100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek Overheidsfinanciën deels aangevuld met HC aantekeningen $4.81
Add to cart

Summary

Samenvatting boek Overheidsfinanciën deels aangevuld met HC aantekeningen

6 reviews
 185 views  27 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting boek Overheidsfinanciën, C.A. de Kam Alle relevante onderdelen uit het boek samengevat. Hiermee een 9 gehaald.

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • Uit alle hoofdstukken de relevante onderdelen. hoofdstuk 13.6 en onderdelen uit h14 waren minder rel
  • March 15, 2020
  • 33
  • 2019/2020
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: dvanalphen • 6 months ago

review-writer-avatar

By: daniel-ingrid • 1 year ago

review-writer-avatar

By: feyza2001 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: thijsrebel • 4 year ago

review-writer-avatar

By: fleurdevries65 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: mcdijkgraaf • 4 year ago

avatar-seller
Openbare Financiën boek SV

Hoofdstuk 1 : Overheidsfinanciën
1.1 Een vak apart
Bij de studie van de openbare financiën draait het om de uitgaven, de inkomsten en de schuldpolitiek
van de overheid. Het onderzoekt de invloed van de publieke financiën op de economie. Het gaat over
de rol van de overheid in de economie.

1.2 Overheid en publieke sector
De publieke sector van de economie omvat alle instellingen met activiteiten die grotendeels
collectief worden bekostigd: de centrale overheid, de organisaties die sociale verzekeringen
uitvoeren, de decentrale overheden, de gesubsidieerde onderwijsinstellingen en organisaties in de
zorgsector.

Kenmerkend voor de publieke sector:
- De overheid is bevoegd dwingend bijdragen te vorderen van gezinnen en bedrijven door
belasting. (= een onvrijwillige betaling aan de overheid waar geen rechtstreekse individuele
tegenprestatie tegenover staat)
- De beslissingsmacht over de uitgaven en belastingen liggen bij de volksvertegenwoordiging,
zij hebben het budgetrecht. (budgetmechanisme = het besluitvormingsproces waarbij wordt
vastgesteld welke taken de overheid zal uitvoeren en hoeveel daarvoor mag worden
uitgegeven)
- De uitkomsten van marktmechanismen wordt door de overheid als niet-optimaal gezien en
daarom grijpen ze in.
- De publieke sector kent geen prijsmechanismen.

1.3 Overheidsingrijpen : 3 functies
Er zijn 3 functies van overheidsbemoeienis in de economie:
- Allocatiefunctie
- Stabilisatiefunctie
- Verdelingsfunctie

1.4 Stabilisatiefunctie
De stabilisatiefunctie houdt in dat de overheid probeert de schommelingen van de conjunctuur te
dempen.
De overheid kan dat doel bereiken door anticyclisch begrotingsbeleid te voeren. Vaak mislukt dat en
voert de overheid procyclisch beleid omdat ze op het verkeerde moment ingrijpen.

Het structurele bbp is de omvang van de economie waarbij zowel de bezettingsgraad van de
productiecapaciteit als het werkloosheidspercentage gelijk zijn aan hun evenwichtswaarden – de
verhouding tussen vraag en aanbod leidt niet tot spanningen in de economie.
Output gap = de kloof (in procenten) tussen de feitelijke omvang van het bbp en het structurele bbp.

Structurele werkloosheid = evenwichtswaarde van werkloosheid.
Deze mensen doen niet mee terwijl de economie in evenwicht is. Er is altijd een groep werklozen. De
oorzaken daarvan zijn dat sommige werklozen een gebrek aan vaardigheden hebben of doordat
werken voor hen onvoldoende loont.

,De conjunctuurcyclus ontstaat, doordat de vraag naar goederen en diensten afwisselend harder en
minder hard groeit dan strookt met een productiegroei die past bij aanhoudend evenwicht op
markten voor goederen en arbeid.

Automatische stabilisatoren
Als de economie in een laagconjunctuur komt (een neergaande economie, gaat slecht met economie)
dan krijgt de economie vanzelf de gewenste impuls. Want de opbrengst van belastingen en premies
valt tegen, dus voor extra belastingverlaging bestaat geen aanleiding. En de overheidsuitgaven
stijgen ook sws al omdat er meer werklozen zijn die een uitkering moeten hebben. Dus de
overheidsuitgaven hoeven ook niet verhoogd te worden om de economie extra te stimuleren.
Als de economie in een hoogconjunctuur komt (een opgaande economie, economische groei) dan
wordt de economie vanzelf afgeremd omdat mensen meer belasting moeten betalen omdat ze een
hoger inkomen hebben. De overheidsuitgaven dalen ook automatisch omdat meer mensen aan het
werk zijn en dus minder mensen een uitkering moeten hebben. Dat dempt de conjunctuurgolf weer
af.

1.5 Allocatiefunctie
De allocatiefunctie houdt in dat de overheid maatregelen neemt met gevolgen voor de samenstelling
van de nationale productie en de manier waarop die tot stand komt.
De overheid vindt dat de markt niet het optimale resultaat bereikt en grijpt daarom in.

Marktimperfecties zijn:
- Collectieve goederen worden niet geproduceerd
o Zuiver collectieve goederen hebben 2 kenmerken; non-rivaliteit en non-exclusiviteit.
o Dit komt niet tot stand via de markt omdat het niet winstgevend is een product te
maken waarbij je niemand kan uitsluiten van het product en waarbij het gebruik
door de een niet ten koste gaat van het gebruik van de ander. De overheid grijpt in.
- Machtsposities
o Een monopolist kan de marktprijs vaststellen, dat is vaak hoog, dat is niet goed voor
de consument. De overheid grijpt dan in met mededingingsbeleid en door
maximumprijzen vast te stellen.
- Asymmetrische informatie
o Vaak is de ene marktpartij beter geïnformeerd dan de andere. Door deze informatie-
asymmetrie kan de minst geïnformeerde partij zoveel schade lijden, dat de overheid
optreedt.
- Onevenredig hoge kosten
o Soms gaat de levering van goederen en diensten via het prijsmechanisme (via de
markt) gepaard met onevenredig hoge kosten. Denk aan bijvoorbeeld het gebruik
van een weg. Tolheffing voor alle weggebruikers zou leiden tot heel hoge
inningskosten omdat er heel veel op en afritten zijn in NL en daarnaast files enzo.
daarom worden de wegen collectief bekostigd.
- Externe effecten
o Bij een extern effect brengt de consumptie of de productie van de een kosten of
baten voor de anderen mee, die niet in de marktprijs zitten. Dit kan positief en
negatief zijn.
o Bij positieve effecten kan de overheid ingrijpen met subsidies. Met subsidies wordt
de maatschappelijk gewenste consumptie eerder gerealiseerd.

, o Bij negatieve effecten kan de overheid ingrijpen met heffingen. Met een heffing
wordt een product duurder en dan wordt het negatieve effect verwerkt in de prijs.
o Daarnaast kan de overheid nog ingrijpen met voorlichting, verboden en regelgeving.
- Schaalvoordelen
o Productie en distributie van individuele goederen kan soms alleen voordelig
plaatsvinden in grote getalen. Denk aan spoorwegennet, energiecentrales.
- Tekortkomingen van de verzekeringsmarkt
o Onverzekerbare risico’s
o Risicoselectie
o Zelfselectie


1.6 Verdelingsfunctie
De verdelingsfunctie houdt in dat de overheid invloed wil uitoefenen op de verdeling van inkomens
en vermogens.
Dat kan via:
- Progressieve belastingen
- Subsidies
- Sociale uitkeringen
- Successiewet : erf- en schenkbelasting


1.7 Paternalisme
Paternalisme houdt in dat politici menen dat burgers hun belang bij bepaalde voorzieningen
onderschatten. De overheid zegt dan als het ware; wij weten wat goed voor jullie burgers is, wij
regelen dit en dit voor jullie.
Bijvoorbeeld dat deelneming aan sociale verzekeringen verplicht wordt gesteld, of dat goederen
gratis worden weggegeven zoals basisonderwijs.

1.8 Tekortkomingen van overheidsingrijpen
- Verschillende politieke visies zorgen ervoor dat de overheid niet altijd krachtig kan optreden.
- Selectie van de optimale beleidsinstrumenten kan problematisch zijn. Vooraf hebben
overheidsinstanties meestal een beperkt inzicht in de gevolgen van bepaalde instrumenten.
Verder is vaak onduidelijk hoe ondernemingen en individuen reageren op het gebruik van
een instrument. En is eenmaal een bepaald instrument gekozen en blijkt dit niet te werken
dan kost het grote moeite dit weer af te schaffen.
- De overheid streeft zo veel en zulke diverse doelen na dat daartussen onvermijdelijk
spanning ontstaat: beleidsinconsistenties.
- De overheid heeft informatietekorten over de voorkeuren van de bevolking over
voorzieningen.
- Discussie over de optimale omvang van de overheid.
- Een overheidsmonopolie kan de doeltreffendheid en doelmatigheid van de productie
verminderen. Soms is concurrentie op de markt beter.

1.9 Grenzen aan de overheidsmacht
De overheid is ook gewoon gebonden aan de wet, ze kunnen niet naar eigen inzicht allemaal lasten
aan burgers opleggen. Er is nog een rechter die de overheid controleert. De macht van lidstaten is op
veel beleidsterreinen sterk ingeperkt door de regelgeving uit de EU.

, Hoofdstuk 2 : Publieke sector
2.1 Omvang
De omvang van de overheid wordt meestal gemeten via de collectieve-uitgavenquote. Collectieve
uitgaven / bbp x 100%.
De omvang van de overheid valt te meten door de gezamenlijke uitgaven van al de instellingen van
de publieke sector (zie HFST 1 hierboven) uit te drukken als percentage van het bbp.

Vooral door de komst van de verzorgingsstaat is de collectieve-uitgavenquote gestegen. Een
verzorgingsstaat is een democratie waarin de particuliere sector verreweg het grootste deel van de
productie voor zijn rekening neemt, terwijl de overheid zich vooral toelegt op het garanderen van
een redelijk bestaan voor alle burgers.

De collectieve-uitgavenquote loopt ook op door het noemereffect. Noemereffect betekent dat het
bbp bij een neergaande economie daalt terwijl de collectieve uitgaven dan hoger worden omdat er
meer werklozen zijn die een uitkering moeten krijgen. Dus dan deel je een groter getal door een
kleiner getal en dan wordt de uitkomst hoger.

De uitgaven worden ook verhoogd door het gedrag van politici. Als de conjunctuur daalt is het een
populaire maatregel om de belasting te verlagen en de overheidsuitgaven op te voeren. Maar
andersom als er een hoogconjunctuur is, is het niet populair om de belasting te verhogen en te
bezuinigen. Dus dit gedrag van politici – wel stimuleren als de conjunctuur tijdelijk tegenzit, niet of
onvoldoende afremmen wanneer de economie oververhit raakt – leidt er gemakkelijk toe dat de
overheidsuitgaven voortdurend hoger worden.

Europese regels
- Het begrotingstekort van de overheid (EMU-tekort) mag niet meer dan 3% van het bbp zijn.
- De overheidsschuld mag maximaal 60% bbp bedragen.

Beperkingen van de collectieve uitgavenquote
- Overheidsbedrijven
o De activiteiten van ondernemingen (op de markt) in handen van de overheid zijn niet
in de collectieve-uitgavenquote begrepen. Daardoor lijken de collectieve uitgaven al
lager dan ze zijn.
- Fiscale regelingen (belastinguitgaven)
o Soms verstrekt de overheid een uitkering of subsidie niet in de vorm van een directe
betaling (telt wel mee in de uitgavenquote), maar via fiscale tegemoetkomingen in
de vorm van een aftrekpost, vrijstelling, verlaagd tarief of korting op de
verschuldigde belasting. (dit telt niet mee voor de collectieve uitgaven).
o Bewust afwijken van de normale structuur van belastingheffen om het doel te
bereiken wat ook bereikt had kunnen worden door het doen van uitgaven (subsidies
bijv.).
- Regelgeving
o Via regelgeving oefent de overheid grote invloed uit op economische beslissingen,
zonder dat dit uit de hoogte van de uitgavenquote blijkt. Bijv. minimumloon, hoogte
huur van sociale huurwoningen, vereiste vergunningen etc.
- Risicoregelingen
o Verlenen van garanties, leningen en achterborgstellingen blijven ook buiten de
begroting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller flodewijks123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.81  27x  sold
  • (6)
Add to cart
Added