Een samenvatting van het vak Postpartale periode 2 uit leerjaar 2 van vroedkunde op AP hogeschool. Alle vakken in de juiste weken onder elkaar, gecombineerd met tekst vanuit de powerpoint als aanvullende aantekeningen. Dit uit je hoofd leren is gegarandeerd een voldoende op je vroedkunde examen!
,Neonatologische zorgen
1. Welkom op neonatologie
1.1 Inleiding
Neonatologie -> hier liggen alleen pasgeborenen die niet thuis zijn geweest. Thuis ziek geworden,
dan niet hiernaartoe maar pediatrie.
• Belangrijkste specifieke eisen voor degene die er werken:
o Kennis van neonatale fysiologie en pathologie
• Veel verschillen met volwassenen of kinderen
o Kennis van werking/gebruik van talrijke apparatuur
o Sterk observatievermogen
o Grote technische bekwaamheid
• Met de machines werken
• n* -> voor kleine zorgen.
Kindje heeft zorgen nodig en kan
niet op materniteit liggen. Liggen
vaak in bedje of verwarmingsbedje.
Geen intensieve zorgen. Liggen wel
altijd aan de monitor continu.
Vooral kijken waar hebben ze
problemen mee. Of te laag
gewichtje / temperatuur problemen
/ geel
• Nicu -> neonative intensive
care unit. Extreem tevroege kindjes.
Kunnen ook aterme kindjes liggen
die grote problemen hebben zoals
ademhaling.
• Ouders zijn ALTIJD welkom
• Welke patientgroepen?
o Prematuur
o Dysmatuur
o A terme baby's met problemen
1.2 De premature pasgeborene
• Definitie ‘prematuriteit’
o Vroeggeboorte
o Geboren voor 37ste complete ZSW
o Extreme vroeggeboorte = geboorte voor 26ste ZSW
• Classificatie obv zwangerschapsleeftijd
o 24 weken is grens voor levensvatbaar! Vanaf 24 weken zijn kindjes levensvatbaar.
• Tegenovergesteld van te vroeg geboren?
o Serotien -> geboren na een ZWS duur langer dan normaal (42 weken)
• Hoeveel procent van de baby's wordt wereldwijd te vroeg geboren?
o 10 % (levend geboren prematuren)
• Hoeveel procent van de baby's wordt in vlaanderen te vroeg geboren
o 7%
• Deze 2 percentages wel weten.
2
,• Factoren die de kans op vroeggeboorte beinvloeden:
o Multifactorieel
• Verschillende factoren aanwezig zodat een premature partus zich voordoet.
o Gevolg van medisch ingrijpen (ernstige problemen tijdens ZS)
• Geeft risico bevalling in gang te zetten
o Spontaan
• Zonder goede reden, onbekend waarom prematuriteit is opgetreden
o Factoren komen gezamenlijk voor OF ene risicofactor lokt de andere uit
o Advies (sinds 2004): minder bevruchte embryo’s terugplaatsen bij IVF
= ↓ % meerlingen
• Voor 2004 was er geen limiet voor bevruchte embryos -> soms dan wel 5ling wat ook meer
kans zorgde voor prematuriteit.
• Bij meerlingen sowieso meer
kans op prematuriteit.
o Belangrijke rol van infecties (25-
40%) MAAR aanwezigheid van
een infectie alleen ≠ genoeg!
• Infectie alleen is niet
genoeg voor een
premature bevalling.
Infectie kan wel de
druppel zijn van
meerdere factoren en
uiteindelijk zorgen voor
premature bevalling.
o 5% van eenlingen is prematuur
o 47% van de meerlingen is prematuur
• Verklaring voor variatie in percentage binnen de EU?
o 3 zaken die dit kunnen verklaren
• Verschillen per land binnen de medische praktijk
• Je kan geen appels met peren vergelijken.
Demografische gegeven verschillen al per land.
BMI verschilt veel, leeftijd per land verschilt veel.
• Er moet zeker kunnen zijn hoe de
zwangerschapsleeftijd gemeten wordt. Als een
kind hier 34 weken is en in ander land 36 weken
omdat ze dat anders meten kan dat veel
verschillen.
• Lichaamskenmerken?
o Verhoudingen
• Heel groot hoofd, in vergelijking met het lichaam
• Aangezicht is veel kleiner ten opzichte van de rest
van de schedel
• Hoofdomtrek is groter dan schouder omtrek.
3
, o Huid?
• Bijna doorzichtige huid. Kan de venen op
zicht aan prikken
• Heel dun en broos
• Donshaartjes -> lanugo beharing. Typisch
bij te vroeg geboren kindjes. Gaat wel
weg
• Wel weinig vernix bij te vroeg geborenen.
Wel nadelig want zorgt voor extra warmte
laag en bescherming tegen infecties. Dus als ze wel vernix hebben niet te veel
wassen!
• Onder 28 weken zijn ze vaak erg rood. Extremiteiten kunnen wel soms cyanotisch
zijn (blauwe kleur bij handjes en voetjes. Door bloedtoevoer die nog niet
optimaal werkt)
• Handjes kunnen wat oedemateus zijn. Extremiteiten kunnen wat vocht
vasthouden. Als ze dit vocht verliezen vallen ze ook vaak nog wel veel af.
• Weinig spiertjes.
• Veel lanugo, maar rest van de haren is minimaal. Heel weinig wenkbrauwhaar /
hoofdhaar
• Kraakbeen in oortjes is nog niet zoals wij hebben. Oortjes zijn heel soepel. Muts
afdruk ga je zien in de oortjes. Als hij op zijn zij ligt en het oortje ligt niet goed
kan dat na lange tijd zo liggen wel kwetsbaar worden. Zij hebben nog maar
nauwelijks kraakbeen.
• Genitale verschillen
▪ Jongetjes:
• Balletjes zijn nog niet ingedaald. Jongetjes voor 28 weken
geboren zeker nog niet ingedaald. Vanaf 28 kan het al zo zijn,
hoeft niet.
▪ Meisjes:
• Binnenste schaamlippen zijn groter dan de buitenste. Dit duurt
echt lang. Tot 36 weken zws kan dit nog zijn. Is zeker niet
abnormaal.
o Consistentie weefsels?
• Je kan de ribben zien en een kuiltje
• Is minder. Daardoor is stevigheid thorax minder. Daardoor heeft hij zelf ook
minder kracht om ertegen in te gaan. Extra uitdaging voor kindje om in en uit te
ademen.
• Omvang buikje vaak wat boller. Bij matige opzetting kun je al het darmpatroon
zijn omdat ze bijna geen vet hebben. Niet abnormaal als je dat kan zien. Wel in
het oog houden of het niet te opgezet is.
• Veel ruimte tussen fontanellen. Mag je wel
aankomen, wel voorzichtig. Grote
fontanellen. Kan schedelnaden goed voelen.
Schedel zelf is nog wel vrij zacht in
vergelijking met aterme geboren baby.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.