Dit betreft een samenvatting van de literatuur van het vak rechtspsychologie. Met deze samenvatting kan je makkelijk een voldoende halen. Gebruik de samenvatting om zelf oefenvragen te bedenken (stellingen en meerkeuzevragen).
Samenvatting literatuur – Over de rechtspsychologie
Hoofdstuk 1
Algemene voorkennis
Rechtspsychologen zien voor hun vakgebied twee taken weggelegd in het recht:
1. de studie van het recht als een gedragstechnologie;
2. de studie van gedrag dat onder invloed van het recht staat of zou moeten staan.
Mensenwerk is het werk dat zich bezighoudt met hoe mensen zich gedragen en welke
invloeden zij daarbij ondergaan, maar ook hoe mensen vinden dat anderen zich behoren te
gedragen en hoe dat kan worden bewerkstelligd.
De rechtspsychologie vertoont op een aantal punten overeenkomsten met de
rechtswetenschap. Beide zijn geneigd te spreken in termen van individueel gedrag en over
concrete zaken. Dat is misschien de reden waarom beide disciplines vaak goed met elkaar
overweg kunnen.
Maar er zijn ook redenen waarom het discours tussen recht en psychologie soms moeizamer
verloopt:
1. het recht is een normatief systeem, waarin de centrale vraag is wat hoort en wat niet
hoort en met welke procedures de juiste toestand bereikt dient te worden.
2. psychologie houdt zich primair bezig met descriptie: hoe het leven in elkaar steekt, hoe
regels feitelijk een rol spelen in het gedrag van mensen, hoe beslissingen genomen worden
en hoe dat zich verhoudt tot dat normatieve juridische kader.
Kort gezegd is er de prescriptie van juristen en de descriptie van psychologen.
Deze twee perspectieven kunnen soms leiden tot misverstanden en lijken op het eerste
gezicht verder uit elkaar te liggen dan werkelijk het geval is.
Psychologisch onderzoek laat regelmatig zien dat met de door de juristen gebruikte
middelen de beoogde toestand niet wordt bereikt -> levert concrete aanwijzingen op voor
verbetering van procedures binnen het rechtssysteem.
Er bestaat onderscheid tussen rechtspsychologie en forensische psychologie:
- de rechtspsychologie heeft haar wortels in de psychologie functieleer1;
- de forensische psychologie heeft haar wortels in de klinische psychologie2;
Klinische psychologie:
- Veel klinische psychologen werkzaam binnen justitiële bedrijven -> jeugdinrichtingen,
Raden van Kinderbescherming, gevangeniswezen en forensische psychiatrische centra.
- Klinische psychologen verrichten advieswerk (bijv. over toerekeningsvatbaarheid),
doorgeven van rapportage over kinderen in verband met de omgangsregeling na
echtscheiding.
- Er wordt weinig empirisch onderzoek verricht.
Rechtspsychologie:
- Empirische studie van algemeen psychologische verschijnselen in het recht is de basis.
William Stern
De grondlegger van de rechtspsychologie is William Stern, hoogleraar aan verschillende
Duitse universiteiten. Stern kwam uit de stal van de geheugenpsycholoog Hermann
Ebbinghaus. Stern had voornamelijk de ambitie om de kennis toe te passen op
getuigenverklaringen. Het onderzoeksprogramma dat hij rond de vorige eeuwwisseling
formuleerde, noemde hij Aussagepsychologie3 (door Angelsaksische auteurs vertaald met
psycholoog of testimony).
Stern zijn programma had eigenlijk alle elementen die men bij moderne rechtspsychologen
ook terugvindt. Op grond van zijn experimenten concludeerde Stern het volgende: ‘Een
feilloos geheugen is niet de regel, maar de uitzondering. En zelfs de eed is geen bescherming
tegen geheugenmisleiding’.
Aan de hand van de zogenaamde Wirklichkeitsversuche4 concludeerden Stern en zijn
medewerkers dat onmiddellijke getuigenverklaringen nauwkeuriger zijn dan verklaringen die
later worden afgelegd.
Naast onderzoeker trad Stern ook op als eerste psycholoog. Ook richtte hij een tijdschrift op,
waarin ook veel juristen publiceerden. Dit allemaal leiden er uiteindelijk toe dat in de Duitse
rechtspraak de psycholoog als getuigendeskundige een vaste rol kreeg toegewezen.
Hugo Münsterberg
In de VS was het Münsterberg die zich probeerde op te werpen als pionier van wat men daar
uiteindelijk psychology and law ging noemen. Münsterberg was behoorlijk onhandig:
- hij vergat in zijn ‘On the Witness Stand’ duidelijk te maken hoezeer hij schtaplichtig was aan
Stern;
- in dat boek ging hij te buiten aan allerlei malicieuze kwalificaties van juristen: ze waren
traag, onwetend, vol met vooroordelen en onverstoorbaar in hun dommigheid.
In de handen van Münsterberg werd de rechtspsychologie psychology against law.
John Wigmore
Wigmore was een jurist die een satirische boek had geschreven waarin hij niet alleen de
vloer aanveegde met Münsterbergs gebrek aan juridische bagage, maar ook nog eens fijntjes
liet zien dat hij, Wigmore, zelf de literatuur van Stern en zijn leerlingen op zijn duimpje
kende.
In Nederland
De rechtspsychologie in Nederland heeft een duidelijk begin, namelijk 1909. In 1909 voerde
hoogleraar Simon van der Aa een Wirklichkeitsversuch uit in zijn collegezaal. Met zijn
experiment domonstreerde van der Aa de feilbaarheid van getuigen. Von Liszt, Seckel en
Claparède gingen van der Aa voor (geïnspireerd door Stern).
,De beginjaren van de rechtspsychologie kunnen worden getypeerd als die van een discipline
die met het collegezaalexperiment vooral de boodschap probeerde uit te venten dat
getuigen onbetrouwbaar zijn.
In Nederland bleef het na het experiment van van der Aa 70 jaar lang stil. Deze stilte werd
doorbroken door de publicatie in 1977 van ‘Een theorie over rechterlijke beslissingen’ van
Hans Crombag, Johan de Wijkerslooth en Job Cohen.
In de jaren 80 van de vorige eeuw kwamen tien Nederlanders en één Belg die zich
bezighielden met rechtspsychologie met enige regelmaat bijeen in de Werkgroep
Rechtspsychologie. Deze activiteiten van de werkgroep resulteerden in een speciaal nummer
van het Nederlands Tijdschrift voor de Psychologie, de First European Conference on La
wand Psychology in Maastricht en een eerste handboek over rechtspsychologie: de
menselijke factor. Later verscheen ook een tweede handboek die onder redactie stond van
Peter van Koppen en collega’s: ‘Het hart van de zaak’. Nog later verscheen het derde boek:
‘Het recht van binnen’. Deze werd weer vervolg door: ‘Reizen met mijn rechter’. En het
laatste boek ligt nu voor je.
Hans Crombag, Peter van Koppen en Willem Albert Wagenaar hadden een boek
gepubliceerd: ‘Dubieuze zaken’. In dit boek analyseerden zij fouten die bij rechtelijke
besluitvorming waren gemaakt. De ontvangst van dit boek in de juridische wereld was
hostiel. Veel argumenten en analyses van Crombag cum suis werden door juristen en
beleidsmakers lange tijd getrivialiseerd. Dat veranderde toen Van Koppen in 2003 een
rechtspsychologische reconstructie publiceerde van de Schiedammer Parkmoord.
Een van de fenomenen waaraan Van Koppen in zijn reconstructie ruimschoots aandacht
besteedde, was tunnelvisie bij politie, OM en rechter in het vergaren, selecteren en wegen
van bewijs.
Na deze reconstructie kwam de Minister van Justitie met een verbeterplan voor het werk
van de politie: het Programma Versterking Opsporing en Vervolging. In dit programma gaat
het om het voorkomen van tunnelvisie, dit heeft een prominente plaats.
Er zijn verschillende maatregelen getroffen om tunnelvisie tegen te gaan:
- binnen de TGO moet een betere verslaglegging plaatsvinden.
- er moeten worden gewerkt met hypotheses en scenario’s, waarbij expliciet ook
alternatieve verklaringen moeten worden overwogen en onderzocht.
- men dient minstens twee rivaliserende scenario’s te toetsen in een TGO.
- ontlastend bewijs dient goed te worden vastgelegd in het dossier.
5 jaar na het opstellen van de PVOV is ook het Programma Permanent Professioneel
opgesteld. Dit is een programma om tunnelvisie op het niveau van de OvJ tegen te gaan.
Na de invoering van de gewijzigde wetgeving over het novum verdween de CEAS. Daarvoor
kwam in de plaats het Adviescommissie Afgedane Strafzaken (ACAS). Een groot verschil
tussen deze twee commissies is dat bij de CEAS slechts juristen en politiefunctionarissen lid
waren. En nu bij de ACAS is er ook sprake van leden van wetenschappers van buiten het
juridische vakgebied -> dit zou moeten zorgen voor een onafhankelijker advies.
, Rechtspsychologen doen niet alleen onderzoek, zij leveren in toenemende mate bijdragen
aan de rechtspraktijk als getuigendeskundigen in straf- en civiele zaken. Zij geven onderwijs
in hun specialisme aan universiteiten en dragen bij aan de opleidingen en nascholing van
advocaten, officieren van justitie en rechters.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Apollined. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.73. You're not tied to anything after your purchase.