100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting tutorials course 2 developmental disorders $6.66
Add to cart

Summary

samenvatting tutorials course 2 developmental disorders

 7 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle tutorials van blok 2: developmental disorders

Preview 4 out of 143  pages

  • November 21, 2024
  • 143
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
COURSE 2 – DEVELOPMENTAL DISORDERS

TAAK 1 – HET BREIN EN DE ONTWIKKELING


1. Hoe ontwikkelt het gezonde brein zich? (brein connectiviteit,
breinactivatie)
BRAIN DEVELOPMENT
De hersenen en het zenuwstelsel zorgen voor alle psychologische functies. Sommige
psychische stoornissen zijn geassocieerd met de ontregeling van
neurotransmittersystemen.

Vijf basisprocessen ondersteunen de ontwikkeling van de hersenen:
1. Neurogenese: het proces van het vormen van neuronen.
2. Neurale migratie: het organiseren van de hersenen door neuronen naar
specifieke gebieden te verplaatsen op basis van hun functie.
3. Myelinisatie: de neurale axonen bekleden met myeline om de geleiding te
versnellen.
4. Synaptogenese: synapsen vormen tussen neuronen.
5. Pruning: onnodige verbindingen verwijden en de belangrijkste versterken.

Het volume van het menselijk brein verviervoudigt tussen geboorte en
volwassenheid. Alle neuronen die zich in de volwassen hersenen vormen, hebben
zich ontwikkelt tegen de zevende maand van de prenatale ontwikkeling. De
hippocampus (betrokken bij het geheugen) en de bulbus olfactorius (betrokken bij de
geur) zijn hierop uitzonderingen.
Na de geboorte groeien de hersenen via myelinisatie, vertakking van dendrieten en
synaptogenese. Neurale migratie begint voor de geboorte en is tegen het einde van
het eerste jaar voltooid.

De groeispurt (meer dan de helft van het volwassen hersengewicht) van de hersenen
vindt plaatst in het laatste prenatale trimester en de eerste twee jaar. Via
synaptogenese worden in het vroege leven veel meer synaptische verbindingen
tussen neuronen gevormd dan op volwassen leeftijd nodig zijn. Alleen synaptische
verbindingen die worden gestimuleerd overleven. Bijna 50% van de synapsen
worden verwijderd via pruning tussen de twee jaar en de vroege volwassenheid. De
pruning intensiveert tijdens de adolescentie. Pruning verhoogt de efficiëntie van vaak
gestimuleerde neurale netwerken. Synaptische verbinding worden gestimuleerd
wanneer mensen activiteiten ondernemen waarbij de synapsen worden gebruikt.
Hersenen ontwikkelen zich dus via genetisch gestuurde rijping en via leerervaringen.
Zowel genetische factoren (Vb. ontwikkelingsachterstand) als trauma’s (Vb.
verwaarlozing of misbruik) brengen de ontwikkeling van hersenen in gevaar en
dragen bij aan de ontwikkeling van psychopathologie.

• Synaptisch snoeien helpt dus met het verbeteren van psychologisch
functioneren, maar kan ook het leren van nieuwe vaardigheden belemmeren
(Vb. leren van een nieuwe taal).
• Kinderen die een hoog niveau van intellectuele stimulatie ontvangen behouden
een groter aantal synaptische verbindingen dan kinderen die verwaarloosd
worden.

1

, • Bij kinderen is er een groter herstel van hersenschade dan bij volwassenen
omdat er meer synapsen beschikbaar zijn die kunnen compenseren voor de
vernietigde. Daarnaast is de lateralisatie (ontwikkeling waarbij de linker- en
rechterhersenhelft zijn dominantie of specialisatie krijgt) pas tegen het einde
van de kindertijd voltooid. Hiervoor kunnen onbeschadigde neuronen in de
andere hersenhelft dus gemakkelijker compenseren.

De subcorticale gebieden ondersteunen reflexen en basisfuncties (Vb. ademhaling
en spijsvertering), deze ontwikkeling zich eerst. De cortex ontwikkelt zich daarna,
deze ondersteund vrijwillige acties en hogere intellectuele activiteiten. Binnen de
cortex ontwikkelen motorische en sensorische gebieden zich eerder dan de gebieden
die zorgen voor taal en hogere functies.
Bron: Carr: chapter 1 Normal development.

2.1 INLEIDING
De groei en ontwikkeling van het centrale zenuwstelsel (CZS) begint kort na de
bevruchting en houdt aan tot minstens het 20e jaar. De ontwikkeling loopt niet
geleidelijk, maar bestaat uit een casacase van elkaar wederzijds beïnvloedende
gebeurtenissen. Er zijn periodes van waarin bepaalde hersenstructuren zich versneld
ontwikkelen of verfijnen. Deze heten windows of opportunity of gevoelige perioden.
Als er tijdens deze gevoelige perioden bepaalde hersengebieden verstoord raken,
functioneren deze als windows of vulnerability. De hersen- en de cognitieve
ontwikkeling is dan gevoeliger voor ontsporing.
De genen en de omgeving staan centraal bij het sturen van de ontwikkeling. Ook
interacteren ze met elkaar. Hierdoor zijn er zelden eenduidige oorzaken voor
stoornissen aan te wijzen.
• Genen: activeren chemische processen tussen cellen, wat voor de opbouw
van de verschillende hersenstructeren en het verloop van de biochemische
processen zorgt. Hierdoor kunnen neuronen chemische producten maken en
prikkeloverdracht activeren.
• Omgeving: beïnvloedt chemische omgeving waarin de door de genen
geprogrammeerde processen plaatsvinden (intrinsieke omgeving) en bepalen
de de individuele ervaringen die inwerken op de ontwikkelende
hersenstructuren (extrinsieke omgeving).

Er zijn drie stadia van hersenontwikkeling:
1. Prenataal: ontwikkeling van de basisstructuren.
2. Geboorten tot 4e levensjaar: explosieve groei waarin verbinden tussen
neuronen worden gevormd en neuronen hun permanente repertoire van in- en
output selecteren.
3. 5e levensjaar tot vroege volwassenheid: aanhoudende maar langzame groei
waarin de consolidatie, verfijning en uitbreiding van bepaalde hersencircuits
plaats vindt.

2.2 DE HERSENCEL
Er bestaan verschillende typen hersencellen:
• Neuronen: bestaat uit een dendriet (afferent = ontvangen prikkels), cellichaam
en een axon (efferent = doorsturen prikkels). Neuronen communiceren met
elkaar via neurotransmitters die opgevangen worden door receptoren op de
dendrieten. De neurotransmitter wordt omgezet in een elektrisch signaal en

2

, door het neuron geleid wordt. In de axon wordt dit elektrische signaal weer
omgezet in een chemisch signaal.
• Astorcyten: ruimen het overschot aan neurotransmitters op, regelen de
zouthuishouding en begeleiden de neuronen naar de juiste plaats in de
hersenen tijdens de ontwikkeling van het zenuwstelsel.
• Ependymcellen: dragen bij aan de productie van het hersenvocht (liquor) en
zorgen voor de bekleding van de binnenkant van de hersenkamers (ventrikels)
en het ruggenmerg.
• Oligondendrocyten: vormen myeline (witte stof in de hersenen). Myeline zorgt
voor een snelle geleiding van het elektrische signaal, dat dit signaal maar een
kant op gaat en het beschermt de axon.

2.3 STADIA VAN HERSENONTWIKKELING
2.3.1 PRENATAAL: DE ONTWIKKELING VAN DE BASISSTRUCTUREN
Processen op cellulair niveau
Na de bevruchting vormen sommige cellen de neurale plaat die zich omkrult en zich
tot de neurale buis vormt (neurulatiefase). De neurale buis sluit zich op sommige
plekken en vormt het ruggenmerg en het prosencefalen (de hersencentrale). Er
vinden vervolgens drie porcessen plaats, deze volgen elkaar op en overlappen
gedeeltelijk.
1. Proliferatie: celproductie vanaf de 7e week tot het einde van de 6e maand.
Neuroblasten (voorlopers van neuronen) en glioblasen (voorlopers van
gliacellen, worden astocyten, ependymcellen en oligondendrocyeten) worden
geproduceerd in de germinale zones rondom de ventrikels in het midden van
de hersenen. Hierna worden nieuwe neuroen alleen nog maar gemaakt in de
hippocampus en het cerebellum.
2. Migratie: neuronen verplaatsen zich naar hun uiteindelijke locatie in de cortex
waar ze zich gaan differentiëren. De migratie vindt plaats via radiale glia (soort
wegen tussen de germinale zones in het midden van de hersenen en de
doellocaties aan de buitenzijde).
3. Differentiatie: het aannemen van een eigen structuur en functie, dus het
ontwikkelen van het cellichaam en de uitlopers, de synptogenese en de
vorming van receptoren voor de prikkeloverdracht. Neuronen gaan
verbindingen aan. De proliferatie neemt af d.m.v. apoptose, wanneer een cel
niet nodig is of geen geschikte verbindingen aangaan.
a. Axonen: groeien al tijdens de migratie. Het grootste deel van de groei
vindt plaats voor de geboorte.
b. Dendrieten: groeien pas na de migratie tot enkele jaren na de geboorte.
c. Synaptogenese: begint rond de 5e maand van de zwangerschap en
piekte op verschillende momenten in verschillende hersendelen na de
geboorte.

Processen op structureel niveau
Alle hersenstructuren maken de drie fasen door. Wanneer dit is verschild. De
ontwikkeling vindt plaats in sprongen! Vanaf de 19e week van de zwangerschap tot
aan de geboorte is er een sterke toename aan het volume van de hersenen. Een
minder sterke toename van volume is tot het 5e jaar.

De volgorde van ontwikkeling:


3

, 1. Ruggenmerg en hersenstam: verantwoordelijk voor primaire vitale autonome
levensfuncties Vb. ademhaling, bloedsomloop, slapen/waken, gevoeligheid
voor temperatuur en reflexen.
2. Amygdala, hippocampus en cerebellum: later in de zwangerschap en hebben
iets ingewikkeldere functies. Amygdala = geven van een emotionele betekenis
aan gedrag; hypocampus = opslaan van informatie in het geheugen.
3. Thalamus en basale kernen: complexere functies Vb. moduleren en
coördineren van cognitie en motoriek.
4. Neocortex: ofwel de hersencorex/grijze stof. Zorgt voor het moduleren van
acties en reacties op prikkels en moduleren van informatie die het lichaam
binnenkomt of van prikkels die in het lichaam ontstaan. De omgeving is van
invloed op de vorming en ontwikkeling van de neocortex.

De grote hersenen (cerebrum) bestaan uit twee hemisferen die
verbonden zijn via de corpus callosum. Vanaf de 6e maand zijn de
gyri en sulic waar te nemen.

Bij het cerebellum (kleine hersenen) gaan de fases van proliferatie en migratie door
tot maanden na de geboorte. De ontwikkeling start in de 8 e week van de
zwangerschap. Het cerebellum bevat heel veel neuronen en zorgt voor coördinatie
en synchronisatie van de motorische, cognitieve en affectieve functies, de autonome
functie en de pijnsensatie.

Functionele consequenties van structurele ontwikkelingen
Beweging kan pas plaatsvinden na de eerste synapsvorming. Dit gebeurt in het
ruggenmerg rond de 7e week van de zwangerschap. Het zijn grote ongecontroleerde
en reflexmatige bewegingen. Eind tweede trimester en derde trimester kunnen de
hersenen extrauterniene stimuli verwerken en doelgericht gedrag veroorzaken.
Doordat de autonome/vitale hersenfuncties zich als eerste ontwikkelen kunnen
baby’s vanaf 24 weken al geboren worden.

Verstoring van prenatale hersenontwikkeling
Genetische fouten en schadelijke factoren in de omgeving kunnen de ontwikkeling
van de hersenen verstoren tijdens iedere fase van de ontwikkeling. Een verstoring
van de ontwikkeling kan het verloop van de volgende fases ontregelen.
Kwetsbaarheid is de gevoeligheid van zich later ontwikkelende hersenstructuren voor
fouten in al eerdere ontwikkelde hersenstructeren waarop zij een beroep doen.

Fouten met een genetische oorzaak
Een genetische fout in een ontwikkelingsproces levert, afhankelijk van de
ontwikkelingsfase, een specifieke stoornis op.
• Open rug of geen hersenvorming: verstoring van het neurulatieproces, de
neurale buis sluit dan niet.
• Te kleine hersenen: te weinig celproliferatie.
• Te grote hersenen: te veel proliferatie.
• Ophopingen van cellen op de verkeerde plaatsen/ cellen die de cortical laag
niet bereiken: problemen met migratie.
• Corpus callosum agenesie/ hyppoplasie van de hersenstam of het cerebellum/
gyrale misvormingen/ corticale hetrotopieën: migratiestoornissen met klinische
symptomen als microcefalie, verstandelijke beperking en epilepsie.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kikiboumans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57413 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.66  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added