Persoonlijkheidsstoornissen
1 Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsleer
Iemand wordt geboren met bepaalde eigenschappen die bepalen hoe iemand zal reageren op
verschillende situa7es. Dit wordt bepaald door de volgende aspecten.
§ Temperament
§ Karakter
§ Persoonlijkheid
§ Persoon
Psychoanaly*sche benadering
De psychoanaly2sche benadering gaat er vanuit dat de mens constant in strijd is met aan de ene
kant de onbewuste dri?en en aan de andere kant met het geweten.
§ ID (Ed). Dit is het deel dat bestaat uit ins7nc7eve dri?en. Voorbeelden hiervan zijn honger,
agressie en seksuele verlangens
§ Superego. Dit deel vertegenwoordigt het geweten. Het ontwikkelt zich gedurende de
kinder7jd door maatschappelijke normen en waarden en door opvoeding. Het superego stelt
hoge eisen en zorgt ervoor dat iemand zich schuldig of beschaamd voelt
§ Ego. Dit is het bemiddelende deel van de psyche dat de balans probeert te vinden tussen de
onbewuste dri?en van het ID en de strenge normen van het superego. Het ego probeert de
dri?en van het ID tegemoet te komen zonder de normen van het superego te schenden
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen de state (toestand waarin iemand zich bevindt) en
traits (de persoonlijkheidstrekken).
§ State. Het is een 7jdelijke situa7e. Wanneer iemand normaal rus7g is, maar in een stressvolle
situa7e plotseling angs7g kan worden
§ Traits. Dit is iemands persoonlijkheid, zoals wanneer iemand introvert is, deze meestal
introvert zal blijven, ongeacht de situa7e
Cogni*eve benadering
Deze benadering richt zich op de rol van gedachten en copingstrategieën. Bepaalde situa7es worden
aangepakt door automa7sche gedachtepatronen en schema’s die iemand hee? ontwikkeld. Iemand
die zich bijvoorbeeld afgewezen voelt door een collega leert zichzelf herkennen en hee? een manier
ontwikkeld om hiermee om te gaan.
Neurobiologische benadering
De neurobiologische benadering stelt dat het niet uitmaakt wat iemand hee? meegemaakt of hoe
iemand is opgevoed, omdat de persoonlijkheid al bij de geboorte vastligt in de hersenen. De
psychosociale omgeving speelt geen rol.
De lexicografische benadering
De persoonlijkheid wordt in kaart gebracht op 5 domeinen (big five).
1. Neuroci*sme. Hoe gevoelig iemand voor stress is
2. Extraversie. Hoe energiek en sociaal iemand is
3. Consciën*eusheid. Hoe georganiseerd en verantwoordelijk iemand is
4. Altruïsme. Hoe vriendelijk iemand is
5. Openheid voor nieuwe ervaringen. Hoe nieuwsgierig en crea7ef iemand is
, Heuris*sch model
Dit model houdt rekening met zowel aangeboren factoren als omgevingsinvloeden. De interac7e
tussen deze twee factoren bepaalt hoe iemand situa7es waarneemt, ermee omgaat en welke
gevoeligheid iemand hee? voor bepaalde prikkels of uitdagingen.
Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen zijn psychische aandoeningen die zich kenmerken door langdurige
gedrags- en denkpatronen. De pa7ënt hee? moeite met het aanpassen aan bepaalde
omstandigheden (disadap2ef gedrag). Deze gedragspatronen leiden tot klachten voor de persoon zelf
of voor anderen en tot disfunc7oneren in de maatschappij.
Persoonlijkheidsstoornissen beginnen vaak in de adolescen7e of op jongvolwassen lee?ijd en
behoren tot de meest psychiatrische stoornissen. Persoonlijkheidsstoornissen komen vaak voor in
combina7e met andere psychiatrische aandoeningen zoals een depressie, angststoornissen en
eetstoornissen. Een evenwich7ge persoonlijkheid beschermt ons tegen stressvolle situa7es.
Daarnaast beïnvloeden de persoonlijkheidsstoornis en mogelijke andere psychiatrische stoornissen
elkaar wederzijds.
Diagnos2sche criteria voor Persoonlijkheidsstoornissen
1 Patronen van denken, voelen en handelen
A. Cogni*e: hoe iemand naar zichzelf en anderen kijkt
§ Iemand met paranoïde trekken kan bijvoorbeeld anderen constant als vijandig of
bedreigend zien
B. Affect: de intensiteit en varia7e van emo7es
§ Iemand met borderline kan extreem snel wisselen tussen emo7es
C. Interpersoonlijk func*oneren: hoe iemand met anderen omgaat
§ Iemand met een an7sociale persoonlijkheidsstoornis hee? vaak problemen met
empathie en sociale normen
D. Impulsbeheersing: hoe goed iemand in staat is om impulsen en dri?en onder controle te
houden
§ Bij impulsieve persoonlijkheidsstoornissen kan iemand zonder na te denken
agressief reageren
2 Het afwijkende gedragspatroon komt in verschillende situa2es tot ui2ng (niet alleen thuis of
op alleen op werk)
3 Het gedragspatroon zorgt voor beperkingen in het dagelijks func2oneren
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellejoesten79. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.21. You're not tied to anything after your purchase.