100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen alle video- en werkcolleges - IPR Vermogensrecht $8.62   Add to cart

Class notes

Aantekeningen alle video- en werkcolleges - IPR Vermogensrecht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat mijn aantekeningen van alle video- en werkcolleges van het vak IPR - Vermogensrecht.

Preview 4 out of 78  pages

  • November 21, 2024
  • 78
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Prof.mr.dr. i. sumner
  • All classes
avatar-seller
College 1 – IPR Vermogensrecht

Videocollege:

Internationaal Privaatrecht

Structuur van kennisclip
1. Kennismaking van het IPR
2. Hoofdonderwerpen van het IPR
3. Aangrenzende rechtsgebieden
4. Bronnen van het IPR
5. IPR casus oplossen (eigen methodologie!)

Wat is het IPR?

1. Wat is IPR?
Waar gaat het om?
- INTERNATIONALE zaken -> niet internationaal recht, de zaak zelf heeft internationaal karakter,
bepaalde feiten in de casus maakt het internationaal
- PRIVATE geschillen -> niet over geschillen tussen staten, maar private partijen, kan in de zin van
natuurlijke personen maar ook rechtspersonen
- RECHTELIJKE aard -> gaat niet over de emotionele aard, etc.

Voorbeeld 1
Nederlandse voetbalsupporters gaan naar Italië voor een wedstrijd. Na afloop van die wedstrijd
worden bepaalde zaken in Rome vernield door de NL supporters. Als zo’n situatie zal ontstaan, kan er
sprake zijn van een onrechtmatige daad. Winkeliers in Rome willen hun schade vergoed krijgen, hoe
doen ze dat? Probleem is dat de supporters niet in Italië woonachtig zijn.
Waar moeten de winkeliers naar de rechter? -> in Italië (waar zij wonen en waar de schade is
ontstaan) of in Nederland (waar de voetbalsupporters woonachtig zijn)

Voorbeeld 2
Stel je woont in NL en je wilt graag een nieuwe auto kopen: een peugeot. De beste prijs is in Frankrijk.
Je koopt die auto in Frankrijk, die rijd je naar NL en in NL na een maand of 6 kom je erachter dat de
auto mankementen heeft. Je wilt die auto terugbrengen en je geld terugkrijgen (contract ontbinden).
Probleem is dat de Franse autoverkoper aangeeft dat dat niet kan via het Franse recht, maar je wilt
een beroep doen op NL recht waarin dat wel mogelijk is. Kun je het NL recht gebruiken of moet je het
Franse recht gebruiken?

Voorbeeld 3
Stel een winkel in Duitsland. Die gevestigde winkel in Duitsland stuurt een van de medewerkers naar
Engeland. Daar is diegene werkzaam voor een aantal maanden. In Engeland krijgt die persoon een
bericht van de Duitse werkgever dat het arbeidscontract wordt gestopt. In Engeland vecht die
werknemer dat aan. Engelse rechter zegt dat het is niet terecht is dat hij is ontslagen. Dus we hebben
een Engelse beslissing waarin de werknemer in zijn gelijk is gesteld en Engelse rechter heeft
aangegeven dat er ook sprake is van schadevergoeding. De werknemer heeft hier niks aan, want die
schadevergoeding moet betaald worden door Duitse bedrijf. Engelse beslissing moet ten uitvoer
worden gelegd in Duitsland.
Moet dan die beslissing ook door de Duitse rechter worden erkend en ten uitvoer worden gelegd?

Hoofdonderwerpen

2. Hoofdonderwerpen: 3 verschillende vragen in het internationale privaatrecht
1. Bevoegdheid: bij welke rechter kan iemand terecht?
2. Toepasselijk recht: welk recht is van toepassing op het geschil?
3. Erkenning en tenuitvoerlegging: hoe zit het met een beslissing in een ander land?

- Administratieve samenwerking: in heel veel internationale instrumenten worden verschillende
administratieve contactpunten opgericht: ‘centrale autoriteiten’. Dat voorspoedigt de communicatie
tussen landen als er sprake is van een internationaal geschil.
- Procesrecht

, > Betekening: hoe kunnen we documenten ook over de grens betekenen?
> Bewijs: hoe kunnen we bewijs vergaren in het buitenland o.b.v. internationale instrumenten?

2. Terminologie
- Bevoegdheid: ‘forum’
> Forum delicti: rechter van de plaats waar de OD heeft plaatsgevonden
> Forum rei sitae: de rechter van de plaats waar het goed zich bevindt
> Forumkeuze: rechter die door partijen wordt gekozen
- Toepasselijk recht: ‘lex’
-> Feit dat je bevoegd bent als rechter wil niet zeggen dat je ook het nationale recht moet toepassen
> Lex loci delicti: recht van de plaats waar de OD heeft plaatsgevonden
> Lex rei sitae: het recht van de plaats waar het goed zich bevindt
> Rechtskeuze: partijen spreken af welk recht van toepassing is op hun verhouding. Het feit dat
men een forumkeuze heeft afgesproken wil niet zeggen dat ook dat recht van toepassing is

2. IPR vragen




2. IPR is nationaal!




De zaak zelf is internationaal, maar het is van rechterlijke aard, die regels zijn anders in ieder land. De
regels van IPR in NL zijn anders dan in andere landen. In zijn oorsprong is internationale privaatrecht
nationaal van aard.

Over de jaren heen hebben internationale organisaties gezien dat dat tot problemen kan leiden dat
harmonisatie en unificatie nodig is, daarom in toenemende mate internationale verdragen en
verordeningen.

Aangrenzende rechtsgebieden

,3. Aangrenzende rechtsgebieden




-> interregionaal recht: recht in NL of recht in Aruba

4. Bronnen
1. EU instrumenten (meestal verordeningen)
2. Internationale instrumenten (meestal verdragen)
3. Nationale bronnen
1. Wetten (e.g. Boek 10 BW)
2. Ongeschreven recht
3. Gewoonterecht (e.g. US Restatement)

4. Bronnen
- Internationale instrumenten
- Toepassingsgebieden
> Materiële toepassingsgebied: onderwerp
> Formele toepassingsgebied: ruimte
> Temporele toepassingsgebied: tijd

3 vragen of internationale verdrag van toepassing is op de casus die we moeten oplossen, valt onze
casus binnen de toepassingsgebieden van het verdrag?
1. Materiële toepassingsgebied -> welke onderwerpen worden geregeld door het verdrag? Bijv. wel
contracten maar niet consumentencontracten
2. Formele toepassingsgebied -> beperking in de ruimte, een verdrag kan ook aangeven dat het
verdrag enkel van toepassing is als de verweerder woonplaats heeft op het grondgebied van een
verdragsluitende staat, of betrokken partijen nationaliteit hebben van aangesloten land etc. kan ook
universeel zijn, dan geen enkele ruimtelijke beperking (dan universeel formeel toepassingsgebied)
3. Temporele toepassingsgebied -> afbakening in de tijd, 2 elementen: (i) datum waarop instrument in
werking is getreden (ii) pijlmoment, welk moment is van belang om te weten of men aan dat tijdsdatum
vastzit. Kan tijd van de zitting zijn, of tijd dat procedure start, of geen beperking in tijd. Altijd deze 3
vragen stellen bij internationaal toepassingsgebied

4. Bij meerdere bronnen
Als meerdere bronnen van toepassing zijn, dan probleem van samenloop.
- Internationaal instrument vs. Nationale bron
> Art. 93/94 Gw, art. 1 Rv, art. 10:1 BW
-> internationaal instrument gaat voor, dus niet in Rv of BW belanden, o.b.v. art. 93/94 blijf je bij het
internationale instrument
- Verdrag vs. Verordening
> In instrumenten zelf
-> samenloop wordt dan geregeld in instrumenten zelf, in meest recente instrument wordt dan
aangegeven in welke situaties dat instrument voorrang claimt.
- Verdrag vs. Verdrag
> Weens Verdragenverdrag 1969: regels van het nieuwste verdrag gaat voor, of lex specialis gaat
voor bijzondere verdrag voor algemene verdrag.

Methodologie

, 5. Methodologie
Hoe los je IPR vragen op? 7 stappen plan:
1. Internationale feiten: wat zijn de relevante internationale feiten? -> waarom is het internationaal?
2. Kwalificatie: aanduiden van het probleem -> waar gaat het probleem over, op welk gebied,
contractenrecht, onrechtmatige daad, echtscheidingsrecht?
3. IPR Vraag: welke IPR vraag doet zich hier voor -> bevoegdheid, toepasselijk recht of erkenning van
buitenlandse uitspraak? Kan zijn dat er meerdere IPR vragen zijn in een casus, maar iedere vraag
neem je apart in berekening
4. Bronnen: welke bronnen zijn van toepassing om deze vragen op te lossen? -> verordeningen,
verdragen en nationale regels
5. Toepassingsgebieden -> materiële, formele en temporele toepassingsgebied
6. Samenloop: bestaat er samenloop? -> dan de handvatten van het samenloopprobleem gebruiken
om op te lossen welke instrumenten je gaat gebruiken
7. Toepassing van de bron om de IPR vraag op te lossen

Werkcollege:

Aantekeningen:

Relevante internationale feiten: woonplaats, feit in het buitenland (bijv. onrechtmatige daad: schade;
uitvoering van overeenkomst, geboorteplaats), nationaliteiten, ligging van het goed,
keuzes/partijautonomie, rechterlijke beslissing
-> alleen dan heeft de zaak een internationaal karakter en is het IPR van belang

Mogelijke kwalificaties (stap 2):
- verbintenissen uit overeenkomst
- verbintenis uit niet-overeenkomst (bijv. onrechtmatige daad, precontractuele aansprakelijkheid)
-> beide: burgerlijke & handelszaken

Wij doen een combinatie van ‘lex fori’ en ‘lex causa’ -> autonome uitleg: begrip ‘overeenkomst’ zien wij
als de definitie van het begrip zoals het Hof van Justitie

Kwalificatie (stap 2) is van belang zodat je weet naar welk verdrag je moet, de bronnen hebben betrekking
op bepaalde onderwerpen, dus het onderwerp bepaalt ook de bron

Dat de NL rechter bevoegd is, betekent niet dat de NL rechter ook het NL recht moet toepassen! NL
rechter kan bevoegd zijn en het Duitse recht moeten toepassen

Bronnen:
- Verdragen -> ‘verdragsluitende staten’
- Verordeningen -> ‘lidstaten’
 verschil tussen het Verdrag en de Verordening zijn ze erg streng op bij het tentamen (omdat er veel
zijn met dezelfde namen)!!!

Mogelijke verordeningen: Brussel I-bis, Brussel I-Vo.
Mogelijke verdragen: Lugano Verdragen 1988 en 2007 en Brussel Verdrag 1869
Nationale wet: art. 1 t/m 14 Rv

Vraag 1
Lees onderstaande uitspraak en beantwoord de volgende twee vragen:

1. Welke IPR vragen worden hierin beantwoord?

Stap 1: Internationale feiten: woonplaats in het buitenland, vordering betrekking op een onroerende zaak,
dus internationaal karakter (r.o. 3.2)

Stap 2: Kwalificatie (welk rechtsonderwerp): zie rood in onderstaande tekst: de onroerende zaak waar het
om gaat in de casus kan onder 2 kwalificaties vallen: huwelijksvermogensrecht en algemeen
vermogensrecht; rechter geeft in casus aan dat het hier dus niet gaat om het huwelijks vermogensrecht
maar om het algemeen vermogensrecht (r.o. 3.3)
Stap 3: IPR vraag: internationale bevoegdheid: ‘Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht’? (r.o. 3.3)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LawStudentTilburgUniversity. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62
  • (0)
  Add to cart