100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting GRC P2 jaar 1 $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting GRC P2 jaar 1

1 review
 65 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Praktisch belastingrecht H1, 2, 4, 5 en 10

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • H1,2,4,5 en 10
  • March 12, 2020
  • 25
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ibtissamg • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting GRC blok 2
Lesdoelen week 1
- Als je een klant gaat adviseren over de te betalen belastingen, hoor je inzichtelijk te
hebben welke belastingen in Nederland betaald moeten worden en welke
belastingwetten hierbij horen.
- Als je inzichtelijk wil hebben wie de belasting moet betalen, dan behoor je het verschil te
kennen tussen directe en indirecte belastingen.
- Voor alle belastingwetten gelden procedureregels, denk bijvoorbeeld aan
aangiftetermijnen. Om deze regels te begrijpen behoor je een basiskennis te hebben van
de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen en H6 van de Algemene Wet
Bestuursrecht.
- Het begrip fiscaal partnerschap uit de AWR heeft ook een plaats in de
inkomstenbelasting, je behoort in de toekomst een klant te kunnen adviseren met wie hij
wel of geen fiscaal partnerschap aan kan gaan.

Lesstof week 1:
- Hoofdstuk 1 en 2
- Reader lesweek 1

Hoofdstuk 1: algemene inleiding
Belastingen hebben twee functies:
1. budgettaire functie  fiscaal doel. Belastingopbrengst draagt bij aan de financiering van de
collectieve goederen en diensten. Bijvoorbeeld: uitgaven in de vorm van subsidies voor kunst en
cultuur, goede infrastructuur, bijstand uitgaven en uitgaven voor hulpdiensten zoals politie,
defensie en gezondheidszorg.
2. instrumentele functie  niet-fiscaal doel. Bijvoorbeeld: bescherming van nationale
bedrijvigheid en het beïnvloeden van milieuvriendelijk, gezond of sociaal gedrag. Met
investeringsaftrek bij een investering in bedrijfsmiddelen wil de overheid bedrijven stimuleren om
te investeren, wat goed is voor de economie en werkgelegenheid. Belastingheffing kan ook
gebruikt worden om bepaald gedrag negatief te beïnvloeden. Dan wordt de heffing juist hoger.
Bijvoorbeeld accijns.

De heffingen kunnen we onderscheiden in belastingen en retributies:
1. belastingen verplichte bijdrage door burgers zonder dat daar een specifieke tegenprestatie
tegenover staat.  wegen aanleggen en de orde bewaken.
2. retributies vergoedingen die een burger moet betalen omdat hij bepaalde diensten van de
overheid afneemt.  rijbewijs, paspoort en bouwvergunning.

Belastingen kunnen alleen geheven worden op grond van een wet. Belastingwetten hebben steeds
een zelfde opbouw. In iedere wet staan de volgende onderdelen:
1. het subject van heffing = degene die de belasting verschuldigd is.
2. het object van heffing = het bedrag waarover de belasting verschuldigd is.
3. de wijze van heffing  hierin is geregeld op welke manier belasting verschuldigd is.
4. het verschuldigde tarief of bedrag.

Er zijn verschillende soorten belastingen en deze kunnen op verschillende manieren worden
gegroepeerd. In dit boek treffen we de volgende indelingen aan:
1 directe en indirecte belastingen
Bij Directe belastingen wordt belasting geheven bij degene die de belasting verschuldigd is.
bijvoorbeeld: loonbelasting ingehouden op salaris van werknemer en ondernemer moet
inkomstenbelasting betalen over zijn bedrijfsresultaat. Bij indirecte belasting  degene bij wie
de belasting wordt geheven, zal de belasting doorberekenen aan een ander. Hij kan verschuldigde
belasting dus afwentelen op zijn afnemer. Voorbeeld: een ondernemer moet omzetbelasting
voldoen over zijn verkopen maar deze berekent hij door aan zijn afnemers.

2 tijdstip- en tijdvakbelastingen
Bij tijdvakbelasting moet verschuldigde belasting die in loop van een tijdvak is ontstaan, na
afloop van dit tijdvak worden afgedragen of voldaan, bijvoorbeeld: inkomstenbelasting,
loonbelasting en omzetbelasting. Tijdstipbelasting  belastingheffing die betrekking hebben op
een gebeurtenis of specifiek tijdstip, bijvoorbeeld: dividend, overdrachts- en kansspelbelasting.



1

,3 aanslag- en aangiftebelastingen
Aanslagbelastingen (art 11 t/m 18a AWR)- De belastingplichtige vult een aangifte in met zijn of
haar inkomen en vermogen, vervolgens wordt de aanslag vastgesteld door de inspecteur van de
Belastingdienst. De belastingplichtige betaalt de aanslag aan de ontvanger van de Belastingdienst.
Bijvoorbeeld: inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
Aangiftebelastingen (art 19 en 20 AWR)- De belastingplichtige berekent zelf de verschuldigde
belasting en vult een aangifte in en draagt het verschuldigde bedrag af aan de ontvanger van de
Belastingdienst. Er volgt dus niet per definitie een aanslag. Bijvoorbeeld: omzetbelasting en
loonbelasting. Aangiftebelastingen worden weer onderverdeeld in voldoeningsbelasting (is men
de belasting zelf verschuldigd OB) en afdrachtsbelasting (degene die de belasting afdraagt is
iemand anders dan degene die de belasting verschuldigd is, wet LB en dividendbelasting).

4 subjectieve en objectieve belastingen
Subjectieve belasting- rekening houdend met persoonlijke omstandigheden (vb. IB  PGA,
heffingskortingen)
Objectieve belasting- geen rekening met persoonlijke omstandigheden (vb. DIB)

Geschreven en ongeschreven bronnen belastingrecht:
- Wetgeving
- Uitvoeringsregelingen en -besluiten in diverse wetten wordt regelmatig verwezen naar
andere regelingen (delegatiebepalingen). Wanneer in een wettekst staat dat een en ander
geregeld is in een AMVB kan dit worden vastgelegd in een uitvoeringsbesluit.
- Europese richtlijnen
- Besluiten via een besluit kan de staatssecretaris van financiën aangeven hoe hij denkt
dat de wetgeving moet worden uitgelegd of hij kan bepaalde tegemoetkomingen geven.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur in de rechtspraak is een aantal criteria
ontwikkeld waaraan een behoorlijk bestuurder moet voldoen  vertrouwensbeginsel en
gelijkheidsbeginsel.
- Rechtspraak (jurisprudentie)

Hoofdstuk 2: algemene wet inzake rijksbelastingen & reader
Kennis van het formele belastingrecht is van belang om te kunnen werken met het materiele
belastingrecht. De regels van het formele belastingrecht zorgen er namelijk voor dat de
daadwerkelijk verschuldigde belasting ook op tijd betaald wordt. Belastingrecht maakt onderdeel
uit van het publiekrecht. Formeel belastingrecht wordt geregeld in de Algemene Wet inzake
Rijksbelastingen, afgekort de AWR. De AWR is een algemene overkoepelende wet die geldt voor
alle belastingen die door het rijk worden geheven, dus door de Belastingdienst.
De AWR gaat dus niet over de inhoud van het belastingrecht, maar vooral over de verhouding
belastingdienst-belastingplichtige.

Belangrijke begrippen AWR
belastingaanslag
de verschuldigde belasting vloeit uit de heffingswet voort. Als een ondernemer winst behaalt, moet
hij daar belasting over betalen. het behalen van de winst leidt niet rechtstreeks tot een
betalingsplicht, maar leidt tot een claim van de belastingdienst. Middels een aanslag wordt
geformaliseerd hoeveel belasting moet worden betaald en wanneer. In art. 2 lid 3 e AWR worden
de belastingaanslagen vermeld. We onderscheiden de volgende belastingaanslagen:
- Een voorlopige aanslag
- Een aanslag, ook wel genoemd een ‘definitieve’ of ‘primitieve’ aanslag
- Een navorderingsaanslag
- Een naheffingsaanslag
- Een conserverende aanslag

Burgerservicenummer art. 2 lid 3 j AWR
BSN-nummer is een registratienummer voor natuurlijke personen. Met dit nummer kunnen zij bij
alle overheidsinstanties terecht.




2

, Basispartnerbegrip art 5a AWR
Voor diverse belastingwetten is van belang of personen al dan niet fiscaal partner zijn. Fiscale
partners mogen in hun aangifte inkomstenbelasting de negatieve inkomsten uit eigen woning
vrijelijk verdelen. Door deze vrije verdeling kunnen zij de aftrek opnemen bij de persoon met
hoogste inkomen en dit leidt tot een hogere teruggave.
Als partner wordt aangemerkt:
- Gehuwden of geregistreerd partners (art 2 lid 6 AWR)
- De ongehuwd meerderjarige personen met notarieel samenlevingscontract en ingeschreven op
hetzelfde adres bij de gemeente.
Lid 5  slechts 1 partner

Woonplaats of vestigingsplaats
Woonplaats- naar omstandigheden beoordeeld  sociaal en economisch middelpunt.
De AWR geeft ten eerste een algemeen woonplaatsbegrip, artikel 4 AWR. Waar iemand woont,
wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Bij natuurlijke personen gaat het om het centrum van
de persoonlijke belangen, bij rechtspersonen om de plaats van feitelijke leiding of waar de
beslissingen feitelijk genomen worden (in geval van tussenschuiven van stromannen). In feite gaat
het erom waar voor de belastingplichtige het sociaal middelpunt van zijn lever is.
Vestigingsplaats- daar waar de feitelijke leiding zich bevindt.
Het GBA-adres of statutaire vestigingsplaats doen bijna niet ter zake. Verhuizen naar een
belastingparadijs is toegestaan, maar iemand moet ook echt verhuisd zijn, en zich niet alleen daar
inschrijven. Door deze brede bepaling met ruime omschrijving kunnen belastingvluchten naar
belastingparadijzen makkelijk worden tegengegaan.

Bij de heffing van diverse belastingen is vooral de aangifte van belang die de belastingplichtige in
moet dienen. De bepalingen die hier betrekkingen hebben zijn opgebouwd in AWR in de volgende
hoofdstukken:
Hoofdstuk II art. 6 t/m 10a algemene bepalingen over de afgifte
Hoofdstuk III art. 11 t/m 18a bepalingen van belang voor aanslagbelastingen
Hoofdstuk IV art. 19 t/m 20 bepalingen van belang voor aangiftebelastingen

Het verschil tussen beide heffingstechnieken:
1. aanslagbelastingen  wordt vastgesteld door de inspecteur. Voordat dit gebeurd, wordt aan
de belastingplichtige gevraagd om een aangifte in te dienen.
2. aangiftebelastingen  de belastingplichtige berekent volgens deze techniek zelf zijn
verschuldigde belasting, doet hiervan aangifte en draagt het verschuldigde bedrag af aan de
ontvanger. Bij deze techniek is de taak van de inspecteur beperkt. Zie h1 samenvatting voor
voldoenings- en afdrachtsbelastingen.

Navordering (art 16 AWR): Als de inspecteur een aanslag (aanslagbelasting) te laag heeft
vastgesteld, kan hij dit in sommige gevallen herstellen middels een navorderingsaanslag
Wanneer? Als de inspecteur een nieuw feit heeft of als de belastingplichtige te kwader trouw is of
als er sprake is van een situatie genoemd in lid 2.
Naheffing (art 20 AWR): Als een inspecteur constateert dat bij een aangiftebelasting te weinig
belasting is afgedragen of voldaan, kan hij dat herstellen middels een naheffingsaanslag.
Hij heeft geen nieuw feit nodig. Waarom niet? De belastingplichtige berekent zelf het verschuldigde
bedrag. Navorderings- en naheffingstermijn 5 jaar (plus evt. verleend uitstel)




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukmuskens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79  8x  sold
  • (1)
  Add to cart