Inleiding in Klinische Neuropsychologie (550028B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Fundamentals of Human Neuropsychology
Hier mijn samenvatting voor het vak inleiding klinische neuropsychologie gegeven door Tineke. De samenvatting is grotendeels gebaseerd op de hoorcolleges van dit studiejaar en vorig studiejaar. Soms is er extra informatie uit het boek gehaald en uit mijn samenvatting van hersenen & gedrag. Hier heb...
NEUROPSYCHOLOGIE: SAMENVATTING + TEKENINGEN Fundamentals of Human Neuropsychology - Neuropsychologie (PABA3021)
All for this textbook (2)
Written for
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding in Klinische Neuropsychologie (550028B6)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
PsychoSummaries
Reviews received
Content preview
Inleiding klinische neuropsychologie
Hoofdstuk 1: The development of Neuropsychology
Neuropsychologie = verklaring van menselijk gedrag als hersenfuncties.
Klinische neuropsychologie = bekijkt oorzaken en gevolgen van het (dys)functioneren van de hersenen. Dit zijn effecten van
aangeboren of verworven neurale stoornissen op cognitieve-, emotionele- en gedragsfuncties.
Lokalisatie vs. holisme
- Lokalisme: neuronen en hersengebieden hebben specifieke functies
- Holisme: neuronen en hersengebieden zijn vrij ongedifferentieerd en het werkt meer als een geaggregeerd veld.
Monisme vs. dualisme (debat tussen de geest en hersenen)
- Dualisme: geest en hersenen zijn afzonderlijke entiteiten
- Monisme: geest en hersenen zijn samen 1
Waar zijn de hersenen voor?
Vroegere neuropsychologie bestond uit schedeltrepanaties waarbij gaatjes in de schedel werden gemaakt en er evt. iets uit
werd gehaald, zoals een ‘boze geest’. Dit bestaan sinds ca. 10.000 voor C.
Cerebrale lokalisatie
Vanaf 1800 ontstaat geleidelijk het idee dat mentale functies op specifieke plaatsen in de hersenen gelokaliseerd zijn.
Gall (1758) en Spurzheim (1810) = lokalisationisten.
- Gall was bekend om de frenologie = mensen met bepaalde kenmerken (bijv. taalknobbel), dat je dan ook meer
hersenen hebt op een specifiek gebied. Stel iemand heeft een goed verbaal geheugen, dan zouden volgens Gall de
ogen extra groot zijn, omdat de frontaalkwabben daar zouden liggen.
- Localization of function: hypothese dat specifiek functioneel hersengebied verschillende functies heeft. De theorie
was dat hoe groter het orgaan, hoe beter deze vaardigheid of eigenschap van deze persoon was ontwikkeld.
Voorstanders lokalisatie
- Gall & Spurzheim: mentale functies zijn exact gelokaliseerd in de hersenen (frenologie).
- Broca & Wernicke: vonden specifieke relaties tussen hersenbeschadigingen en taalstoornissen.
- Fritz & Hitzig: specifieke motorische en sensorische corticale effecten bij honden.
- Munk: visuele stoornissen na laesie in occipitale cortex.
- Penfield & Rasmussen: brachten tijdens hersenoperaties functies van de cortex in kaart met behulp van lokale elektrische
stimulatie.
o Homunculus: somatosensorische en motorische cortex
o Penfield procedure: lokale elektrische corticale stimulatie tijdens hersenoperaties met lokale anesthesie. Dit wordt
nog steeds gedaan.
Tegenstanders lokalisatie
- Flourens: nam kleine stukjes cortex weg bij proefdieren, maar vond geen specifieke en blijvende gedragseffecten.
- Goltz & Lashley: gedragseffecten van corticale laesies bij proefdieren. Hieruit kwam:
o Principe of mass action: hoe groter de laesie, hoe sterker het effect
o Principe of equipotentiality: effecten zijn niet erg specifiek
o Breinplasticiteit: herstel is mogelijk
Lokalisatie en lateralisatie
Lokalisatie = specifieke breingebieden zijn verantwoordelijk voor specifieke gedragingen
Lateralisatie = gelokaliseerd aan 1 kant van het brein
Afasie van Broca (1861)
Broca ontdekte tijdens een autopsie van een patiënt die alleen nog maar ‘Tan’ kon zeggen, dat er hersenafwijkingen waren in
zijn taalgebied. Dit gebied wordt Broca’s area genoemd. Mensen die schade hebben in dit gebied, lijden aan motorische
afasie -> moeite met het produceren van taal, je kunt niet meer, of minder goed, praten.
Afasie van Wernicke (1874)
Wernicke kwam tot de ontdekking dat in het gebied van Broca alleen het fysieke vermogen tot spraak wordt aangetast, maar
niet het theoretische geheugen voor gesproken taal. Het gebied wat zorgt voor het begrijpen van taal, noemde hij Wernicke’s
area. Mensen kunnen dan woorden nog vloeiend uitspreken, maar deze woorden hebben geen betekenis meer.
1
, Het lijkt op een soort wartaal. Dit wordt sensorische afasie (fluent aphasia) genoemd. Dit is de voorloper van moderne
opvatting dat een mentale functie niet op 1 plaats in de cortex, maar op meerdere plaatsen gelokaliseerd is die onderling
neuraal verbonden zijn.
Een 3e vorm van afasie afspeelt zich af tussen het gebied van Broca en Wernicke, namelijk
conductie afasie -> mensen begrijpen wel wat er tegen ze gezegd wordt, maar ze kunnen het
niet terug produceren. De zenuwen tussen gebied van Wernicke en gebied van Broca is dan
verstoord. Dit werd gekenmerkt door parafasieën -> spraak gekenmerkt door talrijke
eigenaardige woorden en verkeerde uitspraken.
- Alexia: niet meer kunnen lezen (word blindness), door een disconnectie tussen het
visuele gebied en Wernicke’s area.
- Apraxia: geen reeks bewegingen meer uit kunnen voeren, omdat de motorische- en
sensorische gebieden niet meer goed met elkaar verbonden zijn.
Functiestoornissen door beschadigingen van corticale centra:
- Beschadigingen van de gebieden: cellichamen, grijze stof.
- Beschadigingen van de verbindingen: axonen, witte stof.
Begrijpen van geluid is in Wernicke’s area, het aansturen van de spieren die spraak produceren is in Broca’s area. Hierbij is
er sprake van een neuraal netwerk: er zijn veel regio’s betrokken bij taal.
Flourens en Goltz
Flourens geloofde niks van frenologie. Hij deed onderzoek met ablatie -> systematisch stukmaken van hersendelen en dan
kijken welke gedragsgevolgen daaruit kwamen. Hoewel Flourens soms toch aantoonde dat er wel lokalisatie plaatsvind in de
hersenen en Gall dus gelijk leek te hebben, gaf hij hier niet aan toe. Wel kwam Flourens erachter dat door flexibiliteit en
plasticiteit de hersenen kunnen verbeteren na het aanbrengen van beschadigingen (neuroplasticiteit).
Hughlings-Jackson (connectionisme)
Tegenstellingen van lokalisationisten en anti-lokalisationisten worden overbrugd door Hughlings-Jackson in een hiërarchisch
model:
- Hiërarchisch model van het brein (ruggenmerg, hersenstam, cortex) = hersenfuncties zijn hiërarchisch
georganiseerd, dus functies worden complexer naarmate men van lagere delen naar hogere delen gaat.
o Lagere delen: ruggenmerg (reflex), hersenstam (ademhaling), cerebellum (onbewuste bewegingen)
o Hogere delen: basale ganglia, cortex (complexe functies)
- Alle delen van de hersenen zijn in principe betrokken bij complex gedrag.
Moderne opvatting van functielocatie sluit aan bij het idee van Hughlings-Jackson:
- Parallel distributed processing: functies zijn afhankelijk van verschillende locaties in het brein die gelijktijdig actief
zijn en onderling samenwerken.
- Functielocatie kan enigszins verschillen tussen merken. Dit kan deels het gevolg zijn van de morfologie (gyri en sulci).
Van lokalisatie naar connectionisme
- Verbindingen tussen neuronen als basis van leren = Donald Hebb kwam met nieuwe of versterkte verbindingen vormen
samen een geheugen/representatie (cell assemblies). Deze nieuwe of versterkte verbindingen noemde hij plasticiteit.
- 1950: informatieverwerking (computer modellen): interactieve, parallelle processen
- Vanaf 1980: neuroimaging
Oudheid
- Edwin Smith Papyrus: observatie dat hersenletsel symptomen in andere delen van het lichaam kan veroorzaken
- Hippocrates: beschreef man die geheugen voor letters kwijt was, en observeerde dat hoofdletsel vaak samenging met
hemiparese aan de andere kant van het lichaam
- Plato: lokaliseerde verschillende kwaliteiten ziel in verschillende delen van de hersenen
- Herophilus: lokaliseerde intelligentie in de ventrikels van de hersenen
- Galen: eerste laesie studies: hersenen zintuigen en motor controle. Werking via ventrikels
- Descartes: dualisme, pijnappelklier is de ‘zetel van de ziel’. Er is interactie tussen lichaam en geest.
2
, 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychoSummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.