Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Dit is een uitgebreide samenvatting van de tijdvakken H5-H10 van het handboek Geschiedeniswerkplaats. Ik heb ook aantekeningen van mijn docent toegevoegd. Dit is onderdeel van het eindexamen VWO 2025.
5.1
Italiaanse kunstenaars bestuurden het klassieke erfgoed. Ze probeerden de
klassieke kunst van de Grieks-Romeinse cultuur te evenaren/overtreffen. Door de
resultaten vonden ze dat er een nieuwe tijd ontstond: de renaissance. De tijd
tussen de oudheid en de renaissance noemden de kunstenaars de
middeleeuwen.
De grote bouwmeester van de vroege renaissance is Filippo Brunelleschi. Hij
maakte gebruik van de vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur en was ook
ontdekker van het perspectief, door het te verbeteren uit de oudheid.
Beeldhouwers probeerden personages levensecht te kunnen uitbeelden. Het
bekendste werk is van Michelangelo.
Geleerden richtten zich ook op de studie van de oudheid. Ze noemden zichzelf
humanisten: geleerden die vanaf omstreeks 1500 klassieke teksten
bestudeerde.
Monniken maakte vaak fouten bij het vertalen van werken uit de oudheid.
Humanisten zorgden voor herstelling van de oorspronkelijke betekenis en ook
gingen ze op zoek naar verloren teksten. Ook kwamen klassieke Griekse teksten
naar Italië doordat ze mee werden genomen door geleerden na de Turkse
verovering van Constantinopel.
In de 16e eeuw werd de renaissance over Europa verspreid. Het humanisme had
twee verschillende richtingen:
1. Herleving van de klassieke oudheid
2. Wedergeboorte van het oorspronkelijke christendom
De bekendste van de tweede was de monnik Desiderius Erasmus uit Rotterdam.
Hij wilde het christendom 'zuiveren' door het Nieuwe Testament te vertalen uit
oude Griekse handschriften. Hij constateerde dat de Bijbel die de kerk gebruikte
vol fouten zat.
Renaissancekunstenaars vonden de natuur en anatomisch onderzoek ook
interessant. O.a. Door dit observerende onderzoek ontstond er een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling.
5.2
Doelen ontdekkingsreizen Spanje en Portugal
1. Christendom verspreiden
2. Macht
3. Handel
Bij Nederland ging het alleen om handel en macht
Portugezen gingen opzoek naar de route naar Indië. In 1492 leek het erop dat
Columbus hun voor was. Maar toen Columbus er aankwam was het anders dan
de beschrijvingen van Marco Polo. Toch geloofde hij dat hij de westelijke route
naar Indië had ontdekt. De oorspronkelijke bewoners van Amerika staan daarom
bekend als de Indianen en is het Caribisch gebied Indië of de West genoemd.
Azië werd Oost-Indië of de Oost genoemd.
,Later benoemde Amerigo Vespucci 'de Nieuwe Wereld' Amerika. Portugal
bereikte in 1498 India.
De ontdekkingsreizen vormden het begin van de overzeese Europese expansie.
Na de eerste ontdekkingsreis naar India stuurden de Portugezen oorlogsvloten
mee: armada's.
De Portugezen wilden geen grote gebieden veroveren. In plaats daarvan namen
ze langs de Afrikaanse en Aziatische kusten kleine gebieden in bezit en bouwden
er factorijen (handelsposten).
Spanje veroverde omstreeks 1570 een groep eilanden die de Filipijnen genoemd
werd. Handel was in deze gebieden belangrijk, maar ook het bekeren van de
inheemse bevolking tot het christendom. Na de ontdekkingsreizen kwamen
Spaanse veroveraars naar Midden- en Zuid-Amerika. Het Aztekenrijk en Incarijk
werden met gemak veroverd door:
1. Indianen hadden slechts eenvoudige wapens
2. Indianen waren doodsbang voor de paarden, want ze kenden geen grote
dieren.
3. Spanjaarden werden geholpen door volken die door de Azteken en Inca's
werden onderdrukt
4. Indianen waren niet bestand tegen de ziekten die Europeanen meenamen
zoals de pest. Binnen een eeuw kwam daardoor het grootste deel van de
Indianen om het leven.
Door de veroveringen in Midden- en Zuid-Amerika kwam er een migratie van
Spaanse mannen naar de koloniën. Doordat zij kinderen kregen met Indiaanse
vrouwen ontstond een etnisch gemengde bevolking.
Kolonialisme: Overheersing van een kolonie in de 16e/17e eeuw om eraan te
verdienen door bijvoorbeeld handel in India. Uitgevoerd door Spanje, Portugal,
Engeland en Nederland.
5.3
God-Kerk-Volk. De kerk maakt misbruik met dingen die niet in de Bijbel (alleen
Latijn) staan:
Alles wat de kerk zegt moet gedaan worden
Aflaatbrieven
(Daarnaast moesten geestelijke celibaat (ongetrouwd zijn) leven, maar
deden dit vaak niet. Er kwam antiklerikalisme: afkeer van de
geestelijkheid.)
Dit verandert door de drukpers, waardoor geschriften/boeken sneller verspreid
kunnen worden. Erasmus vertaalde de Bijbel=mensen zien dingen van kerk en
Paus niet in de Bijbel staan, zoals heilige beelden=kritiek van Maarten Luther die
95 stellingen aanbiedt bij de kerk.
Hierdoor begon de protestante Reformatie/Hervorming: verandering waarbij
christenen de katholieke kerk wilden veranderen waarna ze zich afsplitsen van
de kerk. Er kwam een katholieke kerk en protestantse kerken in West-Europa.
, Luther ging het Oude Testament in het Duits vertalen zodat iedere gelovige deze
kon lezen. Daarna riep hij Duitse vorsten op hun gebied te hervormen. Zij
vonden dit aantrekkelijk, omdat ze dan kerkelijke rijkdommen in bezit nemen.
Hierdoor ontstond in Duitsland een nieuwe protestantse kerk (wel met
dominees)
Ook Johannes Calvijn begon later een eigen kerk in Frankrijk. Dit leidde tot het
calvinisme. In Engeland liet Hendrik de 8ste zich benoemen tot hoofd van de
anglicaanse kerk en de Bijbel werd vertaald in het Engels.
Door deze godsdienstige tegenstellingen ontstond er regelmatig strijd. In
Frankrijk was er vanaf 1562 een oorlog tussen katholieken en hugenoten
(Franse calvinisten). Pas in 1598 kwam er een eind door het Edict van Nantes:
Frankrijk was een katholiek land, maar ook de hugenoten hadden rechten.
5.4
Van 1515-1555 was Karel V de landheer van de Nederlanden. Elk gewest had
eigen wetten en regels en een eigen bestuur: de Staten. Hij deed aan
centralisatiepolitiek. Bestuurders waren het oneens met kettervervolgingen en
de belastingen die Karel vroeg voor de oorlogen die hij voerde. Na zijn aftreden
werd de onvrede in de Nederlanden snel groter.
Zijn zoon en opvolger Filips vroeg hoge belastingen en benoemde op hoge
posities vertrouwelingen van buiten de Nederlanden. Filips had WVO tot
stadhouder benoemd in Holland, Zeeland en Utrecht.
De onvrede vergrootte door:
1. Filips zijn halfzus Margaretha van Parma tot landvoogdes benoemde om
de Nederlanden te besturen. Zij moest luisteren naar de vertrouwelingen
en niet naar de Nederlandse adel.
2. Filips doorging met centralisatiepolitiek
3. Filips hard wilde optreden tegen het protestantisme
In 1566 gaf de geïntimideerde landvoogdes toe om de vervolgingen te matigen.
Calvinisten kwamen daardoor bij elkaar (hagenpreek) en een opgehitste menigte
sloeg in het plaatselijke klooster alles kort en klein: het begin van de
Beeldenstorm.
Filips besloot de hertog van Alva aan te stellen. Willem van Oranje week naar
Duitsland waar hij legers vormde en in 1568 de Nederlanden mee binnenviel: het
begin van de tachtigjarige oorlog. Oranje ging samenwerken met geuzen:
calvinistische opstandelingen. Eerst werd door geluk Den Briel ingenomen. Later
volgden Hollandse en Zeeuwse steden.
In 1576 gingen Spaanse soldaten rellen. Gewesten in Nederland sloten vrede
met Holland en Zeeland met als doel de Spaanse troepen te laten vertrekken.
Hier werd afgesproken dat Holland en Zeeland calvinistisch bleven en de andere
katholiek.
Nadat de Spaanse troepen wegwaren werd de hertog van Parma als nieuwe
landvoogd benoemd. Uit vrees voor het calvinisme sloten de zuidelijkste
gewesten een verbond met hem. Om Parma tegen te houden werd de Unie van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VWOmateriaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.35. You're not tied to anything after your purchase.