100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting filosofie - menswetenschappen $4.85   Add to cart

Summary

samenvatting filosofie - menswetenschappen

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting filosofie voor het vak menswetenschappen voor HIR, TEW en EW.

Last document update: 4 hours ago

Preview 4 out of 17  pages

  • November 24, 2024
  • November 24, 2024
  • 17
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Menswetenschappen ~filosofie
HOOFDSTUK 1: LOGICA & ARGUMENTATIELEER
1) Inleiding
Doel wijsgerige logica Methodes en principes ontwikkelen waarmee correct redeneren van incorrect
redeneren onderscheiden kan worden


2) Formele logica
Deductieve redeneringen + correcte/foutieve redeneervorm
Redenering • Geordend koppel van eindige verzameling premissen en een conclusie
• Premisse 1
Premisse 2
Conclusie
• Alle redeneringen hebben conclusie, maar verzameling premissen kan leeg
zijn

Eigenschap deductieve • Als alle premissen waar zijn, dan is conclusie ook zeker waar
redenering • Garandeert waarheidsoverdracht

Redeneervorm • Schema waarin zinnen vervangen worden door letters
• Alle instanties deductief à correcte redeneervorm

Hoe aantonen dat Redenering die instantie van is en niet deductief
redeneervorm foutief is

Eenvoudig correct
Symbool Naam Betekenis
∨ Disjunctie A of B
∧ Conjunctie A en B
→ Implicatie Als A, dan B
¬ Negatie Het is niet het geval dat A

Naam Redeneervorm Voorbeeld
Modus ponens (MP) A→B Als Brussel in België ligt, dan ligt het in Europa
A Brussel ligt in België
B Brussel ligt in Europa

Modus Tollens (MT) A→B Als het regent, is de straat nat
¬B De straat is niet nat
¬A Het regent niet

Contrapostitie (CP) A→B Als het regent, is de straat niet
¬B→hA Als de straat niet nat is, dan regent het niet

Dilemma (DIL) A∨B John is een Schot of een Noord-Ier
A→C Als John een Schot is, spreekt hij Engels
B→C Als John een Noord-Ier is, spreekt hij Engels
C John spreekt Engels

Disjunctief syllogisme A∨B Jan is een Vlaming of een Nederlander
(DS) ¬A Jan is geen Vlaming
B Jan is een Nederlander


Eenvoudig foutief
Antecedent Wat in bewering A → B links staat
Consequent Wat in bewering A → B rechts staat




1

, Naam Redeneervorm Voorbeeld
Ontkenning Antecedent A→B Als Amsterdam in België ligt, dan ligt het in Europa
¬A Amsterdam ligt niet in België
¬B Amsterdam ligt niet in Europa

Bevestiging Consequent A→B Als het regent, is de straat nat
B De straat is nat
A Het regent

Verkeerde omkering A→B Als het regent, is de straat nat
¬B→¬A Als het niet regent, is de straat niet nat


Complex correct
• Kleine letters a,b,c à specifieke objecten of personen
• Kleine letters x,y,z à niet-specifieke objecten en personen
• PQR à eigenschappen

Symbool Betekenis
Pa a heeft eigenschap P
¬ Pa a heeft eigenschap P niet
("x)Px Alle objecten hebben eigenschap P
($x)Px Er bestaat een object dat eigenschap P heeft
("x)(Px → Qx) Voor alle objecten geldt: als ze eigenschap P hebben,
dan hebben zo ook eigenschap Q
($x)(Px ∧ Qx) Er bestaat een object dat zowel eigenschap P als
eigenschap Q heeft

Algemene vorm Voorbeeld
("x)(Px → Qx) Alle mensen (P) zijn sterfelijk (Q)
Pa Jan is een mens (P)
Qa Jan is sterfelijk

("x)(Px → Qx) Alle economiestudenten (P) zijn ijverige studenten (Q)
("x)(Qx → Rx) Alle ijverige studenten (Q) slagen voor hun examens (R)
("x)(Px → Rx) Alle economiestudenten (P) slagen voor hun examens (R)

("x)(Px → Qx) Alle economiestudenten (P) zijn ijverige studenten (Q)
($x)Px Er bestaat een economiestudent (P)
($x)Qx Er bestaat een ijverige student (Q)

("x)(Px → Qx) Elk vierkant (P) heeft vier gelijke zijden (Q)
($x)(Px ∧ Rx) Er bestaat een rechthoek (R) dat een vierkant is (P)
($x)(Qx ∧ Rx) Er bestaat een rechthoek (R) met 4 gelijke zijden (Q)

¬ ("x)(Px → Qx) Het is niet het geval dat alle zoogdieren (P) katten zijn (Q)
($x)(Px ∧ ¬ Qx) Er bestaat iets dat een zoogdier is (P) maar geen kat (Q)


Complex foutief
Algemene vorm Voorbeeld
("x)(Px → Qx) Alle auto’s (P) zijn voorzien van een motor (Q)
($x)(Qx ∧ Rx) Sommige voorwerpen waar een motor in zit (Q) zijn tandenborstels (R)
($x)(Px ∧ Rx) Er bestaat een auto (P) die een tandenborstel is (R)




2

,3) Drogredenen
Inleiding
Wie? • Aristoteles (Griekse filosoof)
• John Locke (Engelse filosoof)

Problematische premissen
Vals dilemma • Redeneringen waarbij 2 keuzemogelijkheden als exhaustief worden
voorgesteld, in werkelijkheid zijn er nog meerdere opties
• A∨B
¬A
B

Hellend vlak (slippery • Herhaalde toepassing van Modus Tollens
slope) • Gevolgen zijn niet zeker
• ¬A à ¬B
¬B à ¬C
¬C à ¬D
D
A


Problemen met conclusie
Stroman-argument Spreker negeert echte standpunt tegenstander, presenteert een vertekend
(strawman fallacy) beeld van standpunt en valt die aan


Problemen met relevantie van premissen
Wat? Premissen aanvaardbaar, maar niet relevant voor conclusie

Compositie Eigenschappen van elementen worden overgedragen naar het geheel
Accidens drogreden Algemene regel wordt toegepast op geval waarin specifieke omstandigheden
ervoor zorgen dat de regel niet van toepassing

Imponeren tegenstander
Ad-drogredenen Strategieën die mensen gebruiken om anderen tot instemming te beweging of
op zn minst imponeren tot tegenstander opgeeft

Argumentum ad • Misplaatst gezagsargument
verecundiam • Overtuigen gebeurt op metaniveau door expert (niet door argumenten)
• Soms is expertise van expert betwijfelbaar

Argumentum ad populum • Populariteitsargument
• Argumenten zijn zuiver speculatief totdat onderzocht wordt wat mensen
effectief denken
• Algemene aanvaarding geen goede reden om opvatting te aanvaarden


4) Feilbaarheid van wetenschappelijke kennis, logisch verklaard
Inleiding
Wie? • Karl Popper
• Legde link feilbaarheid met logische redeneervormen
• ‘Logik der Forschung’

Boek? Assymetrie tussen universeel gegeneraliseerde beweringen (alle raven zijn
zwart) en existentieel gegenearliseerde beweringen (er bestaat een zwarte raaf)




3

, Definities
Waarnemingsuitspraak Zin waarin bevestigd of ontkend wordt dat een bepaald object een
observeerbare eigenschap heeft

Waarnemingsrapport Conjunctie van einig aantal waarnemingsuitspraken

Verificatie Waarnemingsrapport verifieert hypothese H als en alleen als H logisch volgt uit
waarnemingsrapport

Falsificatie Waarnemingsrapport falsifieert hypothese H als en alleen als ¬H logisch volgt
uit waarnemingsrapport


Verificatie en falsificatie
Uitspraak Voorbeeld
Verifieerbaarheid existentieel ($x)(Rx∧Zx) --> er bestaat een zwarte raaf
gegeneraliseerde beweringen Ra∧Za --> waarnemingsrapport

Niet-verifieerbaarheid universeel ("x)(Rx→Zx) --> alle raven zijn zwart
gegeneraliseerde beweringen Ra∧Za
Rb∧Zb --> waarnemingsrapport
Rc∧Zc

Het is niet omdat 3 raven zwart zijn dat ze allemaal zwart zijn à alle
raven moeten gecontroleerd worden

Falsifieerbaarheid universeel ("x)(Rx→Zx) --> alle raven zijn zwart
gegeneraliseerde beweringen Ra∧Za
Rb∧Zb --> waarnemingsrapport
Rc∧Zc
Rd∧ ¬Zd

Niet-falsifieerbaarheid existentieel ($x)(Rx∧Zx) --> er bestaat een hond met acht poten
gegeneraliseerde beweringen


Gevolgen voor wetenschap
Wetenschappelijke kennis Waarnemingsgegevens waarover we beschikken zijn niet voldoende om zeker te
feilbaar is zijn --> hoge waarschijnlijkheid

Probleem? Bv. slingerwet à geen 100% zekerheid dat deze wet waar is, want universeel
gegeneraliseerde beweringen zijn niet-verifieerbaarheid


HOOFDSTUK 2: ECONOMIE EN WETENSCHAPSFILOSOFIE
1) Inleiding
Wetenschapsfilosofie Kritische reflectie over wetenschap en wetenschappelijk onderzoek


Thematische groep Specifieke vraag…
Doel vd wetenschap Moet wetenschap praktisch nuttig zijn?

Wetenschappelijke methode & Wat is een goed experiment?
argumentatie
Ethische & maatschappelijke kwesties Mogen we proefdieren gebruiken?
Gelijkenissen en verschillen tussen Is er iets dat alle wetenschapsdisciplines gemeenschappelijk
wetenschappelijke disciplines hebben?




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mauddepermentier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.85
  • (0)
  Add to cart