt een college van B en W eveneens deel uit van het openbaar
bestuur van NL.
Minder bekende besturen:
- Dagelijks bestuur van een waterschap  Art. 10 & art. 78 Waterschapswet

Het openbaar bestuur heeft een dienende functie: het is in het leven geroepen door en voor
ons allemaal. Het moet daarom zorgvuldig en zonder partijdigheid zijn besluiten nemen en
handelingen verrichten.

1.1.1 Wat doet het bestuur?
Er wordt bestuurd op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau.
 Binnen een gemeente wordt subsidie verleend in de vorm van een besluit. Bij een
besluit verandert er iets in de wereld van het recht. Vergunningen zijn naar hun aard
besluiten.
Iemand die over onvoldoende financiële middelen beschikt en daarom niet in staat is in zijn
levensonderhoud te voorzien, kan in beginsel een aanvraag voor bijstand tot burgemeester
en wethouders richten (art. 41 lid 1 Participatiewet).  Dit recht komt in beginsel ook toe
aan de rechtmatig in NL verblijf houdende vreemdeling (art. 11 lid 1 en 2 Participatiewet).
 Het college van B en W en de gemeenteraad dragen hiervoor verantwoordelijkheid.

Op provinciaal niveau is de bestuursactiviteit voor burgers minder zichtbaar, doordat de
provinciale overheid vooral coördinerende en soms ook toezichthoudende functies vervult.
o Het college van gedeputeerde staten (dagelijks bestuur v.d. provincie) oefent bijv.
toezicht uit op de gemeentelijke begroting door deze goed te keuren (art. 203 lid 1
Gemw).

Ook op rijksniveau worden door verschillende organen van het openbaar bestuur
bevoegdheden uitgeoefend.  Zoals studiefinanciering door minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (art. 3.19 Wet studiefinanciering 2000).
o Hoofdtaak voor belangrijkste bestuursorgaan op rijksniveau (regering) = het maken
van amvb’s.
 Op rijksniveau zijn er ook bestuursorganen die losstaan van de ministeries, dit zijn zbo’s.

, 1.1.2 De ontwikkeling van het openbaar bestuur in vogelvlucht
Interventiestaat/verzorgingsstaat/sociale rechtsstaat = er is sprake van een overheid die zich
met vrijwel alle aspecten van het maatschappelijk leven bemoeit. Bij de sociale rechtsstaat
gaat het erom dat de overheid de rechten van burgers garandeert door algemene regels
(wetten) en door rechtspraak.
- Privatisering = het overlaten van bepaalde overheidsactiviteiten aan particulieren
- Deregulering = het streven naar minder regels
 Doorlezen in boek
 Meerenberg-arrest HR 1879: dit arrest bevestigde, kort gezegd, dat aan de Koning
binnen het stelsel van de Gw geen zelfstandige regelgevende bevoegdheid toekwam.
Deze bevoegdheid moest steunen op de wet: dus op de ‘wil van het volk’.
Belangrijke bestuursrechtelijke wetten die al vroeg tot stand kwamen, betroffen de
Hinderwet (een voormalige milieuwet) en de Woningwet.

1.1.3 Bevoegdheden en wetmatigheid van bestuur
Om te besturen beschikt het bestuur over bevoegdheden om avv’s vast te stellen.
Avv’s zijn te vinden in:
- Wetten in formele zin
- Amvb’s
- Verordeningen
 De door de bestuursorganen vastgestelde avv’s moeten uiteindelijk op de wet steunen of
daartoe herleidbaar zijn. De vergunningsbevoegdheid is een bekend type bevoegdheid van
het bestuur.
 Constructie van een vergunning: eerst verbiedt de wetgever het verrichten van een
bepaalde activiteit  vervolgens bepaalt de wetgever dat het bouwen zonder
vergunning strafbaar is  Hierdoor zullen burgers niet bouwen zonder vergunning 
Door het verlenen van een vergunning vervalt het strafbare karakter van de activiteit
en kan de overheid reguleren.
 Vergunningsvoorschriften moeten betrekking hebben op het doel van de wet waarop
de bevoegdheid voor het verlenen van de vergunning steunt.

De wetgever verschaft het bestuur handhavingsbevoegdheden. Een belangrijk type
handhavingsbevoegdheid:
- Last onder bestuursdwang = deze bevoegdheid maakt het mogelijk om een illegale
activiteit feitelijk te beëindigen.

o Beginsel van wetmatigheid van bestuur = Het bestuur mag in beginsel niet handelen
tenzij de wetgever dit heeft toegestaan. Algemeen uitgangspunt is dat het bestuur
om bindende besluiten te kunnen nemen, over een op de wet gebaseerde
bevoegdheid moeten beschikken (legaliteitsbeginsel/vereiste).
o Specialiteitsbeginsel = hieruit volgt dat als de wetgever bevoegdheden aan het
bestuur toekent, deze ook naar doel worden afgebakend.


Het bestuursrecht kent een waarborgdimensie (de normering van bestuursbevoegdheid) en
een instrumentele dimensie (bestuursbevoegdheid als instrument om te besturen, de
gereedschapskist van het bestuur).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent_maastricht. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79650 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.92
  • (0)
  Add to cart