Bedrijfskunde
HOOFDSTUK 1: EEN BEDRIJF IS GEEN VANZELFSPREKENDHEID
1) Wat is een bedrijf?
Betekenis 1 • Elke organisatie die zakendoet, voor continuïteit afhankelijk is van
wisselwerking met markt & die gericht is op leveren producten aan derden en
in ruil economische tegenprestatie krijgt
• Term wordt niet gebruikt voor organisaties afhankelijk van goodwill leden (bv.
politieke partij, jeugdbeweging...), overheid of liefdadigheid
• Bedrijf moet economisch rationeel zijn
Ø Fundamenteel gegeven voor bedrijfskunde
Ø Bedrijf kan niet permanent verlies maken
Ø Permanently failing organizations à organisaties die niet aan
rationaliteitsnorm voldoen
Ø Organisatie wordt zo georganiseerd dat ze permanent leeggeplunderd wordt
(bv. overheidsdiensten à belastingbetaler veel geld laten betalen)
Gesubsidieerde sectoren • Ontsnappen aan norms of rationality
• Marktmechanismen niet in staat problemen op te vangen à staat moest dit
overnemen à bij grote bedrijven speelden politici grootste rol à meer politieke
dan economische rationaliteit à machtsgericht
Betekenis 2 • Een aparte juridische economische entiteit met specifieke rechten en plichten
• Steeds meer aandeelhouders laten hun eigen bedrijf juridisch vervolgen à
grote voordeel --> risico beperken
• Processen tegen management, auditoren die boeken nakijken...
• Beperkte aansprakelijkheid = the limited liability corporation
Nadeel beperkte • Niemand wil zakendoen à bedrijven zeggen op voorhand dat ze zich niet 100%
aansprakelijkheid gaan engageren à als het niet lukt, zijn ze toch niet aansprakelijk
• Bedrijven moeten zorgen voor vertrouwen van klanten, medewerkers...
In moderne samenleving • 2 definities vallen zo goed als samen
• Niet zo? à overgangsfase
• Bv. koningshuizen à zijn voor hun inkomen niet afhankelijk van markt
Waarom richt niet iedereen • ‘Niet iedereen beschikt over kapitaal’ à fout
bedrijf op? • Bedrijven zijn niet altijd en overal succesvol à anders zouden banken aan
iedereen geld lenen
• Ondernemen (bedrijf starten) à erg risicovol à meeste starters mislukken
• Tot 19e eeuw: als bedrijf failliet ging ook familie aan grond à sinds bedrijven
aparte juridische entiteiten zijn met beperkte aansprakelijkheid à meer
mensen nemen risico
Voordelen bedrijf • Beperkt risico
• Leiderschap
• Samenbrengen competenties à sterker
• Samenwerken
• Gemeenschappelijke doelstellingen
• Nobel
• Visionair
• Rendement voor aandeelhouders
Nadelen bedrijf • Beperkt verantwoordelijkheidsgevoel
• Gulzigheid
• Winst als enige doelstelling
• Te groot à gebrek aan controle
1
,2) Waarom bestaan bedrijven
Transactiekosten Ronald • Soms veel goedkoper transacties te laten plaatsvinden in marktrelatie
Coase • Maar soms liggen transactiekosten lager binnen bedrijf à marktrelatie wordt
dan vervangen door goedkopere ‘hiërarchische’ relatie à zelden rendabel
• In principe zijn marktrelaties economisch rationeler
Theories of firms • Theorieën die bestaan bedrijven verklaren
3) Een bedrijf als een bundel relationele contracten
Relationeel contract • Vorm van samenwerking of coördinatie die door partijen via samenwerking zelf
in stand gehouden wordt
• Verstrekt zichzelf via uitoefening ervan
• Bv. huwelijk, tussen buren (geen prei planten in tuin ander, hallo zeggen)
• Vaak niet juridisch te regelen
• Basis van elke vorm van samenleven, samenwerken en maatschappelijke
ordening
• Bv. geen soep slurpen in sterrenrestaurant
Juridisch optreden bij • Maakt het contract stuk
relationeel contract • Bv. je gaat niet meer bij dokter die je aangeklaagd hebt voor fout
In economie • Heel economische samenleving is gebaseerd op relationele contracten
• Maar financiële sector organiseerde zich van 2000 – 2007 alsof contractuele
financiële relaties doorslaggevend waren à ‘vertrouwen’ verouderd
• ‘Vertrouwen’ verdween (niet dat van consumenten in bank, maar van bank naar
andere bank)
4) Stakeholders versus stockholders
Stakeholders • Belangrijkste groepen met wie bedrijven relationele contracten hebben
Ø Aandeelhouders (stockholders)
Ø Klanten
Ø Medewerkers
Ø Management
Ø Gemeenschap in ruimste zin
Ø Leveranciers
Betekenis naam • Komt van paaltjes (stakes) die Amerikaanse trekkers rond hun gebied plaatsten
• Iemand die je vertrouwt, die neutraal is
Primaire stakeholders • Direct belang in organisatie
• Aandeelhouders, werknemers, klanten, leveranciers, vaak ook omwonenden...
Stockholdermodel vs • Zelfs in meest extreme stockholdermodel à rekening houden met
stakeholdermodel stakeholders
• Atrill: doel bedrijf is maximaliseren aandeelhouderswaarde, binnen grenzen
door andere stakeholders gesteld
• Argument stockholders: wie zal die stakeholders betalen?
• Argument stakeholders: eenzijdig accent op winst heeft negatieve gevolgen
voor zwakken, natuur en democratie
Corporate governance • Doel: besluitvorming ehiciënter organiseren, doorzichtiger maken en
objectiveren
2
, Code Buysse • Beveelt aan missie en visie onderneming vast te stellen
• Geeft richtlijnen over werking en taak raad van bestuur
Ø Belang niet-uitvoerende of externe bestuurders
Ø Regelmatig vergaderen
Ø Benoemingscomité
Ø Remuneratiecomité
• Beklemtoont nut adviserende comités
• Beklemtoont belang performant senior management
5) Stakeholders. Wie zijn zij?
Licence to operate • Dit moeten bedrijven krijgen van maatschappij waarmee ze relationeel
contract hebben
• Bedrijven die bv. veel vervuiling hebben, krijgen dit niet
• Dagelijks verliezen bedrijven hun licence to operate
Ø Bv. ABB
Overheid • 1e belanghebbende stakeholder van elk bedrijf
• Leggen beslag op ong. 50% wat bedrijven produceren
• Maar bedrijven hebben zo nodig (opleiding, spelling...) à franchise from
society
Relationele contracten • Sommige van deze relaties zijn object van gedetailleerd uitgewerkte juridische
met stakeholders contracten
• Relatie tussen werkgever en werknemer à vastgelegd in sociale wetgeving
• Milieuwetgeving
• Aandeelhouders mogen bedrijf verkopen, sluiten, opdelen...
Angelsaksische omgeving • Absoluut eigendomsrecht
• Managers die in naam van eigenaar bedrijf leiden à 1 taak: maak eigenaar
gelukkig = rijker à nog rijker à investeren in meer bedrijven à nog rijker à aan
liefdadigheid schenken à enkelingen die buiten economisch systeem vallen
kunnen ook meegenieten van economische groei
Europese benadering • = Rijnlandmodel
• Nadruk op maatschappelijke inbedding bedrijven
• Bedrijf gaat langetermijnrelaties aan met maatschappij waarvan ze deel
uitmaakt
• Verschillende partijen trachten win-winrelatie op te bouwen via intens overleg
en wederzijds respect
• Nadruk op politieke consensus, solidariteit, respect voor vakbonden &
consumentenverenigingen
• Sluit goed aan bij stakeholdersmodel
6) Waarom kennen we nog maar tientallen jaren zoveel bedrijven?
Marco Polo • Vroegste beschrijving
• Handelsroutes naar Verre Oosten
Ø Ondernemer/avonturier à fysieke en emotionele risico’s
Ø Financier à financiële risico’s
Middeleeuwen • Ondernemer à persoon die grote projecten (bouw kastelen, abdijen...)
monitort à neemt geen risico
18e eeuw • Tijdperk van industrialisatie
• Ondernemer à steeds meer geassocieerd met uitvinder (bv. Thomas Edison)
• Financiering à vaak in handen van 3e partij à rijke industriëlen
19 – 20e eeuw • Ondernemer à innovator
• Innovatie en vernieuwing worden integraal onderdeel v. ondernemerschap
3
, Waarom duurde het zolang • Technologie (aanbodzijde)
vooral bedrijven • Vraagzijde
ontstonden? • Apart juridisch statuut
• Burgeroorlog
Technologie • Organisatie ontstaan wanneer technologie nodig is die individu of familie niet
aankan
• Rond 1830: doorbraak in stoommachines, spoorwegen & hoogovens à
aanvankelijk georganiseerd door staat à ‘bedrijven’ verdwenen nadat tunnel
gegraven was à geen beperkte aansprakelijkheid, maar beperkt in
bestaansduur
• Technologie werd zo sterk, machines zo groot à aantal ondernemers die dure
technologie wilde hanteren nam toe
Vraagzijde • Rond 1850: sociologische verschuiving in rol vrouw in samenleving +
kindersterfte daalde drastisch
• Het was zinvol om psychologisch en economisch te investeren in een kind à
ontstaan ‘consument’ à consumentencyclus
Apart juridische statuut • Doorslaggevende factor
• Vanaf 1850
• Beperken risico
• Zonder rechtsbescherming à risico’s op andere manieren indekken à
economisch niet zo interessant
Ø Naar monopolie streven
Ø Illegale middelen inzetten
• Economische rationaliteit moet geschraagd worden door rationeel rechts-
systeem
Burgeroorlog • Zorgen voor rechten voor iedereen à eigendom, leven, vrijheid
• Oorspronkelijk enkel ten dienste van maatschappij
• Maar deze werden toegepast op bedrijven
HOOFDSTUK 3: DENKEN ALS EEN STRATEEG. LIEFST ENKELE STAPPEN VOORUIT
Strategisch management • Het proces van het groot en blijvend georganiseerd succes
1) Welkom in de wondere wereld van de strategen
Strategie • Kenmerken
Ø Omvattend
Ø Belangrijk
Ø Lange termijn
Ø Voordeel biedend & beter dan anderen
• Naast iets beschrijvend, ook iets normatief
• Denken of handelen zonder strategie à ongewenst
Bedrijfsleiders • Niet erg strategiegezind
• Omgeving sinds 1990 te onvoorspelbaar à enkel nog tactisch
• Technologie dicteert alles à inspelen op internet, biotechnologie
• Sceptici: strategie maakt geen verschil à enkel uitvoering (= execution) telt
Ø Beter middelmatige strategie perfect uitgevoerd dan briljante strategie
zonder uitvoering
Kenmerken goede • Proactief (proberen weten wat er op je afkomt + anticiperen op die toekomst)
strategie • Doet besehen dat je niet alleen bent (anderen zullen reageren)
• Gebruik eigen sterktes + zwaktes anderen uitbuiten
• Geen nodeloze vijanden maken
• Vertrekt vanuit degelijke terreinkennis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mauddepermentier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.