100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges IBO $5.64   Add to cart

Class notes

Aantekeningen hoorcolleges IBO

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen/samenvatting van de hoorcolleges voor het eerste tentamen IBO. Ook de frames worden besproken die belangrijk zijn voor het tweede tentamen

Preview 3 out of 20  pages

  • November 21, 2024
  • 20
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Inleiding bestuurs- en Organisatiewetenschap
Week 1
Waar is de wetenschap van bestuurskunde op gebaseerd?
Bestuurskunde geen ‘normale’ wetenschap
 Empirisch: we baseren ons op feiten, beschrijven en verklaren
Kennis van beleidsprocessen
 Ook normatief/ evaluatief: hoe zou het beleid moeten zijn (mening dus), beoordelen
(gegeven de empirie)
Beoordelen van processen
 Prescriptief/ Adviserend: adviseren van verbetering (gegeven empirie en
beoordeling)


Wat is het beoordelingskader voor een bestuur?
 Doelmatigheid (efficientie) en doeltreffendheid (effectiviteit), het effectief besteden
van geld en het realiseren van doelen
 Rechtmatigheid, de overheid moet handelen op wettelijke grondslag en de
overheidsmacht moet worden gecontroleerd en beperkt, het kunnen aanvechten van
de overheid dmv de wet
 Integriteit, geen machtsmisbruik en belangenverstrengeling
 Democratie en Responsiviteit, beleid moet passen op burger voorkeuren en
transparant en verantwoord zijn
Hoe is het takenpakket van de overheid gegroeid?
 Nachtwakerstaat, enkel alleen zorgen voor bescherming door politie en krijgsmacht,
 Verzorgingsstaat, primaire verantwoordelijkheid voor de zorg van burgers door
onderwijs, werkgelegenheid, sociale zekerheid en gezondheidszorg
 Crisis en hervorming van de verzorgingstaat, doelmatig vs doeltreffend, overheid
staat steeds meer onder druk om maatschappelijke waarde te brengen
Welke organisaties zijn waarbij betrokken?
 Gezondheid: GGD, laboratoria, ziekenhuizen, gemeentes, RIVM, ministerie van VWS,
gezondheisdraad, produventen vaccins, (op grotere afstand: tweede kamer)
 Veiligheid: Burgemeester, politie, veiligheidsregio- en beraad, commissaris van de
koning, openbaar ministerie, minsterie veiligheid en justitie,
transporteurs/apothekers/trainers




Vier soorten beleidsinstrumenten
Wat kan de overheid doen?
 Dingen verbieden of verplichten
 Dingen goedkoper of duurder maken
 Overtuigen en communiceren

,  Verantwoordelijkheden organiseren (wat doet de overheid? De markt? De
samenleving?)


Delegatieketen parlemair politiek systeem
Kiezers > parlement (politiek) > regering > ministeries (bestuur) >


Burgers hebben historisch gezien recent meer verantwoordelijkheid gelegd bij de staat. Toen
dat bij de staat niet lukte heeft zij de verantwoordelijkheid gelegd bij de markt en het
maatschappelijke middenveld (particuliere organisaties met een publieke taak)


Van samenleving naar de overheid (staat)
Toto eind jaren 60 verzuiling: verdelen van de samenleving in groepen
 Sterke band bevolking met een zuil, sterke zelforganisatie daarbinnen
 Samenwerking aan de top van de zuilen (pacificatiepolitiek)
 Opbouw verzorgingstaat, steeds meer centrale regulering

Jaren 60 tot 80: verzorgingstaat
 Rijksoverheid als centrale actor
 Opbouw sociale zekerheid
 Toenemend besef dat de overheid niet alles kan oplossen


Van staat naar markt
Vanaf midden jaren 80
 Doctrine van krimpende overheid: blijft aansturen maar doet minder zelf
 Privatisering en marktwerking
 Bedrijfsmatigere aanpak binnen overheid zelf (new public management)
 Prestatie indicatoren
 Benchmarking
 Burgers als klanten, diensten als producten
 Managementmodel geïnspireerd op private sector
 Toename specialistische organisaties (ZBO’s) (daarbinnen: isomorfisme)
 Vanaf de bankencrisis (2008) een nieuwe fase?
 Maar ook energiecrisis, huizencrisis etc
b. Heeft de markt problemen opgelost? Duidelijk ook gezorgd
voor problemen


Waarom marktwerking niet (altijd) werkt
 Niet alle prestaties zijn meetbaar
 Fixatie op specifieke indicatoren kan afleiden van kerntaak
 Bijv.: dat in het streven om zo goedkoop mogelijke medicijnen, er niet
genoeg medicijnen zijn voor de bevolking

Terug van markt naar maatschappij/ staat
Sinds eeuwwisseling
 Meer eigen verantwoordelijkheid bij burger:

,  participatiesamenleving, mantelzorg, exit basisbeurs
 Minder vermarkting, minder verzelfstandiging
 Nationalisatie zorgverzekeraars, nationalisatie banken na bankencrisis
 En ook verplaatsing naar andere bestuurslagen
 Europese Unie steeds belangrijker voor wetgeving
 Gemeentes (asielcrisis)
 Provincies
 Zelfstandig bestuurs organen (ZBO’s)
 NGO’s, bedrijven en publiek-private netwerken

De bestuurlijke kaart
 Wat is het? Een sterk feitelijke beschrijving van de bestaande instanties, functies,
take, bevoegdheden

Kenmerken openbaar bestuur NL
 Constitutionele monarchie, we limiteren de macht van onze staatshoofd
 Rechtstaat: geen bestuurlijke willekeur, duidelijke afspraken
 (Gedeeltelijke) scheiding van machten (trias politica)
 Scheiding kerk en staat
 Parlementair stelsel (representatieve indirecte democratie)
 - Ministeriele verantwoordelijkheid
 - Vertrouwensregel (aftreden bij vertrouwen)(motie van wantrouwen)
 - Dualistisch stelsel (mensen in uitvoerende macht mogen niet ook in de wetgevende
macht)(weer soort scheiding der machten)
 Bestuurders worden niet gekozen (partijen maken zelf een formatie na verkiezingen)
 Kiesstelsen met evenredige vertegenwoordiging
 Gedecentraliseerde eenheidsstaat (ieder voor de wet gelijk behandeld, en
verschillende bestuursniveaus op bestuurslagen, medebewind-autonomie: hogere
bestuurslaag kan tegen een lager niveau opdracht geven om beleid uit te voeren)
 Geen constitutioneel hof (die wetten toetst aan de grondwet) en geen
juryrechtspraak
 Uitgebreid funtioneel bestuur: waterschappen, bedrijfslichamen


Nederlands bestuursstijl is inclusief, 6 C’s
 Coalitie: samenwerking is nodig, denk aan de formatie
 Collegialiteit: je moet verschillen in elkaar kunnen overbruggen door collegiaal
gedrag te vertonen
 Compromis
 Consensus: In de ministerraad bijvoorbeeld altijd consensus nodig. Als minister wijk
je niet af van de regering
 Coöptatie: Nieuwkomers in het systeem worden ook in het systeem opgenomen
 Coöperatie
Nadelen: gebrek aan draagkracht en daadkracht


Nationaal niveau
Koninkrijk der Nederlanden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noadaamen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.64
  • (0)
  Add to cart