Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
RSG Broklede voor vwo/havo
MR2022
Biologie
All documents for this subject (1)
7
reviews
By: boekhorstkyra14 • 2 months ago
By: Annevo • 1 year ago
By: brechtjefeijen • 1 year ago
By: sandraploeger • 3 year ago
By: anneliesvantoledo • 3 year ago
By: nienkerooijen • 3 year ago
By: noagrilk • 4 year ago
Seller
Follow
Janna2023
Reviews received
Content preview
Biologie Samenvatting en notities van Maxime Rutgers
Hoofdstuk 4
4.1
Ovulatie: Eisprong. Vrijkomen van de eicel uit de follikel in een van beide eierstokken.
Bevruchting: Het samensmelten van de kern van een zaadcel met de kern van de eicel.
Stappen van de bevruchting:
1. een aantal zaadcellen dringt door de laag follikelcellen heen en maakt contact
met een doorzichtige eiwit-laag: de zona pellucida
2. - De eerste zaadcel die contact maakt met het celmembraan van de eicel
versmelt met het celmembraan, alleen de kern gaat naar binnen.
- Tegelijk geven blaasjes in het grondplasma van de eicel stoffen af die de
zona pellucida laten veranderen in een voor zaadcellen ondoordringbare
laag; het “bevruchtingsmembraan”.
- Het DNA van de zaadcel komt in de celkern van de moeder. →
Zygote (bevruchte eicel) gevormd.
Zygote: bevruchte eicel
● Na 30 uur vindt de eerste deling plaats. Klievingsdelingen: een deling (mitose)
waarbij in de nieuw gevormde cellen van een embryo geen plasmagroei optreedt.
● Na 3 dagen is de zygote een embryo van 16 cellen. Trilharen (aan de binnenkant van
de eileiders) begeleiden de zygote in 5 dagen naar de baarmoeder.
Innesteling
1. Na vijf dagen: het embryo bestaat uit 100 cellen
2. Na 6/7 dagen: Innesteling; het ingroeien van het embryo in het
baarmoederslijmvlies.
Het embryo bestaat dan uit een blaasje: Blastula; beginnend embryonaal
stadium een blaasje dat bestaat uit een holte holte omgeven door een laag
cellen.
Trofoblast: buitenste laag van de blastula (daar zitten de meeste cellen, ook
de embryoblast, het klompje cellen); produceert HCG en vormt vlokken
waarmee het embryo zich in het baarmoederslijmvlies nestelt. De vlokken
groeien tussen de cellen van het baarmoederslijmvlies in, dit gaat de placenta
vormen.
Uit de embryoblast (klompje cellen) ontstaat de kiemschijf (groepje cellen in
de blastulaholte waaruit het kind zich uiteindelijk ontwikkelt) en de blastocyste
(die levert het dooierblaasje)
Het begin van de navelstreng: cellen tussen trofoblast en de kiemschijf.
★ Welk hormoon toont aan dat je zwanger bent?
⤷ HCG. Dit hormoon is 2 weken na de bevruchting aan te tonen.
Naast de kiemschijf ontstaan twee holtes: Een kleine; het dooierblaasje; vormt de eerste
1
, bloedcellen. Later neemt de lever dit over en dan het rode beenmerg.
De amnionholte; Een grote holte, die uiteindelijk de blastulaholte verdringt. De amnionholte
is gevuld met vruchtwater dat de foetus omgeeft. Dit water beschermt tegen schokken en
stoten.
De twee vruchtvliezen, het amnion (van het amnion blaasje) en het chorion (van de
trofoblast), groeien met het embryo mee.
● 21 dagen na de bevruchting is het bloedvatenstelsels van het embryo.
Tussen de trofoblast en de kiemschijf ontstaat de hechtsteel: het begin van de navelstreng:
transportroute tussen embryo en placenta.
- Een ADER; placenta → embryo (vervoert voedingsstoffen en zuurstof,)
- Twee SLAGADERS; embryo → placenta (vervoeren bloed met afvalstoffen
CO2)
⤷ zijn onderdeel van de bloedsomloop van het embryo. Het hart van de
embryo zorgt ook voor het stromen van het bloed.
Placenta: orgaan waar tijdens de zwangerschap uitwisseling van stoffen tussen moeder en
kind plaatsvindt; bevat bloedvaten van moeder en kind.
Het bloed van de moeder omspoelt de met bloed gevulde vlokken van het embryo.
Beide bloedsomlopen blijven strikt gescheiden. De uitwisseling van stoffen tussen de
bloedsomlopen vindt plaats via de celmembranen van de vlokken.
● Na 8 weken heet het embryo een foetus (3 cm lang). Alle organen zijn aangelegd.
Miskraam: spontane abortus, het lichaam van de moeder stoot de foetus af. (bijv. door
chromosomale afwijking)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Janna2023. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.