10 Hoorcollege 10 – Steekproevenverdeling voor het gemiddelde ........................................................ 58
10.1 Van steekproef naar popula2e ............................................................................................................ 58
10.1.1 Select en aselect .......................................................................................................................... 58
10.2 Scha^en en toetsen ............................................................................................................................. 59
10.2.1 Steekproefvarian2e/ Steekproefvariabiliteit (sampling error) (Field 2.7) ................................... 59
10.2.2 Steekproevenverdeling ............................................................................................................... 59
10.3 Standaardfout...................................................................................................................................... 60
10.3.1 Centrale limietstelling ................................................................................................................. 60
10.3.2 Centrum van de steekproevenverdeling ..................................................................................... 60
10.4 Steekproevenverdeling voor een gemiddelde ...................................................................................... 61
10.4.1 Voorspellingsinterval voor een gemiddelde................................................................................ 62
10.5 Kri2eke Z-waarden ............................................................................................................................... 62
10.5.1 Veel voorkomende kri2eke waarden van z en foutenkans 𝛼 ...................................................... 62
10.5.2 Kri2eke waarden 𝑋 ..................................................................................................................... 63
10.6 Voorspellingsintervallen voor steekproefgemiddelden ........................................................................ 63
11 Hoorcollege 11 – Betrouwbaarheidsinterval en Z-toets voor 1 gemiddelde....................................... 64
11.1 Scha^en ............................................................................................................................................... 64
11.2 Betrouwbaarheidsinterval voor popula2egemiddelde µ. .................................................................... 64
11.2.1 Pas op voor onjuist formuleren! ................................................................................................. 65
11.2.2 Betrouwbaarheidsinterval – voorspellingsinterval ..................................................................... 65
11.2.3 Opmerkingen .............................................................................................................................. 65
11.3 Het principe van toetsen en de hypothesen ......................................................................................... 65
11.4 Z-toets voor één gemiddelde, sta2s2sche toetsing.............................................................................. 66
11.4.1 Alpha 𝛼 à foutenkans ................................................................................................................ 66
11.4.2 Beslissingen met de kri2eke Z-waarde à toetsingsgrootheid .................................................... 66
11.4.3 Beslissingen met overschrijdingskans p-waarde ......................................................................... 66
11.4.4 Mogelijke fouten ......................................................................................................................... 67
11.4.5 Assump2es .................................................................................................................................. 67
11.4.6 Stappenplan ................................................................................................................................ 67
11.4.7 Kansverdeling: de standaardnormale verdeling.......................................................................... 68
11.4.8 Beslissingen over H0 à Verwerpen of niet? ............................................................................... 68
11.4.9 Conclusie ..................................................................................................................................... 68
11.4.9.1 Wat noteer je: .................................................................................................................... 69
11.5 Effectgroo^e à Cohen’s D ................................................................................................................... 69
11.5.1 Interpreta2e effectgroo^e/ Normen voor effectgroo^e Cohen’s d: ........................................... 69
12 Hoorcollege 12 – Eenzijdig toetsen, twee soorten fouten en onderscheidingsvermogen ................... 70
12.1 Eenzijdig toetsen .................................................................................................................................. 70
12.1.1 Stappenplan ................................................................................................................................ 71
12.1.1.1 Voorbeeld ........................................................................................................................... 71
12.1.2 Keuze van het significan2eniveau ............................................................................................... 72
12.2 Twee soorten fouten ............................................................................................................................ 72
12.2.1 Onderscheidingsvermogen ......................................................................................................... 73
12.2.2 I-fout/II-fout ................................................................................................................................ 73
,2022-2023
12.2.3 De norm ...................................................................................................................................... 74
12.2.4 Power (berekenen) ..................................................................................................................... 74
12.3 Benodigde gegevens ............................................................................................................................ 74
12.3.1 Groo^e van het effect ................................................................................................................. 75
12.3.2 Groo^e van de steekproef .......................................................................................................... 75
12.3.3 Varian2e in de popula2e ............................................................................................................. 75
12.3.4 Keuze van het significan2eniveau ............................................................................................... 75
12.3.5 Oplossingen ................................................................................................................................ 75
,2022-2023
1 Hoorcollege 1 – Meten en frequen1everdeling
• Een variabele is een grootheid die kan variëren (dat wil zeggen verschillende waarden kan
aannemen).
• De verzameling variabelen wordt meestal gepresenteerd in een dataset of datamatrix. De
variabelen staan in de kolommen, de onderzoekseenheden (b.v. parCcipanten) staan in de
rijen.
• Ben je geïnteresseerd in de relaCe tussen twee variabelen, dan noemen we de vermoedelijke
oorzaak de onaHankelijke variabele en het vermoedelijke gevolg de aHankelijke variabele.
1.1 Meetniveaus
Meetniveau bepaalt de staCsCsche analysemogelijkheden!
1.1.1 Categoriale variabele/kwalita2eve variabele
o Objecten of waarnemingen.
o Categorieën, labels of kenmerken die niet numeriek zijn.
o Ze zijn vaak niet op een meetbare schaal gerangschikt.
1.1.1.1 Nominaal
• Zonder natuurlijke ordening/ geen volgorde of rangorde.
• Via numerieke waarden wordt er onderscheid gemaakt tussen variabele.
• Nominale variabelen hebben geen natuurlijke ordening/ willekeurige groepen
Bijvoorbeeld: Geslacht, experimentele condi8e, etniciteit, oogkleur, burgerlijke staat (getrouwd, ongehuwd)
• Bij nominaal gemeten variabelen kun je alleen zeggen of twee waarden gelijk zijn of
verschillend, maar je kunt geen uitspraken doen over de mate van verschil tussen categorieën.
o "nominaal" betekent dus dat de categorieën van een categoriale variabele discrete, niet-
ordelijke labels zijn die worden gebruikt om objecten of waarnemingen te classificeren
zonder enige rangorde of numerieke betekenis.
1.1.1.2 Ordinaal
• Gelijk aan nominale variabelen, maar deze variabele kent een natuurlijke ordening/ waarde
geven volgorde aan.
• Afstanden tussen cijfers niet even groot/niet betekenisvol.
Bijvoorbeeld: SES-klasse, opleidingsniveau (bijv. lager onderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs), sociale klasse (bijv.
laag inkomen, middeninkomen, hoog inkomen), klanCevredenheid (bijv. ontevreden, neutraal, tevreden).
• Geen gelijke afstanden: In tegenstelling tot interval- of raCo-meetniveaus, hebben ordinaal
gemeten categorieën geen gelijke afstanden tussen elkaar. Dit betekent dat je niet kunt
zeggen dat het verschil tussen twee opeenvolgende categorieën even groot is.
1.1.2 Kwan2ta2eve variabele
o Cijfers, een hoeveelheid of grote à numerieke waarde
o Drukken meCngen of hoeveelheden uit.
o Deze waarden zijn op een ordelijke en kwanCficeerbare manier gerangschikt.
1.1.2.1 Interval
• Met natuurlijke ordening
• Waarde zijn betekenis; je kunt er mee rekenen + gelijke intervallen tussen.
• Geen absoluut nulpunt (een waarde van nul betekent niet dat er helemaal geen eigenschap
aanwezig is). à Het kan ook in de min (-) gaan.
Bijvoorbeeld: Temperatuur in graden Celsius, IQ-scores, Lengte gemeten in cen8meters, Cito-scores
, 2022-2023
• Het intervalmeetniveau stelt onderzoekers in staat om wiskundige bewerkingen zoals optellen
en a?rekken uit te voeren op de gegevens, omdat de intervallen tussen waarden gelijk zijn.
Echter, vanwege het ontbreken van een absoluut nulpunt, kunnen verhoudingen tussen
waarden niet zinvol worden berekend. Bijvoorbeeld, het is niet correct om te zeggen dat 40°C
tweemaal zo warm is als 20°C, omdat het 0-punt willekeurig is gekozen.
1.1.2.2 Ra4o:
• Vaste/gelijkwaardige intervallen tussen waarden met dezelfde betekenis
• Absoluut nulpunt
o In tegenstelling tot het interval-meetniveau, waarbij nul slechts een willekeurig
referenHepunt is, hee? nul op een raHo-schaal een betekenisvolle en absolute
waarde. Dit maakt het mogelijk te zeggen “A is 2x zo lang als B” en ook delen door 2
hee? betekenis.
• Het raHo-meetniveau maakt het mogelijk om alle wiskundige bewerkingen uit te voeren,
inclusief optellen, a?rekken, vermenigvuldigen en delen, omdat er een absoluut nulpunt is.
Bijvoorbeeld leeIijd (in jaren), lengte (in cen8meters of inches), gewicht (in kilogrammen of ponden), Inkomensniveau (in
dollars), aantal mensen, graden Kelvin.
Ø Verschil tussen raCo en interval is belangrijk om te weten, maar de analyses doe je hetzelfde
en maakt het verschil niet zoveel uit. Dus: In prakCjk niet erg belangrijk.
Ø Scale: is in SPSS, interval en raCo.
Ordening Vaste intervallen Absoluut nulpunt
Nominaal - - -
Ordinaal + - -
Interval + + -
RaCo + + +
1.1.3 Discrete en con2nu variabele
1.1.3.1 Discreet
• Eindigend
• Waarden worden vaak geteld i.p.v. gemeten
• Discrete variabelen hebben vaak sprongen tussen de waarden, en tussen twee
opeenvolgende waarden zijn er geen andere mogelijke waarden. Bijvoorbeeld, als het aantal
kinderen in een gezin 2 is, kan het niet 2,5 zijn.
Bijvoorbeeld: Aantal fouten, aantal mensen in een ruimte, aantal auto’s in een garage.
1.1.3.2 Con4nu
• Onbeperkt aantal waardes
• Een variabele is conCnu wanneer tussen twee gegeven waarden alCjd een derde waarde ligt.
o De waarden zijn dus afgeronde getallen.
• Geen sprongen tussen waarden en elke waarde kan worden aangenomen in een bepaald
bereik met inbegrip van decimalen en fracCes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evavankampen14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.75. You're not tied to anything after your purchase.