De jurisprudentie die is voorgeschreven in studieleidraad hoef je alleen maar te kennen! Wat op HC wordt
besproken hoef je niet te kennen:
- Auteursrecht:
o HvJ EU 13 november 2018, C-310/17 (Levola Hengelo/Smilde)
o HvJ EU 29 juli 2019, C-469/17 (Funke Medien)
- Merkenrecht:
o HvJ EG 22 juni 1999, zaak C-342/97 (Lloyd/Klijssen; Lloyd/Loint’s)
o HvJ EG 18 juni 2009, zaak C-487/07 (L'Oreal/Bellure)
Deelname aan het handelsverkeer en deelname aan de concurrentiestrijd = intellectueel eigendomsrecht
IE-recht = Rechten die betrekking hebben op voortbrengselen van de geest/intellectuele creaties. Het gaat om
absolute rechten die betrekking kunnen hebben op iets creatiefs (bijv. techniek, of een onderscheidingsteken
zoals een merk of een handelsnaam). Verder bijv:
- Muziek, merken, vormgeving, uitvindingen, games, software, teksten en foto’s.
- Auteursrecht, merkenrecht, handelsnaamrecht, octrooirecht, etc.
Industriële Eigendom zijn vaak rechten die meestal aangevraagd moeten worden. IE-recht hoeft niet echt
aangevraagd te worden. Dat is grofweg een beetje het verschil.
Rechten op onderscheidingstekens
- Merkrecht
- Handelsnaamrecht
o Bijv. Apple, Starbucks, Google, Coca-Cola.
Rechten op techniek
- Octrooirecht techniek, wordt aangevraagd en ingeschreven. De octrooigerechtigde gaat een
technische tekening maken en dat wordt dan geplaatst in een register.
- Kwekersrecht
- Topografieënrecht
Rechten die door concurrentiestrijd ordenen. We hebben te maken met publiekrechtelijke normen
(mededingingswet, prijzenwet, warenwet), maar ook privaatrechtelijke normen (bijv. geschreven normen (IE-
wetten zoals auteurswet, BVIE, Rijksoctrooiwet, etc.) en ongeschreven normen (art. 6:162 BW).
1
,Kenmerken IE-rechten
- Ze zien allemaal op de bescherming van creatieve prestaties, technische prestaties (octrooirecht), of op
onderscheidingstekens (merken- en modellenrecht).
- Ze proberen ordening te scheppen in de concurrentiestrijd door het scheppen van tijdelijke monopolies,
Monopolies doen wel een afbreuk aan het vrije mededingingsrecht, het is een uitdaging om daarin een
goede balans te vinden. Bijv:
o Auteursrecht geldt maar 70 jr. gerekend vanaf de dood van de maker;
o Modelrecht geldt maar 25 jr. gerekend vanaf de dood van de maker;
o Octrooirecht geldt maar 25 jr. gerekend vanaf de dood van de maker;
o Merkrecht wordt gegeven voor de duur van 10 jr., maar kan wel steeds verlengd worden tot
voor eeuwig.
- Het zijn absolute rechten je kunt ze tegenover eenieder inroepen.
- Het zijn ook vermogensrechten ze kunnen veel waar zijn. Je kunt ze verkopen, je kunt ze overdragen
en ze kunnen in licentie gegeven worden.
- Het is heel internationaal van aard. Vaak Benelux-geïnterpreteerd, maar ook veel EU-regelgeving.
Rechtvaardiging IE-rechten
Waarom doen wij dit nou?
- Billijkheidsargument (of rechtvaardigingsargument) het is billijk om iemand een recht te geven als
iemand iets gemaakt heeft.
- Doelmatigheidsargument bijv. een farmaceutisch bedrijf stopt heel veel geld in de ontwikkeling van
medicijnen. Als je van tevoren weet dat het medicijn nagemaakt zou mogen worden, dan ga je niet al
die medicijnen ontwikkelen, dat is het niet waard. De wetgever geeft dan de faramceutische bedrijven
een tijdelijk octrooirecht waarmee die investering terugverdiend kan worden, dat is een
doelmatigheidsargument. De bedrijven hebben dan een prikkel om een medicijn te maken waarmee wij
beter worden.
IE-recht en EU
- Art. 34 VWEU: vrij verkeer van goederen
- Art. 36 VWEU: inbreuken op het vrij verkeer van goederen kunnen gerechtvaardigd zijn wanneer het
de bescherming van IE-rechten betreft
IE-rechten zijn overal en actueel
Auteursrecht op de muziek en films
op de mobiel.
De technieken die erin zitten zijn beschermd
met octrooirechten.
Alleen het kwekersrecht zit niet in de
smartphone, want dat geldt alleen voor
planten, teelmateriaal.
Alle IE-rechten zijn gemoeid bij een
smartphone.
Kan smaak van Heksenkaas auteursrechtelijk beschermd worden? Nee, Heksenkaas, de smaak daarvan
is niet auteursrechtelijk beschermd. Aldi had een soortgelijke kaas, namelijk de ‘Witte Wievenkaas’, dit mag nog
steeds verkocht worden, maar wel onder een andere naam. Want merkenrechtelijk maakte de kaas wel inbreuk
op Heksenkaas, want ‘Witte Wieven’ zijn min of meer hetzelfde als ‘Heksen’. Aldi moest de naam aanpassen,
het heet nu ‘Wilde Wietse-Kaas’ HvJ EU 13 november 2018, C-310/17 (Levola Hengelo/Smilde)
2
,Maakt YoutTube werken zelf openbaar? Op het moment dat je iets auteursrechtelijk hebt gemaakt dan heb
je 2 exploitaatsrechten en een daarvan is het openbaarmakingsrecht, je mag zelf bepalen of en hoe een werk ter
beschikking wordt gesteld aan het publiek. Hier lopen prejudiciële vragen over.
Het Auteursrecht
Art. 1 Aw Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap
of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de
beperkingen, bij de wet gesteld.
- Een werk (‘het werk-begrip) art. 10 Aw, dit zijn voorbeelden van werken, dit betekent niet gelijk
dat elk boek een auteursrecht heeft, of elke DvD. Het is een niet-limitatieve opsomming!!
Vereisten van het werk-begrip
1. Oorspronkelijkheid er moet volgens de HR sprake zijn van en eigen oorspronkelijk karakter en
persoonlijke stempel (EOK & PS). En volgens het HvJ moet er sprake zijn van een eigen intellectuele
schepping (EIS).
EIS van HvJ = Auteursrecht kan slechts gelden m.b.t. materiaal dat oorspronkelijk is in die zin dat het gaat om
zo’n intellectuele schepping van de auteur. Het moet gaan om scheppende en creatieve arbeid. Het moet de
uitdrukking vormen van de persoonlijkheid van de auteur en de auteur heeft vrij en creatieve keuzes moeten
kunnen maken. En door die keuzes moet de auteur een persoonlijke noot aan het werk geven het gaat om
creativiteit, het maken van creatieve keuzes. Het moet gaan om ‘eigen’ gemaakte creatieve keuzes.
EOK & PS = gaat om creativiteit en mag niet ontleend zijn aan een werk van een ander, je moet zelf de creatieve
keuzes hebben gemaakt. HR heeft gezegd in Stokke/Fikszo-arrest dat het op hetzelfde neerkomt als HvJ.
Heel soms kan het ook zijn dat je bepaalde keuzes maakt, die niet zo zeer creatief van aard zijn, maar die kunnen
in combinatie dan wel weer een beschermd werk opleveren bijv. de spijkerbroek. Daar zullen veel objectieve
trekken in terug te vinden zijn (lengte, stof, blauwe kleur, broekzakken). Dat zijn functionaliteitseisen (techniek)
en dat blijft in principe buiten het gebied van auteursrecht. Maar heel soms kunnen bepaalde objectieve trekken
i.c.m. wel weer een beschermde trek opleveren, maar dat is heel lastig om te bepalen.
Je moet dus creatieve keuzes maken, en die kun je al vrij snel maken. Er is al heel snel sprake van een
auteursrechtelijk beschermd werk. Je moet de vraag stellen of het uitgesloten geacht moet worden dat twee
auteurs, onafhankelijk van elkaar, precies hetzelfde werk maken. Wanneer die vraag bevestigend moet worden
beantwoord, dan mag aangenomen worden dat van een werk sprake is (dit is een vuistregel uit een boek, moet je
niet gebruiken op het tentamen. Op het tentamen moet je gewoon nadenken: heb jij zelf creatieve keuzes
gemaakt?). Hoe meer keuzemogelijkheden de auteur heeft om aan zijn creatie vorm te geven, hoe groter de kans
is dat hij auteursrechtelijk beschermd werk schept.
- Fietsmandjes zijn niet auteursrechtelijk beschermd, omdat er heel veel functionaliteitseisen aan
verbonden zitten (bijv. ze moeten niet te groot zijn, ze moeten voor of achter op je fiets passen, ze
moeten makkelijk open kunnen, etc.) Functionaliteitseisen blijven buiten het auteursrecht. Wil je dit
gebruiken (dus techniek), dan moet je bij het octrooirecht zijn.
- De Endstra-tapes achterbank gesprekken die Endstra heeft gevoerd met mensen van de Criminele
Inlichtingen Eenheid. Is alles wat je zegt per definitie auteursrechtelijk beschermd? Uiteindelijk heeft
het Hof gezegd: nee, hier rust geen auteursrecht op.
- Foto’s kan auteursrechtelijk beschermd zijn, want je hebt heel veel mogelijkheden om creatieve
keuzes te maken bij het produceren van de foto (belichting, positiering, enscenering), maar niet iedere
foto is auteursrechtelijk beschermd.
2. Vatbaar voor nauwkeurige en objectieve menselijke waarneming het werk moet tot uitdrukking zijn
gebracht, het moet waarneembaar zijn (geweest). Dus een enkel idee dat niet tot uitdrukking is gebracht
(omdat je het nog in je hoofd hebt) komt voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking. Ook moet de
uitwerking nog eens objectief bepaalbaar zijn (smaak van bijv. HeksenKaas is bijv. heel subjectief en kan
dus niet auteursrechtelijk beschermd worden).
Levola/Smilde (HeksenKaas)
- Alleen uitdrukkingsvormen (de uitwerking) en niet denkbeelden, procedures, werkwijzen of
mathematische concepten kunnen als zodanig auteursrechtelijk worden beschermd (r.o. 39)
- Bijgevolg impliceert het begrip werk noodzakelijkerwijs een uitdrukkingsvorm van het voorwerp van
de auteursrechtelijke bescherming waardoor dit voorwerp voldoende nauwkeurig en objectief kan
worden geïdentificeerd, ook al hoeft deze uitdrukkingsvorm niet per se permanent zijn (r.o. 40)
3
, Formele vereisten
Er gelden geen formele vereisten voor auteursrechten. Dus zo’n C is voor het ontstaan van het auteursrecht niet
nodig. Het auteursrecht ontstaat op het moment van scheppen, je hoeft het nergens in te schrijven o.i.d. Het gaat
vanzelf en dan heb je ook wereldwijde bescherming.
Rechthebbende
- Maker degene die de creatieve prestatie verricht. Dit is ook vrijwel altijd degene die fysiek het werk
maakt, de schepper van het werk (bestaan uitzonderingen op, art. 6, 7, 8 Auteurswet (hierna: Aw)).
o Persoonlijkheidsrechten = vloeien voort uit art. 25 Aw.
- Rechthebbende degene aan wie het auteursrecht (lees: de exploitatierechten) toekomt. Het is
mogelijk om het auteursrecht over te dragen.
o Exploitatierechten = rechten om openbaar te maken en te verveelvoudigen, art. 12, 13 Aw.
* Maker en auteursrechthebbende kunnen dezelfde persoon zijn, maar dat hoeft niet. Maker kan zijn auteursrecht
immers aan een derde overdagen. Aan de maker komen altijd de persoonlijkheidsrechten toe. Zelfs als de maker
de auteursrechten heeft overgedragen aan een derde, behoudt hij de persoonlijkheidsrechten van art. 25 Aw (deze
zijn niet overdraagbaar).
Dus hoofdregel = degene die iets schept wordt maker.
- Maar het kan ook nog eens best zijn dat er meerdere makers tot 1 werk zijn gekomen. Het kan zijn dat
je werk kan scheiden, en soms kan dat niet (bijv. op het moment dat ik een schilderij maak met iemand
anders, dan kan het werk niet gescheiden worden (art. 26 Aw), het is 1 geestelijke prestatie, en dat
betekent dat ik en degene met wie ik het gemaakt heb gemeenschappelijk werken. Er staat een
juridische gemeenschap i.d.z.v. Boek 3 BW).
- Maar het kan ook zijn dat je samen met iemand een boek schrijft en A schrijft 3 hoofstukken en B
schrijft 3 hoofdstukken, dan kun je die werken goed van elkaar scheiden. A wordt rechthebbende van
zijn hoofdstukken en B wordt rechthebbende van zijn hoofdstukken. Van het boek als geheel daar zijn
A en B gezamenlijk rechthebbende (verzamelwerk, art. 5 Aw). Het zijn dan een combinatie van werken,
werken kunnen van elkaar worden gescheiden.
De maker: uitzonderingen
In beginsel dus degene die fysiek een werk tot stand brengt. Uitzonderingen:
- Art. 6 Aw de situatie dat iemand een werk maakt onder leiding en toezicht van een ander. Bijv. de
Schilder Rubens liet zijn studenten iets schilderen terwijl hij zei: je moet het zo doen, daar moet dat en
dat. Hij gaf zo duidelijk leiding over zijn leerlingen, dat hij de auteursrechthebbende werd. Gebeurt in
praktijk bijna nooit.
- Art. 7 Aw De werkgever verkrijgt de rechten van werken die door de werknemer worden gemaakt in
dienstverband. Gelden een aantal voorwaarden voor die in het artikel staan.
- Art. 8 Aw Een vennootschap (bijv. Bv of v.o.f.) verkrijgt de rechten die door haar openbaar worden
gemaakt. Je ziet nog weleens dat een vennootschap een andere partij inschakelt om briefpapier te
maken, als dat briefpapier auteursrechtelijk beschermd is, dan zal degene die het briefpapier maakt in
principe die rechten verkrijgen, maar omdat die vennootschap dat briefpapier als van haar afkomstig
openbaar maakt, dan kan die als ‘maker’ worden aangemerkt (degene die de geestelijke schepping heeft
gemaakt).
* Bij contracten kan hier allemaal van worden afgeweken.
De inhoud van het recht (exploitatierechten en persoonlijkheidsrechten)
EXPLOITATIERECHTEN (wat je kan met je auteursrecht)
1. Het verveelvoudigingsrecht
2. Het openbaarmakingsrecht
Het verveelvoudigingsrecht (art. 13 Aw)
Twee betekenissen:
- Het slaafs verveelvoudigen (een op een kopiëren). Bijv. ik ga een boek onder een kopieermachine
leggen, downloaden van muziek of fotokopie delen. Het gehele werk in zijn geheel kopiëren.
- Bewerken of nabootsen van het werk in gewijzigde vorm. Bijv. de foto of tekening van een schilderij, de
miniatuur van een automodel of de vertaling of verfilming van een boek.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrondewolff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.