100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Nederlands samenvatting Frappant 5ASO semester 2 $5.35   Add to cart

Summary

Nederlands samenvatting Frappant 5ASO semester 2

1 review
 586 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting voor degene die het leerwerkboek Frappant hebben en die in het 5de middelbaar ASO zitten. Alle schooltaalwoorden en lessen staan hierin. Dit is wel alleen van het tweede semester.

Preview 3 out of 19  pages

  • Unknown
  • March 14, 2020
  • 19
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: chaditaha • 3 year ago

avatar-seller
Nederlands
samenvattingen
examen
Juni

Deel
3

Les
16:
structuren
met
kuren



o Karakteriseringsstructuur
à
karakteriserende
vraag

• Spindiagram,
visgraatschema

- Centraal:
wie/wat
is
X?
Hoe
herken
je
X?

- Mogelijk:
Wat
zijn
de
kenmerken
van
X?




o Vergelijkingssctructuur

à
vergelijkende
vraag

• Tabelschema,
venndiagram


- Centraal:
Wat
zijn
de
vereenkomsten
en
wat
zijn
de
verschillen?


- Mogelijk:
Naar
welke
zaak
gaat
de
voorkeur
uit?




o Verklaringsstructuur
à
verklarende
vraag

- Centraal:
Welke
verklaring
heeft
het?
Wat
is
het
verband?



o Ontwikkelingsstructuur
à
ontwikkelingsvraag

• Stroomdiagram,
visgraatschema

- Centraal:
Hoe
heeft
het
zich
ontwikkeld?

- Vast:
Waar,
wanneer,
wat
is
het
eindpunt?




o Handelingsstructuur
à
construerende
vraag

- Centraal:
Hoe
doe
je
die
handeling?

- Vast:
Wat
moet
je
stap
voor
stap
doen?




o Argumentatiestructuur
à
persuasieve
vraag

• Waaierschema,
persuasion
map

- Centraal:
Waarom
moet
je
het
eens
zijn?


- Vast:
Wat
zijn
de
hoofd-­‐,
subargumenten
en
conclusie?




o Evalutatiestructuur
à
evaluerende
vraag

• tabelschema

- Centraal:
Wat
is
de
waarde
van
die
zaak?

- Vast:
Wat
zijn
de
positieve
en

negatieve
aspecten?
Wat
is
het
totaaloordeel?
Welke

eigenschappen
heeft
het?




⇒ Grafische
vormgevers,
ook
wel
graphic
organizers
of
superstructuren
genoemd,
zijn
visuele

weergaven
van
data,
informatie
of
ideeën.


⇒ Vaste
structuren
en
graphic
organizers
gaan
vaak
hand
in
hand.



Les
18:
Kijken
naar
luisteren



Filmtechnisch
middel
voorbeeld
Effect

Close-­‐up
Vooringekaderde
g ezichten
i n
Indentificatie
t huis

decorwand

Over-­‐the-­‐shouldershot
Vanuit
publiek
Indentificatie
thuis

Vogelperspectief
Bij
het
binnenkomen
via
een
drone
Totaalbeeld
van
praatgasten
met

interviewer
en
decor

longshot
Interviewer
+
gasten
voluit
De
confrontatie
kan
beginnen

Kikvorsperspectief
Van
laag
naar
boven
gefilmd


Split
screen
Intro
van
de
gasten
Nabootsing
ontmoeting,
maar
op

scherm




, Filmtechnisch
middel
Betekenis

Close-­‐up
=
een
foto-­‐
of
video-­‐opname
waarbij
het
opgenomen
object

dicht
bij
het
objectief
lijkt
te
zijn.

Over-­‐the-­‐shouldershot
=
is
een
foto
van
iemand
of
iets
genomen
vanuit
het

perspectief
of
de
camerahoek
van
de
schouder
van
een
andere

persoon.

Vogelperspectief
=
Een
shot
van
bovenaf
genomen

longshot
=
een
ruime
opname,
mensen
volledig
zichtbaar
en

beeldvullend.

Kikvorsperspectief
=
Van
laag
naar
boven
gefilmd.

Split
screen
=
Het
houdt
in
dat
het
beeld
in
twee
of
meer
stukken

opgesplitst
wordt,
waarbij
in
elk
stuk
iets
anders
te
zien
is.




Wat
is
het
verschil
tussen
een
open
en
een
gesloten
vraag?



v Een
open
vraag
is
een
vraag
die
naar
uitgebreide
en
verklarende
antwoorden
zoekt.
Je
nodigt
je

gesprekspartner
uit
om
veel
informatie
te
geven.
Ze
vragen
vaak
naar
het
wat,
waar,
wie,
waarom,

waarmee
en
het
hoe.

- Wat
voor
iemand
is
Marcel?

v Een
gesloten
vraag
is
een
vraag
waarop
de
ander
alleen
kan
antwoorden
met
één
van
de

voorgecodeerde
antwoordmogelijkheden,
vaak
zijn
deze
antwoorden
‘ja’
of
‘nee’.
Gesloten
vragen

beperken
dus
de
antwoordmogelijkheden,
ze
zijn
handig
om
toe
te
passen
wanneer
je
behoefte
hebt

aan
specifieke
informatie.

- Klopt
het
dat
je
hem
geslagen
hebt?



Vragen
over
de
filmscène
van
De
helaasheid
der
dingen.



1. De
regisseur
liet
de
tekst
in
de
filmbewerking
‘sneuvelen’
of
uitgebreider
worden
dan
met
de

tekst.
Waarom
ging
de
regisseur
op
die
manier
te
werk?

Beschrijvingen
‘sneuvelen’,
je
ziet
het
+
sociale
politiek



2. Hoeveel
personages
worden
telkens
ten
tonele
gevoerd?

4:
Herman,
Pie,
Dimitri
en
Potrel



3. Lees
of
kijk
je
subjectief
mee
door
de
ogen
van
een
personage
of
is
de
weergave
objectief?

Ik
verteller:
subjectief



4. Welke
ruimtes
worden
er
beschreven/getoond?

Roman;
thuis
en
in
de
film;
woonkamer



5. Hoe
is
de
toonzetting
in
beide
fragmenten?
Wat
is
daarvoor
verantwoordelijk?


Boek:
gemoedelijk,
humoristisch

Film:
onheid
spellend,
wranger




Les
19:
Van
chicklit
tot
ladlit



Literatuur

Lectuur


Moeilijker
om
te
lezen
Gemakkelijk
om
te
lezen

Elitair
en
artistiek
Ontspanning
en
afleiding

Genuanceerd
en
maatschappij
contesterend
Voor
iedereen
veel
clichés








, Chicklit:


- Geschreven
voor
jonge
vrouwen
(25-­‐35jaar)

- Hoofdpersonages
zijn
jonge
vrouwen

- Veel
aandacht
voor
relaties
en
seksualiteit

- Vlot
leesbaar



Ladlit:


- Hoofdpersonage
is
een
loser

- Humoristisch
en
entertainment

- Geschreven
door
een
man
voor
mannen

- Kritiek
op
de
maatschappij



Chickflicks:
glamoureuze
wereld
met
veste
elementen:


- Knappe
hoofdpersonage

- Modebewust

- Op
jacht
op
de
ideale
man

- Relatieproblemen

- Humor



Dickflicks:
Onhandig,
maar
wel
lief
hoofdpersonage
dat
verliefd
is
op
een
onbereikbare
vrouw,
maar

haar
toch
weet
te
veroveren.



Les
20:
De
koe,
hij
geeft
melk



Fouten?


Hun
hebben
gelijk.
à
Zij/Ze
hebben
gelijk.

Ieder
nadeel
heb
zijn
voordeel.
à
heeft

Ik
weet
zeker
dat
Jan
de
boodschappen
gedaan
heeft.
à
juist

Hij
is
groter
als
mij.
à
dan
ik

Het
huis
wat
je
ziet
à
dat

Ik
mankeer
niets.
à
Mij
mankeert
niks.


Houd
je
van
vlees,
braad
je
in
Becel.
à
juist



• Het
streven
van
een
taal
naar
economie
en
vereenvoudiging
is
een
stuwende
motor
achter
veel

veranderingen
waarbij
analogie
vaak
een
belangrijke
rol
speelt.


• Grammaticale
taalverandering
ontstaat
meestal
uit
taalfouten.

• De
centrale
vraag
is
of
de
taalverandering
fout
of
accepteerbaar
is.


Moet
de
gebruiker
zich
naar
de
taal
richten
(normatieve
of
prescriptieve
aanpak,
de
taalkundigen

leggen
de
normen
op)

moet
de
taal
zich
naar
de
gebruiker
richten
(de
descriptieve
aanpak,
de
gebruiker
bepaalt
wat
de

norm
is)?


• Vandaag
de
dag
geven
de
meeste
taalkundigen
de
voorkeur
aan
de
descriptieve
aanpak.


• Het
gebruik
bepaalt
de
taal
en
niet
omgekeerd.



Taalvaardig



Een
klinkerbotsing
ontstaat
wanneer
je
twee
letters
die
meestal
één
klinker
of
tweeklank
voorstellen

(bv.
aa
of
ui),
in
een
woord
toch
afzonderlijk
moet
lezen
(dus
a-­‐a
zoals
na-­‐apen)
omdat
ze
tot

verschillende
lettergrepen
behoren



In
een
samenstelling
vermijd
je
leesverwarring
bij
klinkerbotsing
door
een
koppelteken
te
gebruiken

(auto-­‐ongeval).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jo027. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  4x  sold
  • (1)
  Add to cart