Terrible summary, a misspelling every 10 sentences!
By: patrickmulder1 • 3 year ago
By: JurgenRenker • 3 year ago
By: csregueiracuzaregales • 3 year ago
By: ebgdewit • 3 year ago
Translated by Google
Summary is good alone, he is incredibly long
By: zovanriezen • 3 year ago
Seller
Follow
marthuub
Reviews received
Content preview
Consumentengedrag week 1
H1. Consumentengedrag en scenario’s
1.1 Wat is consumentengedrag?
Consumentengedrag: al het gedrag dat een consument vertoont bij het zoeken naar, het kopen, het
gebruiken/verbruiken, het evalueren en het zich ontdoen van producten, diensten en ideeën.
Customer Activity Cycle = Pre-aankoop-fase -> aankoopfase -> post-aankoop-fase = dit circuleert
rond. Het gaat dus niet alleen om ‘kopen’, maar ook om wat daaraan voorafgaat en wat erop volgt.
1. Pre-aankoop-fase = behoefte bepalen, informatie verzamelen.
2. De aankoopfase = bij diensten inclusief de consumptiefase.
3. De post-aankoop-fase = gebruiken, evalueren en afdanken.
1.1.1 Beschrijven, verklaren en voorspellen van consumentengedrag
Studie naar consumentengedrag:
- Beschrijven -> wat doen consumenten?
- Verklaren -> waarom doen ze zo?
Pas als je ze begrijpt dan:
- Voorspellen -> als we dit doen dan is de reactie…
- Beinvloeden -> we willen meer verkopen, dus dan gaan we… en dan reageren de
consumenten met …
1.1.2 Waarop heeft consumentengedrag betrekking?
Consumentengedrag betreft niet alleen producten en diensten, maar ook ideeën. Ideeën zijn
activiteiten of informatie-uitingen voor niet-commerciële doeleinden die de consument worden
aangeboden.
1.2.1 Een normatief beslissingsproces
Aankoopbeslissingsproces:
1. Behoefte vaststellen
2. Informatie verzamelen
3. Evaluatie van alternatieven
Hierbij onderscheiden we twee verschillende vergelijk modellen:
, 1. Het Multi Attribuut Utiliteit Theorie (maut) waarbij de consument aan alle kenmerken
van de overwogen alternatieven een score en een gewicht toekent.
Het eindoordeel over een alternatief wordt ‘berekend’ met behulp van een formule:
Waargenomen waarde van een kenmerk x evaluatie van het kenmerk.
2. Het Subjective Utility-model (SUE) maakt de consument voor elk alternatief een
schatting van de ‘waarde’ en de waarschijnlijkheid dat het alternatief ook echt dat nut
heeft. Het eindoordeel wordt berekend met behulp van de formule:
SUE = Geschatte waarde x geschatte waarschijnlijkheid.
Afwisselingsgericht koopgedrag = in de praktijk blijkt de consument ook behoefte te hebben aan
afwisseling en daarom ook afwisselingsgericht koopgedrag te vertonen.
Impulsief koopgedrag = Dit kan beïnvloed worden door omstandigheden van bijv. stemming, de
consument wordt gestimuleerd aankopen te doen die hij niet vooraf had gepland. Daarbij wordt het
beslissingsproces snel en vaak slechts beperkt doorlopen. Dit kan resulteren in een aankoop die niet
optimaal aansluit bij datgene wat hij voor ogen had.
,Situatiebepaald = Dit betekend dat het van de omstandigheden afhankelijk is hoe het
beslissingsproces verloopt.
Bereidheid vs. In staat zijn:
1.3 Een scenariobenadering
Consumentengedrag staat niet op zichzelf. Het vindt plaats in een bepaalde omgeving: context, door
een bepaalde persoon (consument) en met betrekking tot een bepaald object (een product of dienst,
een reclame-uiting, of een ander aspect van het aanbod).
De combinatie van persoon, object en context wordt ook wel gedrag scenario genoemd.
Consumentengedrag scenario’s:
1.3.1 Consument
Het beslissingsproces kan je indelen in twee type consumenten: consumenten die alleen met het
allerbeste alternatief genoegen nemen en blijven wikken en wegen tot ze de beste keuze hebben
gemaakt worden optimizers genoemd. Satisficers daarentegen besteden liever niet meer tijd en
moeite aan beslissingsprocessen dan strikt noodzakelijk: goed is goed genoeg.
Andere factoren die bepalen op welke wijze het beslissingsproces wordt doorlopen zijn onder meer:
1. De betrokkenheid van de consument bij het object.
2. De kennis van of ervaring met het object.
3. De beschikbare middelen (tijd en geld).
1.3.2 Context
Onder de context van een consumentengedragsscenario wordt verstaan: de omgeving waarin de
consument zich bevindt. Wanneer we kijken naar de marketingcontext en micro-omgeving. Betekent
marketingcontext de touchpoints tussen consument en aanbieder. De micro-omgeving, ofwel de
, situatie waarin de individuele consument zich bevindt, kan bepalend zijn voor zijn gedrag. De
individuele consument wordt op 3 gebieden beïnvloed:
1. De point of sale (direct koop gedragsbeïnvloeding kan zinvol zijn).
2. In een situatie waarin hij zelf kan bepalen waaraan hij zijn aandacht besteed. (Thuis, op de
bank ect).
3. In een situatie waarin andere verplichtingen de aandacht vragen. (Werk, druk verkeer of
kinderen).
1.3.3 Object
Consumenten oriëntatie:
Wat wil de consument nu echt:
- Hobby: veilig, licht gemakkelijk.
- Werk: moet meerdere taken kunnen vervullen.
Verdeling in soorten objecten – Rossiter en Percy:
Dit model hierboven is gebaseerd op de ‘belangrijkheid’ van het object voor de consument en de
‘functie’ van het object. Met ‘belangrijkheid’ wordt hier bedoeld: hoe erg is het voor de consument
als een verkeerde beslissing wordt genomen.
Informationeel product heeft een probleemoplossende functie terwijl een transformationeel
product een waard toevoegende functie heeft. Bij informationele producten zijn over het algemeen
functionele productinformatie van belang voor consumenten. Terwijl bij beslissingen met betrekking
tot transformationele producten de affectieve, emotionele aspecten van marketinguitingen
zwaarder wegen.
1.4.1 De consument als afnemer
Industrieel afnemersgedrag vergeleken met consumentengedrag:
Belangrijkste verschillen consument:
- Niet vanuit eigen behoefte/ niet uit eigen portemonnee.
- Vaak ‘technisch’ beter onderlegd.
Overeenkomst:
- Invloed van psychologische factoren
In situaties van industrieel koopgedrag richt de marketeer zich dus niet op de eindgebruiker – de
individuele consument – als afnemer, maar op een organisatie als afnemer. We spreken dan van
industriële of business-to-business.
Beslissingsproces van de industriële afnemer:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marthuub. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.