WIJ HEBBEN EEN VERLEDEN (mens en maatschappij, domein: tijd, cluster: historische
tijd)
Prehistorie
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
Van … - ca 3500 v.C.
Je kan uitleggen hoe en wanneer de aarde ontstaan is.
De aarde is ontstaan door een oerster, een grote knal, zo een 14 miljard jaar geleden. Uit
de Big Bang of de oerknal ontstonden miljarden sterren. Een van die sterren is onze zon.
Rond de zon slingerde allemaal gassen en deeltjes vormde een gloeiende bol →hieruit
bestond de aarde.
Je kan aangeven wanneer de dinosauriërs in onze streken leefden en hoe ze
uitgestorven zijn?
Dino’s leefden 150 miljoen jaren geleden in onze streken. De dinos zijn uitgestorven zo
een 65 miljoen jaar geleden. Dit door een enorme meteoriet die tegen de aarde botste.
De botsing veroorzaakte zoveel stof dat de zon jarenlang werd verduisterd. De
temperatuur daalde en de reuzenreptielen stierven uit.
Je kan omschrijven hoe de eerste mensen leefden.
40 miljoen jaar gelden leefde de eerste mensen, ze bewogen hun verder op handen en
voeten. Na dat het klimaat droger werd liepen ze rechtop. Ze aten vlees en planten.
Je kan de 5 mensensoorten in de juiste volgorden weergeven.
1. Australopithecus
2. Homo habilis
3. Homo erectus
4. Homo neaderthalensis
5. Homo sapiens
Je kan uitleggen hoe ze in de prehistorie vuur maakten.
Met vuurstenen tegen elkaar wrijven.
Lisa Van Hooff – WO Pagina 1 van 110
,Je kan aangeven waarom de mens boer werd ipv zwerver.
Ze gingen eerst op jacht naar eten zoals wortels en vruchten (als zwerver). Maar na de
opwarming van de aarde werden de ‘zwervers’ boer doordat er vruchtbare gronden
waren waar ze graan konden oogsten en kweekte ze ook dieren en bouwde ze hutten op
goedgelegen plaatsen.
Je kan uitleggen wat de eerste mensen deden met een dood rendier.
Een dood rendier kon dienen als: eten, kleding, tentmateriaal of als werktuig.
Zie foto p 8
Je kan aangeven waar de eerste boeren in ons land leefden.
In Haspengouw. Daar vonden ze water en vruchtbare gronden.
Je kan uitleggen wat silex is en waarvoor het dient.
Een silex is een vuursteen/keisteen die werd gebruikt om werktuigen en wapens te
maken.
Oudheid
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
Van 3500 v.C. – 500.
Egypte: 3500 v.C. – ca 800 v.C.
Griekenland en Rome: ca 800 v.C. – 500
Je kan aangeven hoe de rivier De Nijl in het oude Egypte het werk bepaalde.
Kanalen bevloeien de vruchtbare stroken land langs de Nijl met Nijlwater. Hierdoor
konden ze goed graan zaaien.
- Juli tot oktober: de Nijl stroomt over, werken voor de farao.
- November tot maart: de Nijl is gezakt, zaaitijd.
- April tot juni: droge tijd, bevloeiings- en oogsttijd.
Je kan volgende begrippen verklaren: farao, hiërogliefen, mummie, farao en
sarcofaag.
Farao = koning van Egypte met alle macht en sterk leger (hoofd van een land).
Hiërogliefen = het Egyptische schrift.
Mummie = vroeger geloofden ze in leven na de dood en dachten dat de ziel voor eeuwig
zou voortbestaan in het hiernamaals, als het lichaam goed werd bewaard en verzorgd.
Sarcofaag = een stenen doodskist.
Lisa Van Hooff – WO Pagina 2 van 110
,Je kan tonen op een kaart hoe ver het Romeinse Rijk zich uitstrekte in de 2e eeuw.
Je kent de begrippen: Acropolis, heerbaan, Belgica, Colosseum, Circus Maximus,
gladiatorengevecht, amfitheater.
- Acropolis: Is de stadsburcht van het oude Athene, die in de 5e eeuw v.C. herbouwt
is als een complex van heilig dommen. (Is het hoogste punt van de stad).
- Heerbaan: grote weg
- Belgica: was de naam van een Romeinse provincie
- Colosseum: romeins monument, ronde vorm, waarin gevechten plaatsvinden.
- Circus Maximus: hierin gebeurde paardenrennen.
- Gladiatorengevecht: gladiatoren die tegen elkaar of tegen dieren vochten voor het
plezier van de toeschouwers.
- Amfitheater: of circus: plaats waar gladiatoren tegen elkaar of tegen dieren
vochten.
Je kan de problemen in het Oude Rome vergelijken met die van de grootstad
vandaag.
2000 jaar geleden woonde er in Rome evenveel mensen als vandaag in Brussel. Dit wil
zeggen dat er heel veel mensen dicht opeen wonen en dit problemen gaf zoals: afval,
verkeersopstroppingen, werkloosheid.
Je kan deze figuren schetsen in de Romeinse oudheid: Julius Caesar, Ambiorix.
- Julius Caesar: was een Romeinse veldheer, hij veroverde in de 1e eeuw v.C. onze
streken.
- Ambiorix: leidde in de 1e eeuw v.C. een opstand van de Galliers tegen de
Romeinen in Tongeren. Standbeeld staat in Tongeren.
Lisa Van Hooff – WO Pagina 3 van 110
, Middeleeuwen
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
Van ca 500 – ca 1500.
Je kan uitleggen hoe en wanneer er een einde kwam aan het Romeinse rijk.
Het Romeinse rijk viel uiteen door de Germaanse invallen. Dit gebeurde rond 500. →
begin middeleeuwen.
Je kan de rol van de Noormannen in deze tijd situeren.
Wanneer: In de volgende eeuwen: was er onveiligheid dit door plunderingen van de
Noormannen. Wegen en steden geraakten in verval. Om zich te beschermen tegen de
plunderaars, bouwde de plaatselijke bevolking burchten. Ook de abdijen werden
versterkt.
Rol: Voeren met Noormannenschip naar onze streken op rooftocht.
Je kan de rol van de abdijen en de Kerk in deze perioden verwoorden.
In het leven van de middeleeuwer speelde de christelijke godsdienst en de kerk een
belangrijke rol.
Je kan de rol van de steden Gent en Brugge uitleggen.
- Gent: was een grote stad in Europa. Gent lag aan de samenvloeiing van de
Schelde en de Leie en aan een belangrijke handelsweg naar de kust. De graaf van
Vlaanderen had er een burcht en in Gent lagen grote abdijen.
- Brugge: was een concurrent van Gent. De zeearm van het Zwin verbond Brugge
met de Noordzee. Handelaars uit heel Europa kwamen naar Brugge. Brugge werd
ook het Venetië van het Noorden genoemd.
Je kan de rol van boeren, adellijken en geestelijken beschrijven.
- Boeren: moesten in ruil voor bescherming werken voor de adel en de
geestelijken. Boeren zorgde ervoor dat er eten was. Er gebeurde ook dikwijls
misoogsten dit door het slechte weer of oorlog.
- Adellijken: iemand die van adel was.
- Geestelijken: een geestelijk iemand is iemand zoals de paus, een non, een
priester,….
Lisa Van Hooff – WO Pagina 4 van 110
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisavanhooff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $19.81. You're not tied to anything after your purchase.