Samenvatting nask stoffen:
2.1
Stofeigenschappen: is een eigenschap waaraan je stoffen kunt herkennen. Je kunt ze gebruiken om
stoffen van elkaar te onderscheiden
Gevarensymbool: er staan waarschuwingen op verpakkingen van gevaarlijke stoffen. De gevaren
worden aangegeven met pictogrammen, zo’n pictogram is een gevarensymbool
Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
1. Geur: bijv: alcohol heeft een andere geur dan terpentine of water heeft een andere geur dan
benzine.
2. Kleur: bijv: koper is rood-oranje, goud is geel, lood is grijs
3. Smaak: bijv: suiker smaakt zoet, maar keukenzout smaakt zout
4. Brandbaarheid: bijv: benzine is brandbaar, maar water niet
5. Dichtheid: bijv de dichtheid van aluminium is ander dan dat van staal.
Stoffen kunnen gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld thuis heb je wasbenzine, spiritus, chloor of ammonia. Een
stof kan gevaarlijk zijn als je:
• Als je de stof inademt bijv: benzinedamp
• Als je de stof inslikt bijv: spiritus
• Als je de stof op je huid, in je ogen of op je kleren krijgt bijv bij bleekmiddel
• Als je met vuur bij de stof komt bijv bij alcohol
• Als je de stof met een andere stof mengt bijv toiletreiniger met urine.
Dit is de betekenis+ uitleg van de 6 gevarensymbolen:
1) Corrosief: kan materialen, ogen en huid ernstig aantasten
2) Explosief: kan door een vonk of schok ontploffen
3) Licht ontvlambaar: kan heel gemakkelijk in brand vliegen
4) Brandbevorderend: kan brandbare stoffen heviger laten branden
5) Giftig: kan je ernstig ziek maken/ dodelijk zijn
6) Schadelijk: is schadelijk, kan ogen en huid irriteren
2.2
Mengsel: is een term die gebruikt wordt om te zeggen dat er twee of meer stoffen in iets zitten.
Zuivere stoffen: stoffen die geen mengsels zijn. Het is als er maar 1 stof in iets zit
Concentratie: De concentratie of sterkte van een oplossing geeft aan hoeveel stof er is opgelost per
hoeveelheid oplossing (of oplosmiddel).
Oplossing: als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt na flink roeren helder,
dan heb je een oplossing gemaakt.
Molecuul: kleine deeltjes waaruit stoffen bestaan.
, In het dagelijks leven gebruiken wij vaak de woorden zuiver of puur. Het woord puur gebruik je bij
nask nooit en het woord zuiver wordt gebruikt om aan te geven dat er maar 1 stof in iets zit. Bijv: als
water alleen water is, is het een zuivere stof, zodra er nog een andere stof in zit, wordt het een
mengsel.
Je wilt soms niet alleen weten welke stoffen er in het mengsel zitten, maar ook in welke
hoeveelheden. Er zijn verschillende manieren om dat aan te geven
Oplossing Suspensie
Geen vaste deeltjes Vaste deeltjes
Helder Niet helder
Bezinken niet Bezinken
Blijft altijd gemengd Blijft niet altijd gemengd
Bij een oplossing meng je een vaste stof met een vloeistof en die vloeistof wordt na flink roeren
helder. Zodra die helder is geworden heb je een oplossing gemaakt.
De vloeistof is dan het oplosmiddel. De stof die in het oplosmiddel zit, wordt de opgeloste stof
genoemd. Dat kunnen er ook nog meerdere zijn.
Bijvoorbeeld: als je suiker in water doet en het goed roert. Dan verdwijnen de suikerkorreltjes. Dan
zeg je dat de suiker is opgelost in het water. Dat de suiker niet echt verdwenen is, merk je als je de
oplossing proeft: die smaakt nu zoet.
Als een vaste stof zoals suiker oplost --> de moleculen van de stof verspreiden zich tussen de
moleculen van het oplosmiddel --> na een tijdje is de vaste stof volledig opgelost, dan worden de
moleculen van de opgeloste stof aan alle kanten omringd door moleculen van het oplosmiddel.
Suspensies
Is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft. Kenmerken hiervan staan in de tabel
maar zijn dus:
1. Het bezinkt
2. Is niet helder
3. Doordat het bezinkt blijft het ook niet hetzelfde
Een voorbeeld van een suspensie is verf:
Als je een pot met verf een tijd laat staan, is de vloeistof in de pot onderin veel dikker dan bovenin.
Dat komt omdat verf een mengsel is van twee vloeistoffen (bindmiddel en verdunner) waarin
verfdeeltjes zitten. Die verfdeeltjes (het pigment) bepalen de kleur. Als je een pot lange tijd laat
staan, zakken de verfdeeltjes naar de bodem. Verf is dus geen oplossing, maar een suspensie.
Daarom moet je verf altijd eerst goed roeren voordat je gaat verven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 119989I. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.