Dit document bevat een samenvatting van alle stof van week 6 t/m 11 voor het vak Europees strafrecht. Een samenvatting van week 1 t/m 5 is ook te vinden op mijn Stuvia.
Dit document bevat een uitwerking van alle hoorcolleges, aangevuld met de verplichte literatuur en jurisprudentie.
Stof tentamen Europees strafrecht vanaf week 6
Zoals in mijn vorige document is verteld is dit deel 2 van de samenvatting voor
het tentamen Europees strafrecht. De samenvatting zal starten bij week 6 en is
uitgewerkt tot en met week 11.
Literatuur week 6 – Procedurele rechten in grensoverschrijdende
context – positie van de verdachten en slachtoffers
Door de internationalisering van het strafrecht is het noodzakelijk geworden om
de fundamentele rechten van betrokkenen in strafzaken ook over landsgrenzen
heen te waarborgen. Verdachten moeten bijvoorbeeld bepaalde rechten hebben,
zoals het recht op verdediging (bijvoorbeeld bijstand van een advocaat en
aanwezigheid bij de zitting), het recht op een eerlijk proces en het vermoeden
van onschuld. Daarnaast moeten opsporingsbevoegdheden, zoals het gebruik
van verkeers- en locatiegegevens, aan specifieke controles worden onderworpen.
Ook slachtoffers hebben op basis van EU-recht bepaalde rechten verkregen, zoals
het recht op schadevergoeding. Deze rechten moesten worden geïmplementeerd
in de nationale rechtsorde. Artikel 82, lid 2, sub b VWEU maakt specifiek
harmonisatie mogelijk voor de rechten van verdachten en slachtoffers indien
nodig.
Verplichte literatuur
G. Contissa e.a., Effective Protection of the Rights of the Accused in the EU
Directives: A Computable Approach to Criminal Procedure Law 2022
Hoofdstuk 12 (The Netherlands: Reluctance and Formalism in the
Implementation of EU Defence Rights)
J.W. Ouwerkerk & P.A.M. Verrest, ‘De struisvogel voorbij. Pleidooi voor een
actieve participatie in de Europese rechtsontwikkeling inzake
fundamentele rechten in de strafrechtspleging’, DD 2021/47
J. Verbaan & L. Hollander, ‘De rechtspositie van de raadsman tijdens het
politieverhoor’, Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, 2020/4
D.A.G. van Toor, ‘Prokuratuur (HvJ EU, C-746/18) – Differentiatie en
beperkingen van dataretentie door telecommunicatieaanbieders en de
vorderingsvoorwaarden’ (annotatie), EHRC, 10 mei 2021 (link)
M.J.J.P. Luchtman en R.J.G.M. Widdershoven, ‘Het Nederlandse strafrecht in
de ban van het Unierecht’, Ars Aequi november 2018, p. 873-889 (link)
A. Schijns, ‘De EU stelt versterking van slachtofferrechten voor: wat
betekent dit voor Nederland?’, beeradvocaten. nl, 20 juli 2023 (link)
Verplichte jurisprudentie:
HvJ EU H.K. vs Estland, ECLI:EU:C:2021:152 (Prokuratuur)
HR 5 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:475, NJ 2022/354, m.nt. J.W. Ouwerkerk
(onder NJ 2022/355) (HR re Prokoratuur)
HR 22 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:962 (rechtshulp en toegang tot
advocaat)
HR 22 december 2015, NJ 2016/52 m.nt. A.H. Klip (recht op
verhoorbijstand)
HR 13 juni 2023, ECLI:NL:HR:2023:913 (crypto)
HR 11 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:842 (aanwezigheidsrecht)
,Verplichte beleidsdocumenten:
RESOLUTIE VAN DE RAAD van 30 november 2009 over een routekaart ter
versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in
strafprocedures
2020 Commissie: EU strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020-
2050)
Relevante wet- en regelgeving:
Verdachte
Richtlijn 2010/64/EU 20 oktober 2010 betreffende recht op vertolking en
vertaling in strafprocedures
Richtlijn 2012/13/EU 22 mei 2012 betreffende recht op informatie in
strafprocedures
Richtlijn 2013/48/EU van 22 oktober 2013 betreffende het recht op
toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter
uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde
op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met
derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de
vrijheidsbeneming (PbEU 2013, L 294/2)
Richtlijn 2016/343/EU van 9 maart 2016 betreffende de versterking van
bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om
in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn
Richtlijn 2016/1919/EU van 26 Oktober 2016 betreffende rechtsbijstand
voor verdachten en beklaagden in strafprocedures
Slachtoffer
Richtlijn 2004/80/EG van de Raad van van 29 april 2004 betreffende de
schadeloosstelling van slachtoffers van misdrijven
Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25
oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de
ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten
Voorstel tot actualisering van de Richtlijn 2012/29/EU (link)
Het OM is verantwoordelijk voor de samenstelling van het strafdossier. Het is de
selectie van het belangrijkste dossier. Het opsporingsonderzoek vindt plaats
onder verantwoordelijkheid van het OM. De rechten van de verdachte moeten
daarin worden gewaarborgd. Slachtoffers krijgen steeds meer een rol in het
strafrecht
Structuur van het strafproces en rechten van betrokken partijen
Verdachterecht tijdens opsporingsonderzoek (politie + OM):
verdachten hebben specifieke rechten tijdens het onderzoek onder leiding
van de politie en het OM. Een belangrijk arrest hier is het
Prokuratuurarrest, waarin rechten van verdachten worden verduidelijkt.
Rechten van slachtoffers voorafgaand aan het onderzoek ter
terechtzitting (politie + OM): slachtoffers hebben ook rechten voordat
het onderzoek ter terechtzitting start, zowel onder verantwoordelijkheid
van de politie als van het OM
, Rechten tijdens het onderzoek ter terechtzitting (OM + rechter):
zowel verdachten als slachtoffers hebben specifieke rechten tijdens het
onderzoek ter terechtzitting, waarbij het OM en de rechter betrokken zijn.
Voor verdachten is de Encrochat-jurisprudentie relevant voor het
waarborgen van hun rechten in deze fase.
Juridisch kader en Unierecht
EU-wetgeving in het strafrecht
Bronnen van EU-recht:
Verdrag van de Europese Unie (VEU): stelt de waarden en doelstellingen
van de EU vast
Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU): bevat
samenwerkingsgrondslagen en het Handvest van de grondrechten
Secundaire Unieregelgeving:
Verordeningen: hebben rechtstreekse werking
Richtlijnen: zorgen voor procedurele harmonisatie en dienen door lidstaten
te worden omgezet
Kaderbesluiten: bindend voor lidstaten met ruimte voor nationale invulling
Grondslag voor strafrechtelijke samenwerking: minimumharmonisatie
Art. 82 lid 2 VWEU: voor een goede wederzijdse erkenning van
beslissingen tussen lidstaten moeten essentiële rechtsregels worden
nageleefd
Art. 83 lid 1 VWEU: heeft betrekking op zware criminaliteit met
grensoverschrijdende dimensie, zoals terrorisme en mensenhandel.
Richtlijnen onder dit artikel worden geïmplementeerd in het nationale
Wetboek van Strafrecht.
Art. 83 lid 2 VWEU: De EU kan minimumregels vaststellen voor strafbare
feiten en sancties in lidstaten om EU-beleid effectief uit te voeren op
gebieden waar al harmonisatie is. Dit gebeurt via richtlijnen, waarbij
lidstaten deze minimumregels moeten overnemen maar strengere regels
mogen hanteren. De wetgevingsprocedure voor deze richtlijnen volgt
dezelfde procedure als die van de oorspronkelijke
harmonisatiemaatregelen.
Voorrang van Unierecht
Unie-recht heeft voorrang op nationaal recht en vereist dat nationale regelgeving
hiermee conform is.
EU-Handvest
Garandeert belangrijke rechten voor verdachten in het strafproces.
Recht op een effectieve voorziening in rechte (Art. 47).
Presumptie van onschuld en rechten van verdediging (Art. 48).
Legaliteits- en evenredigheidsbeginsel.
, Ne-bis-in-idem-beginsel (Art. 50): voorkomt dubbele vervolging voor
hetzelfde feit.
Toepassing: Het Handvest is bindend wanneer Unierecht ten uitvoer
wordt gelegd en geldt ook in gevallen zonder grensoverschrijdend aspect,
bijvoorbeeld bij de implementatie van procedurele regels voor verdachten
en slachtoffers.
Kwaliteitsstandaard: Het Handvest vereist minstens dezelfde bescherming als
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) (Art. 52 Handvest).
Routekaart van de EU voor procedurele rechten
Om de fundamentele rechten in strafprocessen te waarborgen en wederzijdse
erkenning mogelijk te maken, heeft de EU zes belangrijke richtlijnen vastgesteld:
1. Recht op vertolking en vertaling: vertaaldiensten voor processtukken
en tolkdiensten bij verhoren en in de rechtbank.
2. Recht op informatie: toegang tot processtukken voor verdachten.
3. Recht op toegang tot een raadsman: verdachten hebben recht op
bijstand door een advocaat.
4. Versterking van de presumptie van onschuld.
5. Gefinancierde rechtsbijstand: juridische bijstand voor verdachten die
financieel niet in staat zijn zelf een advocaat te betalen.
6. Rechten van minderjarige verdachten.
Deze richtlijnen waarborgen fundamentele rechten in het strafproces en zijn
bedoeld om te verzekeren dat uitspraken voldoen aan de essentiële regels,
conform de grondslagen van het VWEU, met name artikel 82.
Verdragsrechtelijke basis en nationale toetsing
Wederzijdse Erkenning: Art. 82 VWEU benadrukt de noodzaak van
uniforme procedurele regels om wederzijdse erkenning tussen lidstaten
mogelijk te maken.
Nationale Rechter en Toetsing: In principe toetst de nationale rechter
eerst aan het EU-Handvest wanneer Unierecht wordt toegepast, vooral bij
procedurele rechten. Het Handvest heeft dan voorrang op nationaal recht.
Er is echter soms discussie over de vraag of het Handvest of het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) moet worden toegepast.
Nederland toetst soms uitsluitend aan het EVRM. Maar in uitspraak
ECLI:NL:HR:2024:842 erkent de Hoge Raad dat zowel artikel 6.3 EVRM als
artikel 8 van Richtlijn (EU) 2016/343 het recht van de verdachte op
aanwezigheid tijdens het proces waarborgen, wat benadrukt dat beide
bronnen kunnen gelden om fundamentele rechten te beschermen.
Voor slachtoffers
Steeds meer inmenging van de EU op dit terrein!
Richtlijn 2004/80/EG (schadeloosstelling van slachtoffers van
misdrijven): Deze richtlijn verplicht lidstaten om schadevergoeding te regelen
voor slachtoffers van misdrijven. Schade kan materieel zijn, zoals medische
kosten, maar ook psychisch, bijvoorbeeld trauma.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tanishavanaalst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.40. You're not tied to anything after your purchase.