Goede vibraties
09-03-2020 werkgroep 7
Voorbespreking
Dikte van bijvoorbeeld de snaren van een gitaar hebben invloed op de toonhoogte.
Ook de amplitude van je golflijn heeft invloed op het geluid.
Zelfstudie
1. Hoe werkt geluid?
2. Wat is de Fourier analyse?
3. Hoe werkt het mechanisme in het oor?
4. Hoe komt geluid bij het brein?
5. Wat is een tuning curve van de twee verschillende neuronen?
6. Hoe kan gehoorverlies worden verbeterd of verholpen? (hidden hearing loss)
Nabespreking
Hoe werkt geluid?
Geluid heeft twee verschillende definities:
fysieke definitie → geluid is drukverandering in de lucht of in een ander materie
o gerefereerd naar als een ‘geluidsprikkel’
perceptuele definitie → geluid is de ervaring die we hebben als we horen
o gerefereerd naar als een ‘geluidsperceptie’
Er is een perceptueel proces voor horen:
1. identificeren van de prikkel uit de omgeving
2. geluid wordt getransformeerd in een geluidsprikkel
3. de druk verandert in de lucht
a. druk triggert representatie van geluid in de ogen
4. receptoren in de oren ontvangen een prikkel
5. neurale signalen worden naar het brein gestuurd
6. perceptie van geluid ontstaat
Geluidsprikkel (sound stimulus) komt tot stand wanneer beweging of vibratie van een object,
drukverandering in de lucht, in water of in een andere elastische omgeving die om het object
heen zit, kan veroorzaken
geluidsgolf (sound wave): patroon van afwisselende hoge- en lagedrukgebieden in de
lucht, tijdens dat burende luchtmoleculen elkaar beïnvloeden
o condensatie (condensation) → gebied van verhoogde druk op een geluidsgolf,
die omringende luchtmoleculen samendrukt, dat resulteert in luchtdruk boven
de druk van de atmosfeer
verhoogde dichtheid
o verdunning (rarefaction) → gebied van verminderde druk op een geluidsgolf,
die omringende luchtmoleculen uitrekt om vermeerderde ruimte in te vullen
verlaagde dichtheid
, Sinusgolf (sine wave): type van geluidsgolf die voortkomt wanneer verandering in de
luchtdruk, voorkomt in een patroon die wordt beschreven door een wiskundige functie
genaamd de sinusgolf
Vibratie met een sinusgolf motie kan worden beschreven door:
1. frequentie → aantal cyclussen per seconde die drukverandering herhaalt
a. gemeten in hertz (hz)
b. wordt geassocieerd met de perceptuele kwaliteit van de toon
c. mensen kunnen ongeveer 20 tot 20.000 hz waarnemen
d. hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon
2. amplitude → maat van drukverandering, bepaald door verschillen in druk tussen hoge
en lage pieken van de geluidsgolf
a. gemeten in decibel (db)
b. wordt geassocieerd met de perceptuele kwaliteit van geluid
c. hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid
Er is een verschil tussen de drempelwaarde en hardheid van geluid:
drempelwaarde (threshold) → kleinste hoeveelheid van geluidsenergie die maar bijna
gedetecteerd kan worden
hardheid (loudness) → waargenomen intensiteit van een geluid die varieert van ‘net
hoorbaar’ tot ‘heel erg hard’
o orde van grootte schatting (magnitude estimation): procedure die relaties
tussen het level in decibel en level in hardheid bepaalt
level decibel is fysiek
level hardheid is perceptueel
hoorbaarheidscurve (audibility curve) → indiceert de
drempelwaarde voor gehoord, tegenover de frequentie
o bovenste curve (upper curve) is de
drempelwaarde voor gevoel – blauwe lijn
o auditief reactiegebied (auditory response area):
groene gebied boven de curve waarin tonen
gehoord kunnen worden
lichtrode gebied onder curve → geluiden
kunnen niet gehoord worden
o tonen boven drempelwaarde van gevoel → resulteren in pijn
gelijke hardheid curve (equal loudness curve): indiceert het geluidlevel dat dezelfde
perceptie van hardheid creëert op verschillende frequenties
Klank (pitch): psychologische aspect van geluid, gerelateerd met de fundamentele frequentie
gerelateerd met fysieke eigendom van fundamentele frequentie
o repetitie rate van geluid golfvorm
o lage fundamentele frequentie → geassocieerd met lage klanken
o hoge fundamentele frequentie → geassocieerd met hoge klanken
klank (pitch) kun je geen waarde of getal geven, alleen ‘hoog’ of ‘laag’
toonhoogte (tone height) → perceptuele ervaring van verhoogde klank, die samen
gaat met verhoging in de toon zijn fundamentele frequentie
o toonchroma (tone chroma) → noten met dezelfde toon worden aangenomen
met dat ze dezelfde toonchroma hebben
klankkleur (timbre) → kwaliteit dat onderscheid maakt tussen tonen die dezelfde
hardheid, klank en duur hebben, maar nog steeds een ander geluid hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunreijnders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.