Geschiedenis
Tijdvak 1: De tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
Begrippen:
Prehistorie De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven berichten bewaard
zijn. Voor de geschiedenis.
IJstijden Perioden van ijzige kou waarin het land in het noorden van Europa
bedekt is met ijs. West-Europa een poolklimaat. Aan het eind van de
laatste ijstijd rond 10.000 v.C. leefden hier rendierjagers.
Nomadische levenswijze Mensen hebben geen vaste woonplaats maar trekken rond en leven
van watt de natuur te bieden heeft.
Jagers-verzamelaars Jagers-verzamelaars leven als nomaden. Zij leven van de jacht (jagers)
en van de producten uit de natuur, zoals vruchten en wortels
(verzamelaars).
Toendra/toendraklimaat Een boomloos gebied in koude streken waar grassen, mossen en
dwergstruiken groeien. In de koudste maanden is de temperatuur op
de toendra onder de -3 graden, in de warmste maanden tussen de 0 en
de 10 graden. Een koud en droog klimaat.
Lage landen Omschrijving van het huidige Nederland en België, toen deze landen
nog niet bestonden.
Mammoeten Grote dieren, die in kuddes over de toendra’s zwerven. In warme tijden
trekken ze zich terug in het noorden van Scandinavië. De laatste
stierven 4000 jaar geleden in Siberië. Deze dieren waren goed
aangepast aan het koude klimaat tijdens de ijstijd.
Rendierjagers Jagers-verzamelaars die in de kuddes van rendieren volgen om in hun
levensonderhoud te voorzien. Ze leefden in de laatste ijstijd tot
ongeveer 10.000 v.C. in West-Europa leefden op de toendra.
Grotschilderingen In de prehistorie werd kunst gemaakt in de vorm van grotschilderingen.
In Spanje en Frankrijk zijn veel tekeningen van dieren gevonden. Ze
werden rond 40.000 v.C. door de jagers-verzamelaars gemaakt. Men
denkt dat deze een rol speelden bij rituelen.
Agrarische revolutie De agrarische revolutie is de overgang van het nomadisch bestaan van
jagers-verzamelaars naar het boerenbestaan. Vanaf 9000 v.C.
Landbouw/veeteelt Mensen gaan hun eigen voedsel produceren: het verbouwen van
granen (landbouw) en het temmen van mee (veeteelt).
aardewerk Wonen op één plaats in een boerderij roept de behoefte op een
aardewerk: potten, bekers, schalen en kommen gemaakt van klei of
leem.
Bandkeramiekers De eerste boeren in de lage landen waren de bandkeramiekers (5300-
4900 v.C.). zij vestigden zich op lössgronden in Limburg. Hun aardewerk
was versierd met banden.
trechterbekercultuur Een kenmerkende, veelvuldige voorkomende pot bij de
Hunebedbouwers is de trechterbeker. Daarom heet hun cultuur ook
wel de trechterbekercultuur. Een volk van boeren dat 3000 v.C.
Archeologie De wetenschap die systematisch opgravingen verricht. Opgravingen
worden alleen gedaan als een vindplaats wordt bedreigd. Archeologen
zijn vooral de beheerders van het bodemarchief.
Grafgiften Veel archeologische vondsten werden gedaan in de begraafplaatsen. In
het verleden werden vaak wapens, gereedschap en aardewerk
, meegegeven in de graven. Dit wordt gezien als een geloof in het
hiernamaals.
Hunebed Deze grafkamers werden rond 3000 v.C. gebouwd door de boeren van
de trechterbekcultuur. In Nederland vinden we deze begraafplaatsen
vooral in Drenthe.
Vruchtbare halvemaan Een heuvelachtig gebied in het huidige Irak, Syrië, Turkije, Libanon en
Israël waar rond 9000 v.C. de landbouw ontstond. Hier gingen boeren
voor het eerst graan telen en vee houden.
Vruchtsteen Een goede bewerkbare steensoort. Afgeslagen vuursteen heeft scherpe
randen en werd als mes of pijlpunt gebruikt.
Goden Bovennatuurlijke wezens met veel macht.
Hiernamaals Plaats waar je geest of ziel komt na je dood.
Steentijd Historische periode uit de prehistorie waarin de mensen stenen
voorwerpen begonnen te gebruiken.
Ritueel Reeks handelingen met een speciale betekenis.
Kamp Terrein met tenten of eenvoudige gebouwen.
Dorp Kleine plaats waar mensen bij elkaar wonen
Kelten Een Indo-Europees volk waarvan de meeste leden op de Britse eilanden
en in Bretagne leven.
Bronstijd Prehistorische cultuurperiode, volgende op het steentijdperk en
voorafgaande aan het ijzertijdperk, van de bronzen gereedschappen
(ca. 3000 tot 800 v.C.).
Einde prehistorie De ontwikkeling van het schrift betekende het einde van de prehistorie.
Begin historie De ontwikkeling van het schrift betekende het begin van de historie.
Het jaartal voor het begin van de historie is± 3000 v.C.
Schrift-kleitabletten In Mesopotamië is het schrift ontwikkeld. in kleitabletten werden
tekens gekrast.
Vruchtbare Sikkel: Gebied in het Midden-Oosten waar de eerste steden zijn ontstaan en
Mesopotamië he eerste schrift is ontwikkeld.
Nippur Een van de eerste steden Mesopotamië was Nippur. Nippur kan je
vergelijken met een moderne stad. Er waren scholen, bibliotheken, een
ziekenhuis, badhuizen, winkelstraten en een soort cafés.
Hiërarchie Hiërarchie houdt in dat mensen geordend zijn in bepaalde klassen. De
hogere klassen hebben macht over de lagere klassen.
Landbouwoverschot Wat landbouwers meer produceren dan ze zelf nodig hebben om zich
te voeden.
Ambachten Groepering van stedelijke handwerkers uit eenzelfde bedrijfstak. Er
waren leerjongens, gezellen (geschoolde, volwaardige ambachtslieden)
en meesters. De meester was in veel gevallen een klein zelfstandige,
met een eigen winkel, terwijl de leerjongen en gezellen in loondienst
waren.
Priester Een priester is in vele religies, zoals het boeddhisme, hindoeïsme en het
christendom, een tussenpersoon tussen (de) god(en) en de (gelovige)
mensen. Een priester is meestal een man, maar kan ook een vrouw
(priesteres) zijn, afhankelijk van de voorschriften van betreffende
godsdienst.
Ambtenaar Een ambtenaar is een persoon die is aangewezen om in openbare
dienst werkzaam te zijn in en door de overheid beheerde dienst.
Iemand wordt dan ook vaak benoemd als ambtenaar, wanneer hij of zij
werkt voor een overheidsinstantie.
Ziggoerat Een ziggoerats is een tempeltoren uit het oude Mesopotamië (Irak) en
, Perzië (Iran) in de vorm van een terrasvormige piramide van
opeenvolgend teruglopende verdiepingen.
Kleitablet Een kleitablet is een tablet gemaakt uit klei dat als een veelvoorkomend
informatiemedium gebruikt bij de beschavingen in het Nabije Oosten,
zoals Sumer, Akkad, Assyrië, Babylonië, en de Hettieten.
Tigris De Tigris is een rivier in het Midden-Oosten, een van de beide grote
rivieren van het oude tweestromenland Mesopotamië. In de Turkse
provincie Diyarbakir is er een district vernoemd naar de rivier Dicle, de
Turkse benaming voor de Tigris. De Tigris vormt samen met de
rivierdalen de Nijl en de Eufraat de vruchtbare Sikkel.
Eufraat De Eufraat is de belangrijkste rivier in het Midden-Oosten. Het gebied
tussen de Eufraat en de Tigris, de bekendstaat als Mesopotamië of
tweestromenland, was de oorsprong van diverse oude beschavingen,
zoals de Sumerische, de Babylonische en de Assyrische
Hiërogliefen Egyptische beeldschrift dat woorden of klanken uitdrukt.
Geschreven bron Een bron die tekst bevat waar informatie uit gehaald kan worden.
Ongeschreven bron Bronnen waar geen tekst op staat maar wel informatie geven.
Bijvoorbeeld piramides, stenen en messen.
Primaire bron Een bron die komt uit de tijd waar de bron informatie over geeft.
Secundaire bron Een bron die later is geschreven of gemaakt dan de tijd waar het
informatie over geeft.
Jaartallen:
250.000 v.C. Jagers-verzamelaars laten sporen na bij Maastricht.
14000-8500 v.C. Rendierjagers.
8000 v.C. Einde laatste ijstijd.
8500-5000 v.C. Bosjagers
5300-4900 v.C. Eerste boeren in de lage landen (bandkeramiekers).
3400-2500 v.C. Hunebedhouwers.
2100 v.C. Einde steentijd (in de lage landen).
2100-1700 v.C. Gebruik brons (in de lage landen).
700-50 v.C. Gebruik ijzer (in de lage landen).
50 v.C. Romeinen veroveren Gallië.
De mens komt oorspronkelijk uit Afrika en leefden de langste tijd van zijn bestaan als jagers-
verzamelaars. In West-Europa heerste aan het eind van de laatste ijstijd (ca. 13.000-10.000 v.C.) een
toendraklimaat. Rendierjagers leefden hier als nomaden, omdat ze afhankelijk waren van het
trekgedrag van hun prooidieren. Jagers-verzamelaars hadden weinig bezittingen, waardoor veel
minder archeologische sporen zijn teruggevonden dan van de latere boeren.
De eerste boeren leefden rond 9.000 v.C. in de vruchtbare halvemaan, een gebied in het Midden-
Oosten. De landbouw bracht zoveel nieuwe mogelijkheden, dat men spreekt over de agrarische
revolutie. Boeren produceerden meer voedsel, waardoor de bevolking groeide. Sommige mensen
konden zich specialiseren, omdat niet iedereen op het land werkte en ontwikkelden nieuwe
technieken. Er ontstond een gelaagde en complexe samenleving. Bovendien zetten boeren de natuur
naar hun hand door het kappen van bos, irrigatie en het fokken van dieren.
De landbouw had zich rond 5.300 v.C. naar West-Europa verspreid. Deze eerste landbouwers
behoorden tot de bandkeramiekcultuur. Ze bewerkten de vruchtbare lössgrond die ook in Zuid-
, Limburg voorkomt. De boeren van de trechterbekercultuur bouwden tussen 3.500 en 2.700 v.C.
grafkelders van zwerfstenen. Deze hunebedden vinden we vooral in de provincie Drenthe.
Grottekening in Frankrijk en Spanje (ca. 40.000 v.C.) en de vondst van kleine beeldjes worden gezien
als uitingen van een religieus gevoel. Grafgiften, zoals trechterbekers, sieraden en wapen in de
hunebedden, worden gezien als een geloof in het leven na de dood.
De prehistorie is de tijd waaruit geen geschreven bronnen bekend zijn. De kennis over de prehistorie
is vooral gebaseerd op archeologisch onderzoek. Archeologen zijn de bewaarders van het
bodemarchief.
- Hunebedbouwers, eerste landbouwers.
Bronnen:
1. Beeldje ongeschreven
2. Grotschilderingen ongeschreven
3. Stenenwerktuigen primair
Primair:
- Uit de tijd zelf
- Uit de ‘eerste hand’
Ca. 11.000 begin neolithische revolutie in de vruchtbare halve maan.
Vruchtbare halvemaan- Mesopotamië – Egypte.
Verschil prehistorie en middeleeuwers mensen: ze hadden geen kennis van de leer van de Rooms-
Katholieke kerk.
Tijdvak 2: De tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v.C. – 500 n.C.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ishabrouwerx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.54. You're not tied to anything after your purchase.