Financieel-economische criminaliteit: Introductiecollege HC1
De symfonietorens staan symbool voor de vastgoedfraudezaak in Nederland
(Klimop). In deze zaak kregen de daders gevangenisstraffen opgelegd en dat is
een unicum bij witteboordencriminaliteit. Deze torens staan symbool voor deze
fraudezaak, omdat hoofdverdachte Jan van Vlijmen deze torens op frauduleuze
manier voor 8 miljoen euro te veel heeft verkocht aan het Philips Pensioenfonds.
In zoverre zijn deze torens dus een crime scene. Philips Pensioenfonds betaalde
ook bij veel andere gebouwen veel te veel geld. Deze fraudezaak is de grootste
Nederlandse zaak. In totaal bedroeg de schade zo’n 250 miljoen euro.
Voorbeelden van witteboordencriminaliteit
Enron
Dit was een van de grootste ondernemingen van Amerika en het werd jarenlang
verkozen tot de meest succesvolle onderneming van Amerika. De directeuren van
dit bedrijf werden jarenlang verkozen tot de succesvolste directeuren van
Amerika. Op een gegeven moment ging een journalist kritische vragen stellen
over de boekhoudcijfers die het bedrijf presenteerde. Na uitgebreid onderzoek
bleek dat ze boekhoudfraude pleegden door aandeelcijfer met boekhoudtrucs
kunstmatig op te blazen. Ze namen namelijk wel de winst mee van het bedrijf,
maar de gedraaide verliezen werden in schimmige constructies met BV’s en
rechtspersonen weggewerkt. Na onderzoek klapte de constructie in elkaar en
kwam er een strafzaak, waarin de Chairman of the Board Kenneth Lay en de CEO
van Enron Jeffrey Skilling beide veroordeeld werden. Interessant aan deze zaak
was dat er ook een CFO was (Chief Financial Officer) die kroongetuige was in deze
zaak. Hij bedacht juist de trucs om die boekhoudcijfers te veranderen en ze
legitiem te laten lijken. Aangezien hij degene was die zijn handen het vuilst had
gemaakt, was hij ook het meest bereid om de details voor een goede regeling met
de FBI te delen.
Madoff
Hij bekleedde allerlei belangrijke posities. Zo was hij directeur van Nasdaq en was
hij heel rijk geworden door een beleggingsfonds. Hij was een financiële tovenaar
voor mensen die te veel geld hadden. Zij belegden het in zijn beleggingsfonds en
dan zorgde hij ervoor dat het meer werd. Madoff was heel selectief in wie er
mocht deelnemen in zijn beleggingsfonds, dus betekende het heel wat als je bij
hem mocht beleggen. Niemand was eigenlijk geïnteresseerd in hoe hij het geld
belegde, want hij kwam zijn beloftes altijd na en iedereen kreeg enorm hoog
rendement. Totdat de crisis kwam: toen waren er steeds minder mensen die veel
geld hadden om te beleggen en toen kwam uit dat Madoff helemaal geen geld
belegde, maar dat het om een piramidespel ging (ponzi scheme). Dat blijft goed
gaan als de onderkant van de piramide blijft groeien, maar zodra dat niet gebeurt,
kan niet iedereen meer uitbetaald worden. De schade bleek uiteindelijk 60 miljard
dollar te zijn.
Grootste verhaal dat bekend is in de criminologie met betrekking tot WBC:
kredietcrisis (2008)
De kredietcrisis ontstond door fraude op de huizenmarkt in Amerika. Met hele
agressieve technieken werden er hypotheken verkocht aan mensen die die
hypotheken zeker niet konden betalen. Deze manier van hypotheken verkopen
vormen als het ware een tikkende tijdbom, omdat er een moment komt dat
mensen het echt niet meer kunnen betalen en de bank dan het huis als
onderpand kan gaan verkopen om het geld terug te krijgen. Alleen kwamen er
zoveel huizen tegelijk op de markt na deze fraude dat de hele huizenmarkt in
elkaar klapte. Hieruit bleek hoe groot de impact van witteboordencriminaliteit kan
zijn en het werd ook wel theft of the nation genoemd. Voor deze zaak was het
nog niet zo geweest dat er de fraude zo’n grote impact (wereldwijd) had gehad.
Recente casus in Nederland?
, ING: Witwassen werd mogelijk gemaakt doordat ze niet goed bezig waren
met het controleren van geldstromen. Ze hadden het due diligence beleid
niet op orde en daarmee werden ze een facilitator voor witwassen.
Banken worden gezien als poortwachters van de integriteit van het
financiële systeem waar mensen hun geld naartoe brengen. Ook crimineel
geld wordt hier naartoe gebracht. Banken moeten daarom beleid maken om
onderzoek te doen naar klachten, hoe zij aan hun geld komen en naar de
transacties van klanten. Als de bank dat structureel niet goed doet, is de bank
aan het faciliteren, omdat er mogelijkheden voor criminelen ontstaan. De
uitkomst van deze zaak was een transactie (een bank kan immers niet naar
de gevangenis) en het compliance management en due diligence beleid
moesten beter op orde worden gebracht.
Vimpelcom: Een onderliggende zaak van deze nalatigheid van de ING is de
Vimpelcom zaak. Naar schatting van het OM is er door het tekortschieten van
de ING 300 miljoen geld witgewassen in deze ING-structuur. Hier lagen enorm
veel zaken aan ten grondslag en het was onmogelijk die allemaal te
onderzoeken, maar Vimpelcom was een grote zaak die wel nader onderzocht
is. Het hoofdkantoor van dit bedrijf staat op de Zuidas (The Rock). Vimpelcom
is een Russisch-Oekraïens telecombedrijf. Zij betaalden Oezbeekse
functionarissen steekpenningen, zodat dochterbedrijven de telecommarkt
daar konden betreden. De schikking bedroeg 718 miljoen euro en dit was de
grootste schikking ooit getroffen.
Hoe ING ‘lingerieverkopers’ miljoenen liet witwassen: Deze zaak betrof
een lingeriewinkel van 3 broers, gevestigd op Curaçao. Echter werd hier geen
lingerie verkocht, maar waren er vooral creditcards en betaalautomaten
aanwezig in de winkel. De enorme omzet van deze winkel impliceerde dat alle
mannen en vrouwen op Curaçao partijen lingerie van deze zaak zouden
hebben moeten liggen. Deze winkel was dus een façade voor het
daadwerkelijke gedrag. Het bleek dat rijkere mensen uit Venezuela in deze
winkel hun geld brachten om het in te wisselen voor de sterke Amerikaanse
dollar, gezien de enorme waardevermindering van de Venezuelaanse koers.
Relevante begrippen
Financieel-economische criminaliteit is de term die in het veld wordt
gehanteerd (handhaving en wetgever). Dit bestaat uit:
Fraude
Corruptie
De definitie is: Handelen in strijd met regels uit sociaal-economische
ordeningswetgeving (en het strafrecht), waarbij de overtredingen het vertrouwen
van burgers in het economische verkeer aantasten.
Financieel-economisch strafrecht maakt onderdeel van het bijzondere strafrecht
en het kenmerk ervan is dat het om gedrag gaat dat elders gereguleerd is (dus
niet in het Wetboek van Strafrecht of in de wet waar het wordt verboden). Binnen
de financieel-economische criminaliteit bestaat een classificatie:
Fraude tegen de overheid
Fraude met betrekking tot integriteit van de financieel-economische markt
Fraude tegen financiële instellingen
Fraude tegen burgers en bedrijven
Faciliterende fraudevormen
Hieronder vallen enorm veel vormen van fraude: faillissementsfraude,
beleggingsfraude, bancaire fraude, subsidiefraude, belastingfraude,
arbeidsmarktfraude, boekhoudfraude, vastgoedfraude, hypotheekfraude,
creditcardfraude, voedselfraude, identiteitsfraude, koersmanipulatie, omkoping,
kartelvorming, oplichting, verduistering, milieucriminaliteit, witwassen, etc.
Fraude
, Er bestaat geen strafrechtelijke definitie van, dus het is geen juridisch begrip.
Het is een maatschappelijk of criminologisch begrip.
Iets wordt fraude als:
Er sprake is van onrechtmatige verrijking: Je eigent jezelf of je
organisatie iets toe dat niet van jou is én
Verhulling: Je probeert het te verstoppen, je gaat de boekhouding
aanpassen, facturen verantwoorden, etc. Onrechtmatige gedragingen
moeten de schijn krijgen van legaal gedrag.
Corruptie
Ambigu begrip en er zijn eindeloos veel definities van
Een internationaal gangbare definitie is: corruption is the abuse of entrusted
power for private gain
Hoge functies en net voorkomen zorgt ervoor dat men snel vertrouwd wordt
en dat misbruiken witteboordencriminelen
Er bestaat onderscheid tussen: grand en petty corruption.
Grand corruption: Corruptie op het hoogste niveau; machthebbers
worden omgekocht of regeringsleiders maken misbruik van hun positie.
Petty corruption: Dit vindt vooral in ontwikkelingslanden plaats. Het
vertrouwen dat burgers in ambtenaren hebben, wordt misbruikt en er
wordt bijvoorbeeld extra geld gevraagd om basale goederen of diensten
te verkrijgen. Zo kan men sneller aan de beurt komen voor een operatie
als ze de medewerkers veel geld betalen. Dit geld dat extra wordt
betaald, vormt een aanvulling op het salaris van hoge functionarissen als
politie en dokters.
In Nederland is maar 1 vorm strafbaar gesteld en dat is omkoping; ook wel
steekpenningen of smeergeld genoemd. Daarbij beweeg je iemand om iets te
doen of na te laten - wat hij kan doen - maar wat hij niet doet omdat hij het
moet doen op dat moment, maar omdat hij een gunst krijgt dat hem daartoe
beweegt.
Witteboordencriminaliteit of white-collar crime
“Crime committed by a person of respectability and a high social status in
the course of his occupation”. Sutherland heeft 2 dingen aan de criminologie
gebracht:
1. Definitie van WBC
2. Differentiële associatietheorie
De meeste criminologische theorieën die op WBC worden toegepast, zijn
algemene theorieën. Sutherland maakte juist geen algemene theorie, maar kwam
met een verklaring voor WBC en zei dat dit voor alle criminaliteit op kon gaan.
White-collars staan tegenover de blue-collars (de arbeiders).
Organisatiecriminaliteit of corporate crime: Wanneer de criminaliteit echt
verweven is met de organisatie. Managers komen en gaan, maar de
criminaliteit blijft. Een voorbeeld hiervan is SBM-Offshore.
Georganiseerde criminaliteit of organized crime
Groepen die:
1. Primair gericht zijn op illegaal gewin
2. Systematisch ernstige misdrijven plegen
3. Pogen deze af te schermen, onder andere door corruptie en geweld
Met deze definitie werd geprobeerd een lijn te trekken tussen WBC en
georganiseerde misdaad. De bedrijven die WBC plegen, zijn niet primair gericht
op illegaal gewin, maar op wettig bijklussen --> naast een legaal beroep extra
geld verdienen. Soms kan dat zo gestructureerd worden, dat het legale enkel een
façade lijkt te zijn. Dan verschuif je naar het grijze gebied in de richting van de
georganiseerde misdaad. Geweld vindt bij WBC niet zoveel plaats, tenzij
activiteiten van bedrijven als geweld worden gezien (mensen die overlijden,
milieu verpesten).
,Art. 140 Sr: deelneming aan een criminele organisatie. Dit wetsartikel wordt
vooral gebruikt voor georganiseerde misdaad, maar sinds Klimop wordt het ook
gebruikt voor witteboordencriminaliteit.
Ondermijning: Een begrip dat in de beleidspraktijk een enorme vlucht heeft
gemaakt. Het is een paraplubegrip waar van alles onder wordt geschoven en
als je als overheid je problemen als ondermijning kan definiëren, krijgt het
prioriteit. Deze financieel-economische termen worden daar ook onder
geplaatst. Pieter Tops en Jan Tromp hebben “De achterkant van Nederland”
geschreven. Dit gaat over verwevenheid tussen onder- en bovenwereld en
daarmee spreekt het voor ondermijning. Er moest een app gemaakt worden
om duidelijk te maken waar ondermijning in zit. Hierbij gaat het over OMG’s,
mensenhandel, witwassen, etc. Het is dus een heel diffuus begrip.
Omvang financieel-economische criminaliteit
Geregistreerde criminaliteit (politiestatistiek, aangiftes, beleidsprioriteit
en registraties): politiestatistieken zijn geen goede bron voor onderzoek naar
de omvang van WBC. Niet alles komt hierin aan het licht, omdat
witteboordencriminelen hun gedrag verhullen en mensen zoveel vertrouwen
hadden in de witteboordencriminelen, dat ze zich vaak ook te veel schamen
om aangifte te doen.
Politiewerk bestaat uit haal- en brengwerk. Haalwerk houdt de
opsporing op eigen initiatief in, dus dan zouden alle boekhoudingen
moeten worden gecontroleerd. De politie doet dit echter niet, omdat het
geen prioriteit is. Prioriteit wordt nu wel groter. Daarnaast doet de politie
dit ook niet, omdat andere partijen dit doen, zoals de FIOD.
Strafrechtelijk optreden is echter heel selectief. De FIOD doet meer
diepte-onderzoek dan volledig in beeld brengen van de omvang. Er wordt
gekeken naar wat - rekening houdend met de capaciteit - mogelijk is.
Inspecties en autoriteiten: Naleven van deze wetten kost bedrijven tijd
en geld, omdat dat van de winst af gaat. Daarom zijn er ook
bestuursrechtelijke toezichthouders in het leven geroepen om dit te
controleren. Naar deze cijfers kan ook niet gekeken worden, omdat dit
heel erg versnipperd is. Voor alle regels zijn aparte toezichthouders en de
cijfers die zij produceren zeggen vooral iets over de eigen capaciteit en
hun handhavingsbeleid.
Slachtofferenquêtes: Voor gewone criminaliteit hebben politiecijfers te veel
beperkingen. Voor WBC zijn politiecijfers nog beperkter, maar slachtoffers
weten vaak niet dat ze slachtoffer zijn, dus dan kan je alsnog niet goed
inschatten hoe groot het witteboordenprobleem is. Ook wordt de
slachtofferenquête afgenomen bij mensen als burgers, terwijl bedrijven vaak
slachtoffers zijn.
Self-report surveys: Deze worden niet onder witteboordencriminelen
uitgedeeld. Daarnaast gebruiken witteboordencriminelen
neutralisatietechnieken en geloven ze zelf niet dat ze crimineel zijn, daarom
zullen ze het waarschijnlijk ook niet melden. Toch wordt dit vaak in onderzoek
hiernaar wel vaak gebruikt.
Veelplegers!
Net als bij de traditionele criminaliteit kent WBC een scheve verdeling in het
aantal daders en delicten: een klein deel van de criminelen is verantwoordelijk
voor een groot aandeel delicten. Dit toonde Sutherland al aan:
Sutherland (1949/1983)
70 grootste bedrijven in Amerika, 97% recidivist
Habitual criminals, 60% meer dan vier overtredingen
Clinard & Yaeger (1980)
, Habitual offenders (13% van de daders verantwoordelijk voor 52%
overtredingen)
Criminogene industrieën
Ook in Nederland vinden we dat. Van alle overtredingen vinden er heel veel
plaats in de chemische industrie, dus hier zitten veel veelplegers.
Slachtofferloze delicten?
WBC wordt vaak als slachtofferloze criminaliteit aangeduid en daarom is het
moeilijk de omvang van het probleem te berekenen. De enige wetmatigheid is dat
de schade van financieel-economische criminaliteit veel hoger is dan de schade
van traditionele criminaliteit. De schade wordt op 11 miljard geschat. Dat is 600
euro er inwoner in Nederland.
Corporate violence
Schade en ernst kan ook in andere termen dan geld uitgedrukt worden. In 1986
was er een ongeluk in Bopal in India, omdat de Amerikaanse bazen daar geen
veiligheidsmaatregelen troffen voor de werknemers. De veiligheidsvoorzieningen
in de Amerikaanse fabriek waren helemaal in orde, in India waren er geen
maatregelen getroffen, waardoor een ontploffing plaatsvond en mensen
overleden. Nog steeds vallen hier slachtoffers van, omdat de mutaties in genen
worden overgeërfd en mensen met ernstige afwijkingen worden geboren.
Handhavingsketen
Er bestaan regels voor
bedrijven en die moeten
worden nageleefd. Dat veld
heet compliance. Als je daar
verantwoordelijk voor bent
binnen een organisatie ben je
een compliance officer. Er
zijn dus toezichthouders nodig
die dat compliance systeem
controleren. Die
toezichthouders zijn De
Nederlandse Bank, Inspectie
Leefomgeving en Transport,
Inspectie Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, de
Nederlandse Voedsel- en
Waren Autoriteit, de
Consument, de
Belastingdienst, etc. Dat zijn
de Rijksinspecties, die verbonden zijn aan een Ministerie. Toezicht is
bestuursrecht. Als je wordt gepakt, kan je een bestuursrechtelijke sanctie krijgen.
Forensische accountants zijn een speciale partij in deze keten. Elke onderneming
moet elk jaar verslag doen over de uitgaven, de omzet, de winst, etc. en
aanleveren aan een controlerend accountant. Die moet daar een stempel
opzetten en dan heeft hij bevestigd dat het klopt. Als er dan een
witteboordenzaak komt bij een bedrijf, wordt er ook naar de accountant gewezen.
Er komen nu meer zaken tegen accountants. Accountants hebben nu ook een
nieuwe specialisatie: de forensische accountancy. Daar kunnen bedrijven
onderzoek aanvragen naar bepaalde afdelingen van het bedrijf om te kijken of
daar misschien iets aan de hand is.
De advocatuur is ook een handhavingspartner, maar dat is wel een
gespecialiseerde vorm van de advocatuur. Er bestaan nu gespecialiseerde
afdelingen voor financieel-economisch strafrecht.
, Financieel-economische criminaliteit: AFM HC2
Gedragstoezicht op de financiële markten
Er zijn op dit terrein verschillende toezichthouders: Belastingdienst, Nederlandse
Bank, Autoriteit Consument en Markt, AFM, etc. De AFM is een van de meest
duidelijke spelers als het gaat om toezicht op markten en ter preventie van
financieel-economische criminaliteit. Het zit juist duidelijk aan de voorkant van
dit financieel-economische strafrecht. Het is een nieuwere, jongere en
activistische toezichthouder. Afdeling Marktintegriteit en Handhaving (Beleggen)
is de afdeling van de gastspreker Teun van der Velden. Alle overtredingen die
plaatsvinden onder retailbelegging (bijvoorbeeld: malafide geldaantrekkers).
Strategie AFM
De AFM doet ontzettend veel. Het deel dat Teun doet, is maar een klein deel van
al het werk. AFM houdt zich ook bezig met onder meer grote
vermogensbeheerders, datakwaliteit, accountancy, kapitaalmarkten. De AFM
wenst proactief, datagedreven en invloedrijk toezicht te houden. De AFM als
toezichthouder wil vooral veel dingen voorkomen en partijen beïnvloeden om
uiteindelijk het goede te doen voor financiële markten in het algemeen
(proactief). Op een bepaald punt houdt dat proactieve op en kom je in de
reparatiefunctie/handhaving. Deze handhaving heeft weer een proactieve kant in
de signaalfunctie die de handhaving kan hebben.
Er is een verschil tussen DNB en AFM: twin-peaks-model.
DNB doet prudentieel toezicht, waar de AFM gedragstoezicht doet.
Rentederivatendrama: er werden rentederivaten verkocht aan partijen die die
niet hadden moeten kopen. De foute gedragscomponent waarin MKB’ers
verkeerd hebben geïnformeerd, is de verantwoordelijkheid van de AFM.
DNB kijkt meer naar het financiële systeem, of het er gezondheid uitziet en
het aantal rentederivaten dat wordt verkocht of wordt opgekocht.
Wet financieel toezicht en Wet handhaving consumentenbescherming
zijn belangrijk voor de AFM. De verschillende wettelijke kaders hangen heel erg
met elkaar samen en zorgen ervoor dat uiteindelijk best veel van de partijen
onder het toezicht van de AFM vallen, ondanks dat ze dat zelf niet zo prettig
vinden.
Er is ook een interessante scheidslijn tussen formeel en informeel handhaven
en toezicht houden. De AFM wil zoveel mogelijk met een goed gesprek oplossen:
naar een partij toegaan, verwachtingen uitspreken, wat het beste is voor de
consumenten, etc. Een goed gesprek is een belangrijk instrument. Hierna kan
een normoverdragend gesprek plaatsvinden: wij verwachten dit van jullie. Als
er geconcludeerd wordt dat bedrijven zich niet aan de verwachtingen houden, kan
je in een formeel traject terecht komen: intrekken van een vergunning, geven van
een boete, strafrechtelijke aanpak inzetten, etc.
Hoe financiert de AFM haar toezicht?
Er wordt gewerkt met een heffingssystematiek, waarin de markt het toezicht
betaalt. Het uitgangspunt daarbij is dat marktpartijen ook echt iets aan het
toezicht hebben en ze mogen dus ook echt wel iets verwachten van de AFM. Tot
een bepaald bedrag gaan de bestuurlijke boetes ook naar de financiering van de
AFM, maar daarna gaat het naar de schatkist.
De weg naar de bestuurlijke boete
Je wil doorpakken en resultaten zien, maar je moet je houden aan bepaalde
systematiek en zorgvuldigheid, waardoor het proces naar een bestuurlijke boete
enorm lang kan duren.
1. Signalering en risicoanalyse
2. Onderzoek